Indrukwekkende reuzen uit het noorden van Canada
Door Ontwaakt!-correspondent in Canada
„KONING van het noorden” en „Heren van de Noordpool” zijn treffende titels die worden gedeeld door zo’n 30.000 ijsberen die in het hele Noordpoolbekken rondzwerven.
Er zijn een aantal ijsbeerpopulaties te onderscheiden. Eén groep heeft de zuidwestkust van de Canadese Hudsonbaai, van het eiland Akimski in de Jamesbaai tot Chesterfield Inlet meer naar het noorden, als domein. Het tussen beide in liggende Churchill in Manitoba is dan ook wel de „ijsberenhoofdstad van de wereld” genoemd.
De mannetjesijsbeer doorzwerft zijn domein nieuwsgierig en onvermoeibaar. Dat heeft hem de dichterlijke Inuit-naam Pihoqahiak bezorgd, wat „de altijd zwervende” betekent.
Vroege ontdekkingsreizigers in noordelijke streken werden geboeid door de ijsbeer. John Muir, een Amerikaans natuurkenner, beschreef hem als ’een dier dat er edel uitziet en enorm sterk is, onverschrokken en warm levend te midden van eeuwig ijs’.
Hoewel ze tussen de 450 en 640 kilo wegen, zijn ze bijna katachtig in hun beweeglijkheid. Een bioloog zei het zo: „Het zijn net grote katten. Het is absoluut ongelofelijk hoe snel ze zijn — man, wat zijn ze snel.”
Paring en holbewoning
De mannetjesbeer is geen ’familiedier’. Na de paring gaat hij bij het wijfje weg en laat aan haar de hele verantwoordelijkheid voor het grootbrengen van de jongen over. De bevruchte eicel in de moeder splitst zich een aantal keren en blijft dan de volgende vier of vijf maanden sluimeren.
Wanneer de innesteling plaatsvindt en de groei begint, graaft het wijfje een hol in de dikste sneeuwmassa die ze kan vinden of in de aarde aan de oever van een meer. Daar blijft ze zonder te eten en zonder urine of ontlasting te lozen tot eind maart.
Het hol is goed geconstrueerd. Vanaf de ingang loopt een circa twee meter lange tunnel schuin omhoog naar het ruime woonverblijf. Hier wordt haar lichaamswarmte gevangengehouden, zodat het in het hol vaak 20° warmer is dan buiten. Door een kleine opening in het dak kan bedompte lucht ontsnappen. Zo nodig wordt er een nieuwe vloerbedekking aangebracht door van het dak geschraapte sneeuw aan te stampen.
Men zou verwachten dat zo’n enorme beer het leven zou schenken aan flinke evenbeelden van zichzelf. Maar de pasgeboren jongen wegen slechts om en nabij een pond! Meestal zien ze ergens in december of begin januari het levenslicht.
De jongen worden blind en doof geboren en zijn overdekt met donzige wol, hun zoolkussentjes en hun neus uitgezonderd. Met sikkelvormige klauwtjes kruipen ze over het bont van hun moeder om te genieten van haar vette, romige melk, die enigszins naar levertraan smaakt.
In de meeste noordelijke streken werpen wijfjes gewoonlijk eenmaal in de drie jaar een tweeling. Die in het gebied van de Hudsonbaai krijgen soms een drieling en heel af en toe een vierling, en dat om het andere jaar. De jongen groeien snel. Als ze een dag of 26 oud zijn, horen ze hun eerste geluiden. Zeven dagen later gaan hun ogen open. Het geboortedons wordt echt bont, dat een veel grotere dichtheid heeft.
Tegen eind maart komt het gezin uit het hol in het zonlicht van een Noordpoollente. Er ligt heel wat sneeuw en de jongen dartelen en stoeien erin dat het een lust is. Als ze een steile helling vinden, laten ze zich er op hun dikke buikjes afglijden, met voor- en achterpoten uitgestrekt, zo in de wachtende armen van hun moeder beneden.
Als er een dikke laag sneeuw ligt, hebben de jongen er soms moeite mee in de sporen van hun moeder te lopen. De oplossing? Een ritje op moeders rug! Een fotograaf zag eens wijfjesberen, die door een helikopter waren opgeschrikt, wegvluchten met hun jongen op hun rug „als bange kleine jockeys”.
Met veel zorg leidt moeder hen zo’n twee en een half jaar op. Dan laat ze hen aan hun lot over. De jonge beren staan nu op eigen benen.
Andere kenmerken
Volgens een artikel in het blad Life „zijn ijsberen de sterkste viervoetige zwemmers ter wereld”. Ze kunnen tussen ijsschotsen door brede baaien overzwemmen. Daar water en ijskristallen niet aan hun vette vacht blijven hangen, vliegen wanneer ze zich flink schudden de druppels in het rond. Nog even in de droge sneeuw rollen zodat het eventueel resterende vocht wordt opgenomen, en binnen enkele minuten is hun jas droog.
Wetenschappers zijn nog niet zo lang geleden achter verbazingwekkende geheimen van de berevacht gekomen. De manier waarop licht erdoor wordt geabsorbeerd en weerkaatst, draagt er niet alleen toe bij dat het lichaam warm blijft, maar geeft de vacht ook haar verblindend witte aanzien.a
Hoe vinden ze echter hun weg in het steeds veranderende Noordpoolgebied dat weinig of geen blijvende herkenningspunten biedt die hen zouden kunnen helpen hun route te bepalen? Volgens het boek Arctic Dreams moet de beer „een kaart in zijn kop hebben . . . Het geheugen helpt niet. Hoe beren zulke kaarten maken en gebruiken, is een van de fascinerendste van alle vragen over beren.” Ze kunnen wekenlang zwerven zonder te verdwalen.
Hoewel ijsberen zelden mensen aanvallen, moeten bezoekers ontzag hebben voor hun grote kracht en behendigheid. In hetzelfde boek werd gezegd: „IJsberen zijn nogal schuw en niet agressief, vooral in vergelijking met grizzlyberen.” Ze kunnen u echter verrassen, want hun dichtbehaarde voetzolen maken hun voetstappen bijna geluidloos.
Een bezoek aan de ijsbeer
Hoe kunnen wij deze interessante dieren met een bezoek vereren? Wetenschappers hebben veertien meter hoge, stalen torens langs de kust van de Hudsonbaai gebouwd van waar uit de ijsberen nauwgezet worden gevolgd.
In Churchill staan de toeristen toendrabuggy’s ter beschikking. Het zijn grote, met metalen platen beklede voertuigen die plaats bieden aan een aantal passagiers op sightseeing-expedities. Soms is een beer van heel dichtbij te zien als hij tegen de metalen bekleding leunt of er met een poot op slaat omdat hij de aandacht wil trekken of om voedsel bedelt.
Wij hopen dat u genoten hebt van dit bezoek aan de reusachtige beren van het noorden, die naar verluidt tot de tien „populairste” dieren ter wereld behoren. Het zijn beslist schitterende dieren, gemaakt door een alwijze Schepper, die hun het vermogen heeft geschonken zich aan te passen aan de ijzige uitgestrektheid van het Noordpoolbekken.
[Voetnoot]
[Illustratie op blz. 24]
Moeder leidt haar jongen zo’n twee en een half jaar op
[Illustraties op blz. 25]
Jonge mannetjes genieten van een schijngevecht, waarna ze afkoeling zoeken in de sneeuw
[Verantwoording]
Alle foto’s: Mike Beedell/Adventure Canada