Hoofdstuk 9
Wat voor plaats is de hel?
1. Wat hebben mensen in hun religie over de hel geleerd?
MILJOENEN mensen hebben in hun religie geleerd dat de hel een plaats is waar mensen worden gepijnigd. De Encyclopædia Britannica zegt daarover: „De Rooms-Katholieke Kerk leert dat de hel . . . altijd zal blijven bestaan; aan het lijden dat men daarin ondergaat, zal geen eind komen.” Aan deze katholieke leerstelling, zo zegt de encyclopedie vervolgens, „wordt door vele conservatieve protestantse groeperingen nog steeds vastgehouden”. Ook in het hindoeïsme, boeddhisme en mohammedanisme wordt de hel als een plaats van pijniging voorgesteld. Geen wonder dat mensen die dit hebben geleerd, vaak zeggen dat als de hel zo’n verschrikkelijke plaats is, zij er niet over willen praten.
2. Hoe dacht God over het verbranden van kinderen in het vuur?
2 Dit doet de vraag rijzen: Heeft de Almachtige God zo’n plaats van pijniging geschapen? Wel, wat was Gods standpunt toen de Israëlieten in navolging van omringende volken hun kinderen in het vuur gingen verbranden? Hij verklaart in zijn Woord: „Zij hebben de hoge plaatsen van Tofeth gebouwd, dat in het dal van de zoon van Hinnom ligt, om hun zonen en hun dochters in het vuur te verbranden, iets wat ik niet geboden had en wat in mijn hart niet was opgekomen.” — Jeremia 7:31.
3. Waarom is het zowel onredelijk als onschriftuurlijk te denken dat God mensen zou pijnigen?
3 Sta daar eens bij stil. Als het denkbeeld om mensen in het vuur te roosteren, nooit in Gods hart was opgekomen, kan men dan redelijkerwijs aannemen dat hij een vurige hel heeft geschapen voor degenen die hem niet dienen? De bijbel zegt: „God is liefde” (1 Johannes 4:8). Zou een liefdevolle God mensen werkelijk voor eeuwig pijnigen? Zou u dat doen? De wetenschap dat God liefde is, moet ons ertoe bewegen zijn Woord te raadplegen ten einde erachter te komen wat de hel nu precies is. Wie gaan erheen, en voor hoe lang?
SJEOOL EN HADES
4. (a) Welk Hebreeuwse en welk Griekse woord is met „hel” vertaald? (b) Hoe wordt Sjeool in de Statenvertaling weergegeven?
4 Webster’s Dictionary zegt dat het Engelse woord „hell” overeenkomt met het Hebreeuwse woord Sjeool en het Griekse woord Hades. Hetzelfde geldt voor het Nederlandse woord „hel”. In Duitse bijbels wordt het woord Hölle gebruikt in plaats van „hel”; in het Portugees is het gebruikte woord inferno, in het Spaans infierno en in het Frans enfer. De Nederlandse vertalers van de Statenbijbel hebben Sjeool 33 maal met „hel” en 32 maal met „graf” weergegeven. In andere Nederlandse vertalingen komt men af en toe nog meer woorden voor Sjeool tegen, waaronder „dodenrijk”, „onderwereld”, „afgrond” en „grafkuil”. In de christelijke Griekse Geschriften (gewoonlijk het „Nieuwe Testament” genoemd) komt het woord Hades tien keer voor en op al die plaatsen wordt dit woord door de Statenvertaling met „hel” weergegeven. — Matthéüs 11:23; 16:18; Lukas 10:15; 16:23; Handelingen 2:27, 31; Openbaring 1:18; 6:8; 20:13, 14.
5. Welke vraag rijst er in verband met Sjeool en Hades?
5 De vraag is: Wat voor plaats is Sjeool of Hades? Het feit dat de Statenvertaling het ene Hebreeuwse woord Sjeool op twee verschillende manieren weergeeft, toont aan dat met hel en graf precies hetzelfde wordt bedoeld. En als de hel het gemeenschappelijke graf van de mensheid betekent, kan ze niet tegelijkertijd een plaats van vurige pijniging betekenen. Wordt met Sjeool en Hades dan het graf bedoeld, of wordt er een plaats van pijniging mee bedoeld?
