Hedendaagse slavernij — Het eind is in zicht!
„De vrijheid van één mens is een essentieel onderdeel van universele vrijheid. Als je aan het één komt, breng je het ander in gevaar.” — Victor Schoelcher, Frans journalist en politicus, 1848.
„WAT is die duistere kant van de mens die hem er altijd toe brengt zijn medemensen te verachten, te onderwerpen en te vernederen?”, vragen de redacteuren van The UNESCO Courier. „En hoe komt het dat zo’n misdrijf tegen de menselijkheid zelfs na het opstellen van de Mensenrechten nog steeds ongestraft blijft?”
Het antwoord is gecompliceerd. Hebzucht is de motivatie achter het gebruik van goedkope kinderarbeid en achter het verschijnsel schuldhorigheid. Armoede en gebrek aan onderwijs worden als oorzaak aangewezen wanneer meisjes als prostituee worden verkocht of als slavin worden uitgehuwelijkt. Religieuze normen en culturele opvattingen liggen ten grondslag aan rituele slavernij. En in het geval van mannen die Bangkok of Manila bezoeken om jonge aids-vrije jongens of meisjes te vinden is de drijfveer regelrechte seksuele perversie en immoraliteit. Dit alles maakt deel uit van een wereld waarin mensen ’zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, zonder natuurlijke genegenheid zijn, zonder zelfbeheersing, heftig’, zoals de apostel Paulus, een eerste-eeuwse rechtsgeleerde, het zei (2 Timotheüs 3:1-5). Het maakt deel uit van een wereld waarin ’dat wat krom is gemaakt, niet recht kan worden gemaakt, en dat wat ontbreekt, onmogelijk kan worden geteld’, om de woorden van een staatsman uit de oudheid, Salomo genaamd, te gebruiken. — Prediker 1:15.
Een verandering van denkwijze
Wil dit zeggen dat er niets gedaan kan of zal worden om blijvend een eind te maken aan slavernij — of het nu gaat om de traditionele verschijningsvormen ervan of de meer recente? Beslist niet!
Het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN (OHCHR) noemt slavernij „een mentaliteit” en zegt verder: „Zelfs wanneer slavernij is afgeschaft, laat ze sporen na. Slavernij kan nog lang nadat ze formeel verdwenen is, als mentaliteit blijven bestaan — onder de slachtoffers en hun nakomelingen en onder de erfgenamen van degenen die zich met slavernij hebben ingelaten.”
Eén manier om slavernij af te schaffen, zou dus zijn op wereldomvattende schaal een verandering van denkwijze — een verandering van hart — te bewerkstelligen. En dat houdt een verandering van onderwijs in — mensen te leren elkaar lief te hebben en elkaars waardigheid te respecteren. Het betekent mensen te helpen hebzucht uit hun hart weg te doen en zich aan hoge morele maatstaven te houden. Wie kan zulk onderwijs verschaffen? Volgens de OHCHR „moet iedereen zijn bijdrage leveren aan een wereldorde die wrede uitbuiting niet langer tolereert”.
Neem bijvoorbeeld het onderwijsprogramma dat wereldwijd door de christelijke gemeenschap van Jehovah’s Getuigen wordt uitgevoerd. Dit programma heeft met succes oprechte mensen geleerd wrede uitbuiting niet te tolereren of goed te praten. Door middel van dat programma hebben miljoenen mensen in ruim 230 landen geleerd al hun medemensen met waardigheid te behandelen. Waarom heeft dit programma succes?
Omdat het gebaseerd is op de bijbel, een boek dat geïnspireerd is door de Schepper van de mens. Het is een boek dat menselijke waardigheid hooghoudt. Mensen die door middel van het onderwijsprogramma van Jehovah’s Getuigen in de bijbel worden onderricht, leren dat onze Schepper, Jehovah, zelf een God van waardigheid is (1 Kronieken 16:27). Hij verleent waardigheid aan heel zijn schepping. Dit geldt zowel mannen als vrouwen, ongeacht ras, maatschappelijke achtergrond en economische situatie. — Zie het kader „Menselijke vrijheid en waardigheid — Uit welke bron?”
Gelijkheid en respect voor waardigheid
De bijbel leert dat God „uit één mens elke natie van mensen [heeft] gemaakt om op de gehele oppervlakte der aarde te wonen” (Handelingen 17:26). Niemand kan dus aanspraak maken op superioriteit over wie maar ook van zijn medemensen of op het recht om anderen te onderdrukken of uit te buiten. Mensen die bereid zijn te leren, gaan begrijpen dat „God niet partijdig is, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem” (Handelingen 10:34, 35). Zij beseffen dat Gods liefde allesomvattend is, aangezien het voorrecht een hechte band met hem te hebben voor alle mensen openstaat. Ja, „God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben”. — Johannes 3:16.
Dit op de bijbel gebaseerde onderwijs heeft een diepgaande uitwerking op persoonlijkheden. Door middel van dit onderwijs kan het hart en de geest van mensen „volkomen nieuw gemaakt” worden (Efeziërs 4:22-24, Today’s English Version). Het motiveert hen om hun medemensen met waardigheid en respect te behandelen. Zij zijn vastbesloten „het goede [te] doen jegens allen” (Galaten 6:10). Niemand kan een ware christen zijn en tegelijkertijd een aandeel hebben aan de wrede uitbuiting en onderdrukking van wie maar ook van zijn medemensen. Jehovah’s Getuigen zijn blij een christelijke gemeenschap te vormen zoals de christelijke gemeente in de eerste eeuw, waar ’noch jood noch Griek, noch slaaf noch vrije was. Allen waren één persoon in eendracht met Christus Jezus.’ — Galaten 3:28.
