LYKAONIË
(Lycao̱nië).
Een landstreek in Klein-Azië waar Lykaonisch werd gesproken (Hand. 14:6-11). De grenzen van Lykaonië zijn niet precies bekend en wisselden nogal in de loop der geschiedenis. In de periode waarin Lykaonië in het bijbelverslag voorkwam, lag het hoofdzakelijk in het zuidelijke deel van de Romeinse provincie Galatië en grensde in het W. aan Pisidië en Frygië, in het O. aan Kappadocië en in het Z. aan Cilicië. Het gebied bestaat uit een boomloze, waterarme vlakte. In sommige gedeelten heeft de bodem een hoog zoutgehalte, wat de onvruchtbaarheid van de streek nog vergroot. In de oudheid was het echter tamelijk vruchtbaar en voorzag in voldoende weidegrond voor grote schaapskudden.
De apostel Paulus heeft op zijn eerste en tweede zendingsreis twee Lykaonische steden, Derbe en Lystra, aangedaan. Het is mogelijk dat hij Lykaonië ook heeft bezocht op zijn derde zendingsreis, toen hij ’van plaats tot plaats het land van Galatië doorging’. — Hand. 14:6, 20, 21; 16:1; 18:23.