JABES
(Ja̱bes).
1. [misschien: Verdroogde plaats]. Een stad in het noordelijke deel van Gilead. In de geschiedenis van de rechters en de koningen wordt ze ook Jabes-Gilead genoemd. — Re 21:8; 1Sa 11:1; 1Kr 10:11, 12; zie JABES-GILEAD.
2. [misschien: Verdroogd; Verdord; Uitgedroogd]. Vader van koning Sallum van Israël. — 2Kon 15:10, 13, 14.