Vanwaar de behoefte aan nieuwe energie?
„Als je denkt dat olie nu een probleem is, wacht dan maar tot we twintig jaar verder zijn. Dan is het een nachtmerrie.” — Jeremy Rifkin, Foundation of Economic Trends, Washington D.C., augustus 2003.
OVER ongeveer twintig jaar — als de kleine Micha oud genoeg is om auto te rijden — is het wereldwijde energieverbruik „naar verwachting met 58 procent toegenomen”, zegt het door de Amerikaanse regering uitgegeven rapport International Energy Outlook 2003 (IEO2003). Het tijdschrift New Scientist noemt de voorzegde toename „de grootste stijging van de vraag naar energie in de geschiedenis”. Kunnen de traditionele energiebronnen veilig aan die vraag voldoen? Kijk eens naar deze ernstig stemmende feiten:
STEENKOOL:
◼ Van alle fossiele brandstoffen is steenkool het overvloedigst aanwezig; er zijn naar schatting genoeg reserves voor de komende duizend jaar. Wereldwijd leveren kolengestookte centrales bijna 40 procent van de elektriciteit. Australië is de grootste steenkoolexporteur ter wereld; dat land voorziet in bijna een derde van alle steenkool die in de wereld wordt verhandeld.
Toch zegt een recent persbericht van het Worldwatch Institute: „Steenkool is de meest koolstofintensieve fossiele brandstof: het geeft 29 procent meer koolstof per energie-eenheid af dan olie en 80 procent meer dan aardgas. Het is verantwoordelijk voor 43 procent van de jaarlijkse mondiale koolstofuitstoot — bij benadering 2,7 miljard ton.” Welke uitwerking, afgezien van de invloed op het milieu, kan het verbranden van steenkool op de menselijke gezondheid hebben? Eén voorbeeld daarvan staat in een recente uitgave van het VN-rapport Global Environment Outlook: „In China veroorzaken rook en deeltjes van brandende steenkool in elf grote steden jaarlijks meer dan 50.000 vroegtijdige sterfgevallen en 400.000 nieuwe gevallen van chronische bronchitis.”
OLIE:
◼ De wereld verbruikt nu al 75 miljoen vaten olie per dag. Van de totale oliereserves in de wereld, die op zo’n 2 biljoen vaten zijn geschat, zijn al ongeveer 900 miljard vaten verbruikt. Men verwacht dat de olievoorraden bij het huidige productietempo toereikend zijn voor de komende veertig jaar.
De geologen Colin J. Campbell en Jean H. Laherrère zeiden echter in 1998: „Binnen tien jaar zal de aanvoer van conventionele olie niet meer aan de vraag kunnen voldoen.” Deze deskundigen uit de olie-industrie waarschuwden: „Men neemt ten onrechte aan dat de laatste emmer olie net zo snel uit de grond gepompt kan worden als de olie die nu met vaten tegelijk uit de put stroomt. Maar in feite bereikt het tempo waarin een put — of een land — olie kan produceren altijd een maximum en daarna, als ongeveer de helft van de olie eruit is, loopt het geleidelijk terug naar nul. Vanuit economisch standpunt is het dus niet direct relevant wanneer de wereld helemaal zonder olie komt te zitten: het gaat erom wanneer de productie begint af te nemen.”
Wanneer verwacht men dat de olieproductie zal afnemen? De oliegeoloog Joseph Riva zegt dat „de geplande uitbreidingen van de olieproductie . . . minder dan de helft bedragen van wat nodig is om te voldoen aan de mondiale vraag naar olie die het IEA [Internationaal Energie Agentschap] voor 2010 heeft beraamd”. New Scientist waarschuwt: „Als het productietempo daalt terwijl de vraag blijft stijgen, zullen de olieprijzen waarschijnlijk omhoogschieten of sterk fluctueren, met als vermoedelijk gevolg economische chaos, problemen met het transport van voedsel en andere benodigdheden, en zelfs oorlog als landen gaan vechten om het kleine beetje olie dat er nog is.”
Terwijl sommige analisten de slinkende olievoorraden als een probleem zien, vinden andere dat er niet snel genoeg een eind kan komen aan onze afhankelijkheid van olie. Jeremiah Creedon schrijft in Utne Reader: „Het enige wat nog erger zou kunnen zijn dan dat de olie op raakt, is dat de olie niet op raakt. Het kooldioxide dat we produceren door het verbranden van olie maakt de planeet steeds warmer, en toch praat men gewoonlijk nog altijd over de economie en het milieu als afzonderlijke kwesties.” De Australian Broadcasting Commission zei over de gevolgen die afhankelijkheid van olie alleen al in één land heeft: „De 26 miljoen voertuigen in het Verenigd Koninkrijk zijn verantwoordelijk voor een derde van alle kooldioxide (een gas dat tot opwarming van de atmosfeer leidt) en een derde van alle luchtvervuiling in dat land (die jaarlijks de dood van ongeveer tienduizend mensen tot gevolg heeft).”
AARDGAS:
◼ „Men verwacht dat aardgas [de komende twintig jaar] wereldwijd de snelst groeiende primaire energiebron zal zijn”, zegt het rapport IEO2003. Aardgas is de schoonste fossiele brandstof, en men denkt dat de aarde reusachtige aardgasreserves bevat.
Maar „niemand weet eigenlijk precies hoeveel aardgas er is zolang het nog niet gewonnen is”, zegt de in Washington D.C. gevestigde Vereniging van Aardgasleveranciers. „Elke schatting is gebaseerd op een verschillend pakket veronderstellingen . . . Het is dus moeilijk een definitief antwoord te krijgen op de vraag hoeveel aardgas er is.”
Methaan, het hoofdbestanddeel van aardgas, is „een heel sterk werkend broeikasgas. Methaan heeft zelfs het vermogen om warmte bijna 21 keer zo effectief vast te houden als kooldioxide”, aldus de eerder aangehaalde vereniging. Toch zegt deze bron dat een belangrijk onderzoek door het Amerikaanse Bureau voor Milieubescherming en het Instituut voor Gasresearch „de conclusie opleverde dat de vermindering van de uitstoot door een toegenomen gebruik van aardgas ruimschoots opweegt tegen de nadelige gevolgen van de toegenomen methaanuitstoot”.
ATOOMENERGIE:
◼ „Zo’n 430 kernreactoren leveren ongeveer 16 procent van de elektriciteit in de wereld”, meldt het tijdschrift Australian Geographic. Dat het niet bij deze bestaande reactoren blijft, blijkt uit het rapport IEO2003: „Van de 35 reactoren die in februari 2003 wereldwijd in aanbouw waren, stonden er 17 in Aziatische ontwikkelingslanden.”
Men blijft op kernenergie vertrouwen ondanks de mogelijkheid dat zich een ramp voordoet, zoals die in 1986 in Tsjernobyl in de voormalige Sovjet-Unie. New Scientist meldt dat „de bestaande reactoren in Amerika last hebben van scheuren en corrosie” en dat de Davis-Besse-reactor in Ohio als gevolg van corrosieproblemen in maart 2002 „een catastrofale meltdown nabij was”.
Gezien de beperkte hoeveelheid en de inherente gevaren van de bestaande energiebronnen rijst de vraag: is de mens in zijn poging zijn schijnbaar onverzadigbare behoefte aan energie te bevredigen, gedoemd de aarde te ruïneren? Het is duidelijk dat we schone, betrouwbare alternatieven nodig hebben. Zijn die alternatieven er, en zijn ze betaalbaar?