KIDON
(Ki̱don).
De naam van de eigenaar van de dorsvloer of van de dorsvloer zelf waar Uzza door Jehovah werd neergeslagen toen men de ark der getuigenis op een onjuiste manier van Kirjath-Jearim naar de Stad van David probeerde te brengen. De dorsvloer lag waarschijnlijk tussen deze twee plaatsen en in de buurt van het huis van Obed-Edom (1Kr 13:6-14). De precieze ligging ervan is onbekend. In het parallelle verslag in 2 Samuël 6:6 staat „Nachon”, waardoor misschien te kennen wordt gegeven dat het ene verslag de naam gebruikt van de plaats waar de dorsvloer lag, terwijl het andere de naam van de eigenaar noemt. Na het bovengenoemde voorval werd de plaats Perez-Uzza genoemd, wat „Doorbraak tegen Uzza; Bres in Uzza” betekent.