Van onze lezers
Autorijden Ik was blij met het artikel „Jonge mensen vragen . . . Hoe overtuig ik mijn ouders ervan dat zij mij gerust de auto kunnen meegeven?” (22 maart 1989) Ik ben veertien jaar en heb het met mijn moeder over autorijden gehad, maar zij staat er heel sceptisch tegenover. Ik begon al te denken dat het wel tot mijn dertigste zou duren voordat ik mocht rijden! Nu weet ik dat ik iets kan gaan doen om mijn moeder meer vertrouwen in mij te geven, zodat zij als het zover is, weet dat ik de verantwoordelijkheid aankan. Hartelijk dank!
J. D., Verenigde Staten
Huisdieren Ik ben verscheidene jaren chef van een dierenwinkel geweest en denk dat ik wel in staat geacht mag worden een ’gefundeerde mening’ ten beste te geven. Uw artikel over huisdieren (8 juni 1989) bevatte veel goede punten. Maar bij het onderwerp hygiëne liet u het op het punt van verantwoordelijkheid als eigenaar totaal afweten. Als de eigenaar van een huisdier verantwoordelijkheidsbesef heeft, zal hij ervoor zorgen dat het dier schoon, gezond en vrij van ongedierte wordt gehouden, zodat het huisdier welkom kan zijn in het gezin. Regelmatige bezoeken aan de dierenarts moeten tot de normale gang van zaken behoren en daar moet in het gezinsbudget rekening mee gehouden worden. Het artikel had moeten vermelden hoe belangrijk het is het erf, de bak of de kooi dagelijks van uitwerpselen te ontdoen. U kunt het dier niet verwijten dat het vuil of ongezond is of vol ongedierte zit als de eigenaars daar niets aan doen.
L. T., Verenigde Staten
Uw opmerkingen zijn begrijpelijk. Het artikel was echter niet bedoeld als een uitgebreide verhandeling over de verzorging van huisdieren. Het ging er veeleer om, de lezers te helpen beslissen of zij bereid zijn de zware verantwoordelijkheid op zich te nemen die het bezit van een huisdier met zich brengt. — Red.
Scheldpartijen Uw artikel (8 juni 1989) heeft mij helpen beseffen dat ouders onder intense druk staan. Vandaag werd ik grievend toegesproken en ik voelde me uiterst ellendig. Ik was erg kwaad op mijn ouders. Maar het was een grote hulp dat ik dit artikel net een dag geleden aandachtig had gelezen. Toen ik dacht aan hun goede kanten in plaats van alleen stil te staan bij de lelijke, werden mijn hart en mijn gedachten veel, veel vrolijker. Heel veel dank.
E. T., Japan
Ik ben vijftien jaar en ik ben de laatste tijd zo neerslachtig en depressief geweest doordat ik steeds weer door mijn vader werd uitgescholden. Dit artikel was geestelijk voedsel te rechter tijd. Het is werkelijk een bron van aanmoediging geweest voor mij en mijn moeder.
H. T., Verenigde Staten
Misdaad In de uitgave van 22 april 1989 stond een raad die mij verontrustte. In verband met roofovervallers werd gezegd: „Kijk de persoon aan en probeer zijn blik vast te houden.” Ik heb jarenlang in buurten met veel criminaliteit gewoond en kreeg de raad mensen met een dreigende houding niet aan te kijken omdat zij zouden kunnen denken dat je probeerde hen te identificeren voor toekomstige aanklachten wegens criminaliteit.
R. L., Verenigde Staten
Wij zijn het met u eens dat het onder bepaalde omstandigheden geweld zou kunnen uitlokken als u een potentieel vijandig individu aanstaart. Niettemin zijn sommige autoriteiten van mening dat het houden van oogcontact tijdens een roofoverval de voorkeur verdient boven schichtig in het rond kijken of naar de grond staren — gedrag dat op angst of paniek zou kunnen duiden. — Red.
Erger dan AIDS Ik ben grootgebracht als een van Jehovah’s Getuigen. Maar ik wilde graag populair zijn en kreeg verkeerde vrienden. Ik ben op de juiste weg teruggeholpen voordat het te laat was. Het artikel over het AIDS-slachtoffer (22 april 1989) zal me helpen op die weg te blijven. Het was moedig van hem dat hij zijn vroegere leven echt de rug toekeerde, want veel mensen zouden de strijd opgegeven hebben. Zijn ervaring laat zien dat de wereld ons niets te bieden heeft en dat wij zonder Jehovah’s liefde en gunst dood zijn.
D. C., Nieuw-Zeeland