6. (a) Hoe toont de bijbel aan dat met Sjeool en Hades hetzelfde wordt bedoeld? (b) Wat blijkt uit het feit dat Jezus in Hades was?
6 Laten wij, alvorens deze vraag te beantwoorden, duidelijk maken dat met het Hebreeuwse woord Sjeool en het Griekse woord Hades hetzelfde wordt bedoeld. Dit blijkt als wij Psalm 16:10 in de Hebreeuwse Geschriften en Handelingen 2:31 in de christelijke Griekse Geschriften opzoeken, welke verzen u op de volgende bladzijde ziet. Merk op dat bij de aanhaling uit Psalm 16:10, waar Sjeool voorkomt, in Handelingen 2:31 Hades wordt gebruikt. Merk ook op dat Jezus Christus in Hades of de hel was. Moeten wij geloven dat God Christus in een hel van vuur heeft gepijnigd? Natuurlijk niet! Jezus bevond zich eenvoudig in zijn graf.
7, 8. Hoe wordt door hetgeen er over Jakob en zijn zoon Jozef en over Job wordt gezegd, bewezen dat Sjeool geen plaats van pijniging is?
7 Toen Jakob om zijn geliefde zoon Jozef rouwde, die naar hij dacht was omgekomen, zei hij: „Rouwend zal ik naar mijn zoon in Sjeool afdalen!” (Genesis 37:35) In de Statenvertaling wordt Sjeool hier echter weergegeven met „graf”, en in de Leuvense Bijbel van N. van Winghe met ’hel’. Laten wij daar eens even bij stilstaan. Geloofde Jakob dat zijn zoon Jozef naar een plaats van pijniging was gegaan om daar tot in alle eeuwigheid te blijven, en wilde hij zich daar bij hem voegen? Of was het veeleer zo dat Jakob slechts dacht dat zijn geliefde zoon dood was en zich in het graf bevond en dat Jakob zelf wilde sterven?
8 Ja, goede mensen gaan naar de bijbelse hel. De goede man Job bijvoorbeeld, die heel wat te verduren kreeg, bad tot God: „O, dat gij mij in Sjeool [graf, Statenvertaling; helle, Leuvense Bijbel] zoudt verbergen, . . . dat gij mij een tijdslimiet zoudt stellen en aan mij zoudt denken!” (Job 14:13) Welnu: Als met Sjeool een plaats van vuur en pijniging wordt bedoeld, zou Job daar dan heen willen gaan om er te blijven totdat God hem gedacht? Het is duidelijk dat Job wilde sterven en naar het graf wilde, zodat er een eind zou komen aan zijn lijden.
9. (a) In welke toestand verkeren degenen die in Sjeool zijn? (b) Waarop hebben Sjeool en Hades dus betrekking?
9 Op alle plaatsen waar het woord Sjeool in de bijbel voorkomt, houdt het nooit verband met leven, activiteit of pijniging, maar vaak juist met de dood en inactiviteit. Sta bijvoorbeeld eens stil bij Prediker 9:10, waar wij lezen: „Alles wat uw hand te doen vindt, doe dat met uw krácht, want er is geen werk noch overleg noch kennis noch wijsheid in Sjeool [het graf, Statenvertaling; de helle, Leuvense Bijbel], de plaats waarheen gij gaat.” Het antwoord is dan ook niet moeilijk meer. Sjeool en Hades hebben geen betrekking op een plaats van pijniging, maar op het gemeenschappelijke graf van de mensheid (Psalm 139:8). Zowel goede als slechte mensen gaan naar de bijbelse hel.
UIT DE HEL KOMEN
10, 11. Waarom zei Jona, toen hij zich in de buik van de vis bevond, dat hij in de hel was?
10 Kunnen mensen uit de hel komen? Neem het geval van Jona eens. Toen God Jona door een grote vis liet opslokken om hem voor verdrinking te behoeden, bad Jona vanuit de buik van de vis: „Uit mijn benauwdheid riep ik tot Jehovah, en hij antwoordde mij toen. Uit de buik van Sjeool [der helle, Leuvense Bijbel (2:3)] schreeuwde ik om hulp. Gij hoordet mijn stem.” — Jona 2:2.
