OHOLA
(Oho̱la) [haar tent].
In Ezechiël hoofdstuk 23 wordt Samaria (een zinnebeeld van het tienstammenrijk Israël) afgebeeld als de prostituée Ohola, de oudere zuster van Oholiba, die Jeruzalem (het koninkrijk Juda) voorstelde. Haar naam Ohola, „haar tent”, kan duiden op het feit dat het tienstammenrijk zijn eigen centra van aanbidding oprichtte. Zij begon zich in Egypte te prostitueren en ging er in het Beloofde Land mee door. In latere tijden trachtte zij bij de Assyriërs in de gunst te komen en beoefende verderfelijke afgodische praktijken, waartoe ook kinderoffers behoorden. Ten slotte gaf Jehovah Ohola (het noordelijke koninkrijk) wegens haar ontrouw jegens hem in de handen van de Assyriërs, haar minnaars.