Wat is de oorzaak van het probleem?
„TE VEEL zout is niet goed voor een mens!”, verklaart de moeder. „Maar het eten is zo flauw en smakeloos!”, houdt de schoondochter vol. Als de moeder zich heeft omgedraaid, doet zij er een snuifje zout in.
Omdat zij allebei proberen hun zin door te drijven, eten beiden uiteindelijk een gerecht dat zij geen van tweeën lekker vinden. Maar de gevolgen kunnen veel ernstiger zijn. Wrijving tussen schoonmoeder en schoondochter kan leiden tot mentale en emotionele worstelingen die jaren aanhouden.
Velen schijnt dit soort conflicten onvermijdelijk toe. „Hoe goed men in een familie ook met elkaar op schijnt te kunnen schieten, er is altijd wrijving tussen moeder en schoondochter”, schrijft dr. Sjigeta Saito, voorzitter van de Japanse Bond van Psychiatrische Ziekenhuizen. Het probleem is echter niet tot de Oriënt beperkt.
De Ontwaakt!-correspondent in Italië bericht dat „de gewoonte om na het trouwen bij de ouders van de bruid of de bruidegom in te trekken, in veel families problemen heeft veroorzaakt, en menig jong vrouwtje lijdt onder de vaak bemoeizieke en autoritaire houding van haar schoonmoeder”.
In zowel oosterse als westerse landen staan de kranten en tijdschriften vol rubrieken met persoonlijke raad in zulke conflicten. Wat kan dan de oorzaak van de problemen zijn?
Wie neemt de beslissingen?
Als twee vrouwen een keuken delen, is het probleem vaak: Wie neemt de beslissingen? „Onze smaken en methoden verschillen, en elke keer dat wij het oneens waren, raakte ik van de wijs”, vertelt een vrouw die meer dan twaalf jaar bij haar schoonmoeder heeft ingewoond.
„De eerste tien jaar kwam het tussen ons steeds tot botsingen over onbenulligheden”, geeft een andere schoondochter toe. Er kan onenigheid rijzen over zulke onbeduidende dingen als de manier waarop de overhemden aan de lijn gehangen worden. Zelfs als de vrouwen niet in hetzelfde huis wonen, kan de situatie moeilijk zijn. Als een schoonmoeder die op bezoek komt, opmerkingen maakt in de zin van „Mijn zoon vindt zijn biefstuk zo niet lekker”, kan dat de goede verhouding voor het leven verstoren. Het komt er allemaal op neer wie welke beslissingen neemt en voor wie.
In verband daarmee zegt Takako Sodei, die aan de Otjanomizoe-universiteit voor Vrouwen colleges geeft in huishoudkunde: „Of een vrouw nu bij haar zoon en schoondochter inwoont of bij haar dochter en schoonzoon, het is een onmogelijke zaak als in een huishouden twee vrouwen met elkaar wedijveren om de macht. Er moet een aparte woonruimte zijn of de situatie moet worden aangepast, zodat de een de lakens uitdeelt en de ander haar assisteert.” De twee generaties moeten tot redelijke overeenstemming komen op basis van de lichamelijke en mentale conditie van de oudste en de ervaring, of het gebrek aan ervaring, van de jongste.
De kwestie van privacy
Als twee of meer generaties een woning delen, moeten de gezinsleden iets van hun privacy opofferen. Maar elk gezinslid zal daar vermoedelijk zijn eigen ideeën over hebben. Een jong echtpaar kan naar meer privacy verlangen, terwijl de bejaarden juist naar meer gezelschap snakken.
Een schoondochter in de buurt van Tokio vond bijvoorbeeld dat haar schoonmoeder inbreuk maakte op de privacy van het echtpaar. Hoe dan wel? Door de persoonlijke was van haar en haar man binnen te halen, die te vouwen en op te bergen. Zij vond het niet gepast dat haar schoonmoeder deze persoonlijke dingen voor hen deed. Haar schoonmoeder, Tokiko, daarentegen raakte van streek toen haar schoondochter bij het opruimen van het huis dingen weggooide die Tokiko al jarenlang had en waar zij aan gehecht was.