11 Wat bedoelde Jona met ’uit de buik van de hel’? Nu, de buik van die vis was beslist geen plaats van vurige pijniging, maar had wel Jona’s graf kunnen worden. In feite zei Jezus Christus over zichzelf: „Evenals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van de geweldig grote vis was, zo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart der aarde zijn.” — Matthéüs 12:40.
12. (a) Welk bewijs is er dat degenen die in de hel zijn, eruit kunnen komen? (b) Welk verdere bewijs is er dat met de „hel” het „graf” wordt bedoeld?
12 Jezus was drie dagen dood en in zijn graf. Maar de bijbel bericht „dat Zijne ziel niet is verlaten in de hel . . . Dezen Jezus heeft God opgewekt” (Handelingen 2:31, 32, Statenvertaling). In overeenkomstige zin werd Jona op last van God uit de hel opgewekt, dat wil zeggen, uit wat zijn graf geworden zou zijn. Dit gebeurde toen de vis hem op het droge uitbraakte. Ja, mensen kunnen uit de hel komen! De hartverwarmende belofte luidt zelfs dat de hel (Hades) geledigd ofte wel van al haar doden ontdaan zal worden. Dit blijkt als u Openbaring 20:13 leest, waar staat: „De zee gaf de dooden, die in haar waren; en de dood en de hel [Hades] gaven de dooden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hunne werken.” — Statenvertaling.
GEHENNA EN HET MEER VAN VUUR
13. Welk Griekse woord dat twaalf maal in de bijbel voorkomt, wordt in de Statenvertaling met „hel”, „het helse vuur” of „het eeuwige vuur” weergegeven?
13 Toch zou iemand kunnen tegenwerpen: ’De bijbel spreekt wel over het hellevuur en het meer van vuur. Wordt daardoor niet bewezen dat de hel een plaats van pijniging is?’ Het is waar dat in sommige bijbelvertalingen, zoals de Statenvertaling, wordt gesproken over het „helse vuur” en over „geworpen . . . worden in de hel, in het onuitblusselijk vuur” (Matthéüs 5:22; Markus 9:45). In totaal zijn er twaalf verzen in de christelijke Griekse Geschriften waar de Statenvertaling de uitdrukking „hel”, „het helse vuur” of „het eeuwige vuur” gebruikt als vertaling van het Griekse woord Gehenna. Is Gehenna werkelijk een plaats van vurige pijniging, terwijl wanneer Hades met „hel” wordt weergegeven, hiermee eenvoudig het graf wordt bedoeld?
14. Wat is Gehenna, en wat werd daar gedaan?
14 Het is duidelijk dat met het Hebreeuwse woord Sjeool en het Griekse woord Hades inderdaad het graf wordt bedoeld. Maar wat betekent Gehenna dan? In de Hebreeuwse Geschriften is Gehenna „het dal van Hinnom”. Bedenk dat Hinnom de naam was van het dal net buiten de muren van Jeruzalem waar de Israëlieten hun kinderen in het vuur offerden. Mettertijd liet de goede koning Josía dit dal ongeschikt maken voor dergelijke afschuwelijke praktijken (2 Koningen 23:10). Het werd in een enorme vuilnisbelt veranderd.
15. (a) Voor welk doel werd Gehenna in Jezus’ tijd gebruikt? (b) Wat werd er nooit in geworpen?
15 In de tijd dat Jezus op aarde verbleef, was Gehenna dus Jeruzalems vuilnisbelt. Er werden vuren brandende gehouden door er zwavel aan toe te voegen om het vuilnis te verbranden. Smith’s Dictionary of the Bible, Deel 1, verklaart: „Het werd de algemene vuilnisbelt van de stad, waar de dode lichamen van misdadigers en de karkassen van dieren en elk ander soort van vuil werden geworpen.” Er werden echter geen levende schepselen in geworpen.