Een verandering van regering
Wil er echter blijvend een eind komen aan alle vormen van slavernij, dan is een drastische verandering in de menselijke samenleving vereist. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie is het, om een eind te maken aan uitbuiting van mensen, noodzakelijk „het milieu te veranderen dat [dergelijke praktijken] toelaat en vergoelijkt”. Verdere suggesties van die instantie waren internationale stappen, internationale samenwerking en vastberadenheid van de zijde van de wereldgemeenschap.
Logischerwijs is hier een macht voor nodig die in staat is overkoepelend bestuur uit te oefenen over onze planeet, een macht die in staat is universele vrijheid te garanderen. Boutros Boutros-Ghali, voormalig secretaris-generaal van de VN, zei dat de werkelijke problemen die onze planeet kwellen „op mondiaal niveau” opgelost moeten worden. Maar niet iedereen is er zo zeker van dat dit ooit zou kunnen gebeuren. De ondervinding leert dat veel machthebbers te zelfzuchtig zijn en te zeer geconcentreerd op hun eigen belangen en doeleinden om tot zo’n internationale samenwerking te komen.
De bijbel — hetzelfde boek dat miljoenen mensen heeft geleerd de waardigheid van hun medemensen te respecteren — laat echter zien dat God het voornemen heeft zo’n wereldregering in het leven te roepen. In de bijbel zult u vele beloften vinden van een nieuwe wereld van rechtvaardigheid (Jesaja 65:17; 2 Petrus 3:13). Het is Gods voornemen de aarde te ontdoen van iedereen die God en zijn naaste niet liefheeft. God onthult dat hij voornemens is een wereldomvattende regering over de mensheid op te richten om de aarde in rechtvaardigheid te besturen. In het gebed dat gewoonlijk het Onze Vader wordt genoemd, zei Jezus ons om die regering te bidden. — Mattheüs 6:9, 10.
Uitbuiting van mensen en elke vorm van slavernij zullen onder het bestuur van deze regering verdwijnen omdat Christus, de Koning, zal regeren „door middel van gerechtigheid en door middel van rechtvaardigheid” (Jesaja 9:7). Onderdrukten zullen onder zijn rechtvaardige bestuur verlichting vinden, want de bijbel zegt: „Hij zal de arme die om hulp schreeuwt, bevrijden, ook de ellendige en al wie geen helper heeft. Hij zal deernis hebben met de geringe en de arme, en de zielen van de armen zal hij redden. Van onderdrukking en van geweld zal hij hun ziel verlossen.” — Psalm 72:12-14.
Als u ernaar verlangt dat er een eind komt aan slavernij — alle vormen van slavernij — nodigen wij u uit meer te weten te komen over Gods voornemen om deze bevrijdende wereldregering in het leven te roepen. Jehovah’s Getuigen in uw omgeving zullen u hier graag bij helpen.
[Kader/Illustratie op blz. 11]
MENSELIJKE VRIJHEID EN WAARDIGHEID — UIT WELKE BRON?
Wij worden allemaal geboren met een behoefte aan en een verlangen naar waardigheid en vrijheid. Kofi Annan, secretaris-generaal van de VN, gaf universele gevoelens weer toen hij vroeg: „Wie kan ontkennen dat wij allen een leven zonder vrees, marteling en discriminatie willen? . . . Wanneer hebt u een vrije stem horen eisen dat er een eind komt aan de vrijheid? Waar hebt u een slaaf voor slavernij horen pleiten?”
Zulke gedachten zijn beslist niet nieuw. De eerste-eeuwse Romeinse filosoof Seneca verwierp de opvatting dat sommigen worden geboren om slaven te zijn en schreef in zijn Brieven aan Lucilius: „Je moet wel bedenken, dat die man die jij jouw slaaf noemt, uit dezelfde kiemen gesproten is en uitzicht heeft op dezelfde hemel, dat hij op dezelfde manier ademt, leeft en sterft.”
Imam Ali, vereerd als de vierde kalief na Mohammed, zei dat alle mensen „gelijken in schepping” zijn. Saʽdi, een dertiende-eeuwse Perzische dichter, verklaarde: „De kinderen van Adam zijn ledematen van elkaar en zijn in hun schepping van één materie afkomstig. Wanneer de wereld één lid pijn doet lijden, vinden de andere ledematen geen rust.”
Het door God geïnspireerde historische verslag in de bijbel beklemtoont de waardigheid van alle mensen. In Genesis 1:27 wordt bijvoorbeeld de schepping van de mens beschreven met de woorden: „God ging ertoe over de mens te scheppen naar zijn beeld, naar Gods beeld schiep hij hem; als man en als vrouw schiep hij hen.” Onze Schepper is een God van vrijheid. „Waar de geest van Jehovah is, daar is vrijheid”, zei de apostel Paulus (2 Korinthiërs 3:17). Door de mens naar zijn beeld en gelijkenis te scheppen, verleende Jehovah mensen een mate van waardigheid en zelfrespect. Door zijn schepping te bevrijden van „de slavernij des verderfs” zal hij tevens garanderen dat mensen zich voor eeuwig in die vrijheid en waardigheid zullen verheugen. — Romeinen 8:21.
[Illustratie op blz. 9]
Iedereen heeft recht op waardigheid en vrijheid
[Illustraties op blz. 10]
BIJBELS ONDERWIJS BEKLEMTOONT RESPECT VOOR MENSELIJKE WAARDIGHEID EN GEEFT HOOP VOOR EEN TOEKOMSTIGE NIEUWE WERELD
Een gezinsbijbelstudie in Benin
De schoonheid van deze watervallen van de Blauwe Nijl in Ethiopië geeft een voorproefje van een hersteld paradijs