De inbreuk op de privacy kan heel ernstige vormen aannemen. Tom en zijn vrouw, die Toms bejaarde moeder verzorgden, werden steeds midden in de nacht gestoord doordat zij hun slaapkamer binnenstapte. Haar reden daarvoor? „Ik wilde zien of alles goed was met Tom”, zei de moeder. Het probleem was pas opgelost toen zij naar een appartement met twee verdiepingen verhuisden en het de moeder verboden werd de trap op te komen.
In veel gezinnen worden de problemen echter pas werkelijk ernstig als de derde generatie arriveert.
Het omgaan met kinderen
Tegenwoordig is het gebruikelijk dat een jonge moeder verscheidene boeken raadpleegt in verband met de verzorging van de kinderen. Maar grootmoeder vindt het vanzelfsprekend dat zij, met haar jarenlange ervaring in het grootbrengen van kinderen, de aangewezen persoon is om raad te geven. Die raad wordt echter vaak als kritiek beschouwd en conflicten zijn het gevolg.
Takako kreeg met dit probleem te kampen toen zij haar zoontje een paar tikken gaf. De moeder en grootmoeder van haar man holden haar kamer in om haar tegen te houden en schreeuwden nog harder dan het huilende kind. Geïntimideerd gaf Takako haar zoontje geen tikken meer. Later besloot zij, beseffend hoe belangrijk streng onderricht is, haar manier van opvoeden te hervatten. — Spreuken 23:13; Hebreeën 12:11.
Een in Jokohama woonachtige moeder voerde ook een hele strijd met haar schoonmoeder nadat de kinderen geboren waren. Het ergerde de moeder dat oma de kinderen lekkere tussendoortjes gaf, zodat zij als het etenstijd was te vol zaten om hun bord leeg te eten.
Dr. Saito geeft op dit probleem als commentaar: „[Grootouders] geven hun kleinkinderen snoep en zakgeld. Zij voldoen aan de zelfzuchtige wensen van de jeugd. Om kort te gaan, zij verwennen hun kleinkinderen tot in het oneindige.” Hij geeft jonge moeders de raad, duidelijk te kennen te geven dat zij bij de opvoeding van de kinderen geen concessies zullen doen.
Wedijveren om genegenheid
Bij dit conflict tussen schoonmoeders en schoondochters speelt iets heel irrationeels mee. „Psychologisch gesproken”, aldus dr. Saito, „heeft de moeder het gevoel dat haar schoondochter haar haar zoon ontrukt heeft. Natuurlijk uit zij die gedachte niet hoorbaar, dat zou te kinderlijk zijn. Maar in haar onderbewustzijn zit diepgeworteld de gedachte dat zij van de genegenheid van haar zoon is beroofd.” Het gevolg is een gespannen relatie, zo geen uitgesproken wedijver, tussen de twee vrouwen.
Deze tendens schijnt sterker te worden naarmate de grootte van de gezinnen afneemt. Nu er minder kinderen te verzorgen zijn, voelt de moeder zich inniger met haar zoon verbonden. Na jarenlang met haar zoon samengewoond te hebben, is zij terdege op de hoogte van wat hem bevalt en niet bevalt. Hoewel de kersverse bruid alles zal doen om haar man te behagen, beschikt zij niet over die gedetailleerde kennis, in het begin zeker niet. Er kan zich dan ook gemakkelijk een geest van wedijver ontwikkelen, waarbij moeder en schoondochter om het hardst naar de genegenheid van dezelfde man dingen.
Een tragische verschuiving
Als zulke familieconflicten zich in vroeger tijd voordeden, toen in Japan de confuciaanse filosofie nog overheerste, werd de schoondochter weggestuurd — het huwelijk was ontbonden. En dat was het einde van de zaak. Tegenwoordig is de situatie echter anders.
Na de Tweede Wereldoorlog is de jongere generatie het familie-inkomen gaan beheren en verliest de oudere generatie haar invloed en gezag. Geleidelijk is er een ommekeer in de situatie gekomen. Nu worden bejaarde ouders aan hun lot overgelaten in ziekenhuizen en inrichtingen. Wat tragisch deze trieste toestand te moeten constateren in een samenleving waar respect voor de ouderen de norm placht te zijn!
Hoe kan er een keer gebracht worden in de tendens de bejaarden aan de kant te zetten? Is het mogelijk dat twee vrouwen vreedzaam samenleven onder hetzelfde dak?
[Illustratie op blz. 7]
Er moet redelijke overeenstemming bereikt worden over de vraag wie de beslissingen neemt