16. Welk bewijs is er dat Gehenna als een symbool van eeuwige vernietiging werd gebruikt?
16 De inwoners van Jeruzalem, die bekend waren met de vuilnisbelt van hun stad, begrepen wat Jezus bedoelde toen hij tot de verdorven religieuze leiders zei: „Slangen, adderengebroed, hoe zult gij het oordeel van Gehenna ontvlieden?” (Matthéüs 23:33) Het spreekt vanzelf dat Jezus niet bedoelde dat die religieuze leiders gepijnigd zouden worden. Toen de Israëlieten hun kinderen levend in dat dal verbrandden, had God immers gezegd dat het nog nooit in zijn hart was opgekomen zo iets afschuwelijks te doen! Jezus gebruikte Gehenna dus kennelijk als een passend symbool van volledige en eeuwige vernietiging. Hij bedoelde dat die verdorven religieuze leiders geen opstanding waardig waren. De mensen die naar Jezus luisterden, konden begrijpen dat degenen die naar Gehenna gingen, net als vuilnis voor eeuwig vernietigd zouden worden.
17. Wat is „het meer van vuur”, en welk bewijs hebben wij daarvoor?
17 Wat is dan „het meer van vuur” waarover in het bijbelboek Openbaring wordt gesproken? Het heeft een betekenis die overeenkomt met die van Gehenna: geen pijniging bij bewustzijn, maar eeuwige dood of vernietiging. Merk eens op hoe de bijbel zelf dit zegt in Openbaring 20:14: „En de dood en Hades [de hel, Statenvertaling, de helle, Leuvense Bijbel] werden in het meer van vuur geslingerd. Dit betekent de tweede dood: het meer van vuur.” Ja, het meer van vuur betekent de „tweede dood”, de dood waaruit geen opstanding mogelijk is. Het is duidelijk dat dit „meer” een symbool is, want de dood en de hel (Hades) worden erin geworpen. De dood en de hel kunnen niet letterlijk verbrand worden, maar wel kunnen en zullen ze tenietgedaan of vernietigd worden.
18. Wat wil het zeggen dat de Duivel voor eeuwig in „het meer van vuur” gepijnigd zal worden?
18 ’Toch zegt de bijbel dat de Duivel voor eeuwig in het meer van vuur gepijnigd zal worden’, zou iemand kunnen aanvoeren (Openbaring 20:10). Wat wil dit zeggen? Toen Jezus op aarde was, werden gevangenbewaarders soms „pijnigers” genoemd. Zo zei Jezus over een zekere man in een van zijn illustraties: „En zijn heer, vertoornd zijnde, leverde hem den pijnigers over, totdat hij zou betaald hebben al wat hij hem schuldig was” (Matthéüs 18:34, Statenvertaling). Daar degenen die in „het meer van vuur” worden geworpen, de „tweede dood” ingaan, waaruit geen opstanding mogelijk is, worden zij als het ware voor eeuwig gevangen gehouden in de dood. Zij blijven in de dood alsof zij tot in alle eeuwigheid onder de hoede van gevangenbewaarders zijn gesteld. Natuurlijk worden de goddelozen niet letterlijk gepijnigd omdat, zoals wij hebben gezien, iemand die dood is, volstrekt niet meer bestaat. Hij is zich van niets bewust.
DE RIJKE MAN EN LAZARUS
19. Hoe weten wij dat wat Jezus over de rijke man en Lazarus zei, een illustratie is?
19 Wat bedoelde Jezus dan toen hij in een van zijn illustraties zei: „Het geschiedde, dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd in den schoot van Abraham. En de rijke stierf ook, en werd begraven. En als hij in de hel [Hades] zijne oogen ophief, zijnde in de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijnen schoot”? (Lukas 16:19-31, Statenvertaling) Daar Hades, zoals wij hebben gezien, betrekking heeft op het graf van de mensheid, en niet op een plaats van pijniging, is het duidelijk dat Jezus hier een illustratie of een verhaal vertelde. Als verder bewijs dat dit geen letterlijk verslag maar een illustratie is, moeten wij het volgende beschouwen: Bevindt de hel zich letterlijk op spreekafstand van de hemel, zodat er werkelijk zo’n gesprek gevoerd zou kunnen worden? Als bovendien de rijke man zich letterlijk in een brandend meer bevond, hoe zou Abraham dan Lazarus kunnen sturen om diens tong met slechts een druppel water op de top van zijn vinger te verkoelen? Wat wilde Jezus met deze illustratie duidelijk maken?
