Waarmee zijn de belangen van het kind het beste gediend?
SCHEIDEN of niet scheiden? Dat is een belangrijke vraag die veel mensen met een ongelukkig huwelijk bezighoudt. Heel wat jaren geleden werd echtscheiding om morele en godsdienstige redenen afgekeurd, zo niet volstrekt verwerpelijk geacht. En ongelukkig gehuwde ouders bleven meestal bij elkaar omwille van de kinderen. Maar in recenter tijden zijn de maatstaven van de wereld radicaal veranderd. Echtscheiding wordt nu alom geaccepteerd.
Niettemin laten steeds meer ouders, rechters, sociaal wetenschappers en anderen, ondanks de acceptatie van echtscheiding, zich bezorgd uit over de ongunstige uitwerking ervan op kinderen. Er gaan nu meer waarschuwende stemmen op. Er komen steeds meer aanwijzingen dat een echtscheiding een verwoestende uitwerking op een kind kan hebben. Ouders wordt dringend verzocht aan de consequenties van echtscheiding voor henzelf en voor hun kinderen te denken. De sociologe Sara McLanahan van de Princeton University verklaart dat „twee derde tot drie kwart van de gezinnen die tot echtscheiding overgaan, zich waarschijnlijk meer tijd moet gunnen en er ernstiger over na moet denken of zij er wel goed aan doen”.
Uit recente studies blijkt dat kinderen van gescheiden ouders een grotere kans lopen als tiener zwanger te raken, hun school niet af te maken, depressief te worden, hun eigen huwelijk op een echtscheiding te zien uitlopen en in de bijstand terecht te komen. In de westerse wereld scheiden de ouders van een op de zes kinderen. De historica Mary Ann Mason merkte in haar boek over voogdij in de Verenigde Staten op: „Een in 1990 geboren kind had ongeveer vijftig procent kans onder de jurisdictie van een rechtbank te komen in een zaak waarbij bepaald werd waar en bij wie het kind zou gaan wonen.”
Droevig genoeg komt er met de echtscheiding niet altijd een eind aan de vijandelijkheden, daar ouders vervolgens nogal eens een juridisch gevecht gaan voeren over de toekenning van het ouderlijk gezag en het omgangsrecht, zodat zij hun kinderen nog meer stress bezorgen. Deze emotioneel geladen ontmoetingen in de vijandige rechtszaalsfeer zijn een beproeving op de loyaliteit van de kinderen aan hun ouders en maken vaak dat zij zich machteloos en angstig voelen.
Een gezinstherapeute zei: „Echtscheiding is geen verlossing voor kinderen. Voor volwassenen soms wel.” In feite lossen ouders door te scheiden misschien wel hun eigen problemen op, maar kunnen zij tegelijkertijd een zware slag toebrengen aan hun kinderen, die wellicht de rest van hun leven de schade moeten zien te compenseren.
De opties
Bij alle vijandigheid en emotionele stress van een echtscheiding is het uiterst moeilijk op een kalme en redelijke manier te bespreken wie met het ouderlijk gezag zal worden belast. Om ouderlijke confrontaties te beperken en een vijandige procesvoering te vermijden, voorzien sommige landen in een alternatieve manier om geschillen op te lossen, bijvoorbeeld scheidingsbemiddeling buiten de rechtszaal.
Bij een juiste aanpak stelt zo’n bemiddeling de ouders in staat overeenstemming te bereiken in plaats van de beslissingen over de toewijzing aan een rechter over te laten. Is bemiddeling niet mogelijk, dan kunnen ouders misschien een regeling voor het uitoefenen van het ouderlijk gezag en omgangsrecht uitwerken via hun advocaten. Hebben de ouders eenmaal een akkoord bereikt en is dit op schrift gesteld, dan kan de rechter een convenant ondertekenen dat hun wensen bevat.
Mochten de ouders het niet eens kunnen worden over de regeling van het ouderlijk gezag, dan zal het rechtsstelsel in de meeste landen in middelen voorzien om te trachten te bereiken dat de belangen van de kinderen beschermd worden. De bezorgdheid van de rechter zal bovenal naar de kinderen, niet naar de ouders uitgaan. De rechter zal veel relevante factoren in aanmerking nemen, zoals de wensen van de ouders, de band van het kind met elk van de ouders, de voorkeur van het kind, en het vermogen van elke ouder om in dagelijkse verzorging te voorzien. Dan zal de rechter bepalen waar en bij wie het kind gaat wonen, alsook hoe de ouders tot belangrijke beslissingen zullen komen over de toekomst van het kind.
Gaat één ouder het ouderlijk gezag uitoefenen, dan zal die de autoriteit hebben om beslissingen te nemen. Bij een gezamenlijke gezagsuitoefening moeten beide ouders het eens zijn over belangrijke beslissingen zoals de medische verzorging en het onderwijs van het kind.
Vragen waarvoor men kan komen te staan
Ouders die Jehovah’s Getuigen zijn, moeten bij processen inzake het ouderlijk gezag ook in aanmerking nemen waarmee het geestelijk welzijn van de kinderen het beste gediend is. Stel bijvoorbeeld dat de ouder die geen Getuige is, tegen elk bijbels onderricht voor de kinderen is. Of stel dat de ouder die geen Getuige is, uit de christelijke gemeente is gesloten, wat dan?
Deze scenario’s kunnen het nemen van beslissingen ingewikkelder maken voor christelijke ouders. Zij willen op een verstandige en redelijke manier handelen, en zij willen ook een goed geweten tegenover Jehovah behouden en onder gebed overwegen waarmee de belangen van de kinderen het beste gediend zijn.
In de volgende artikelen zullen wij vragen beschouwen als: Hoe beziet de wet de factor godsdienst als het om voogdijkwesties gaat? Hoe kan ik met succes het hoofd bieden aan de uitdaging van een geding over het ouderlijk gezag? Hoe ga ik om met het verlies van het ouderlijk gezag over mijn kinderen? Hoe bezie ik een regeling voor gezamenlijke gezagsuitoefening met een uitgesloten ouder?