GUR
Ahazia, de koning van Juda, reed „op de weg die omhoogvoert naar Gur, dat bij Jibleam ligt”, toen hij op Jehu’s bevel werd neergeslagen (2Kon 9:27). De ligging van Gur is thans onbekend.
Dat Ahazia bij Gur verwond werd, wordt in het parallelle verslag over zijn dood in 2 Kronieken 22:8, 9 niet vermeld, maar het schijnt dat de twee verslagen elkaar aanvullen en gecombineerd moeten worden om een volledig beeld van de gebeurtenissen te krijgen. — Zie AHAZIA nr. 2.