20. Wat werd geïllustreerd door (a) de rijke man? (b) Lazarus? (c) hun dood? (d) de pijnigingen van de rijke man?
20 De rijke man in de illustratie was een afbeelding van de verwaande religieuze leiders, die Jezus verwierpen en hem later doodden. Lazarus beeldde het gewone volk af, dat Gods Zoon aanvaardde. De dood van de rijke man en van Lazarus beeldde een verandering in hun toestand af. Deze verandering vond plaats toen Jezus de verwaarloosde, met Lazarus te vergelijken mensen geestelijk voedde, waardoor zij in de gunst kwamen bij de Grotere Abraham, Jehovah God. Terzelfder tijd „stierven” de vals-religieuze leiders met betrekking tot het genieten van Gods gunst. Daar zij waren verworpen, ondergingen zij pijnigingen toen Christus’ volgelingen hun boze werken aan de kaak stelden (Handelingen 7:51-57). Deze illustratie leert dus niet dat sommige doden in een letterlijke vurige hel worden gepijnigd.
DOOR DE DUIVEL GEÏNSPIREERDE LEERSTELLINGEN
21. (a) Welke leugens heeft de Duivel verbreid? (b) Waarom kunnen wij er zeker van zijn dat de leer van het vagevuur een leugen is?
21 Het was de Duivel die tot Eva zei: „Gij zult volstrekt niet sterven” (Genesis 3:4; Openbaring 12:9). Maar zij stierf wel degelijk; niets van haar leefde voort. Dat de ziel na de dood voortleeft, is een leugen die haar oorsprong vond bij de Duivel. En dat de zielen van de goddelozen in een hel of een vagevuur worden gepijnigd, is ook een leugen die de Duivel heeft laten verbreiden. Daar de bijbel duidelijk aantoont dat de doden geen bewustzijn bezitten, kunnen deze leerstellingen onmogelijk waar zijn. In feite komt noch het woord „vagevuur” noch het idee van een vagevuur in de bijbel voor.
22. (a) Wat hebben wij uit dit hoofdstuk geleerd? (b) Welke uitwerking heeft deze kennis op u gehad?
22 Wij hebben gezien dat de hel (Sjeool of Hades) een plaats van rust in hoop is voor de doden. Zowel de goede als de slechte mensen gaan erheen, in afwachting van de opstanding. Wij hebben ook geleerd dat Gehenna geen plaats van pijniging betekent, maar in de bijbel wordt gebruikt als een symbool van eeuwige vernietiging. In dezelfde zin is „het meer van vuur” geen letterlijke plaats van vuur, maar beeldt het de „tweede dood” af, waaruit geen opstanding zal zijn. De hel zou geen plaats van pijniging kunnen zijn omdat zo’n denkbeeld nooit in de geest of het hart van God is opgekomen. Daarbij komt nog dat het tegen de gerechtigheid indruist om iemand eeuwig te pijnigen omdat hij enkele jaren op aarde kwaad heeft bedreven. Wat is het goed de waarheid over de doden te weten! Het kan mensen werkelijk vrijmaken van vrees en bijgeloof. — Johannes 8:32.
[Kader op blz. 83]
Met het Hebreeuwse woord „Sjeool” en het Griekse woord „Hades” wordt hetzelfde bedoeld
Nieuwe-Wereldvertaling
10 Want gij zult mijn ziel in Sjeool niet verlaten.
Gij zult niet toelaten dat hij die jegens u loyaal is, de kuil ziet.
31 voorzag hij en sprak hij over de opstanding van de Christus, dat hij niet werd verlaten in Hades en dat zijn vlees het verderf niet heeft gezien.
[Illustratie op blz. 84, 85]
Waarom zei Jona, nadat hij door een vis was opgeslokt: ’Uit de buik van de hel schreeuwde ik’?
[Illustratie op blz. 86]
Gehenna was een dal buiten Jeruzalem. Het werd gebruikt als een symbool van eeuwige dood