Waarom dienen wij God te danken?
SOMMIGE personen schijnen de mening toegedaan te zijn dat zij er thans maar weinig reden voor hebben God ergens voor te danken. De verschrikkelijke dreiging van een atoomoorlog blijft de mensheid als een dodelijke sluier boven het hoofd hangen, de wetenschap blijft ermee voortgaan steeds meer wapens voor massavernietiging te vervaardigen, de communisten volharden erin de losse betrekkingen tussen Oost en West op hun grondvesten te doen schudden, de radioactieve stofdeeltjes die door proefnemingen met atoombommen de lucht bezwangeren, bedreigen de gezondheid der mensheid, de kosten van het levensonderhoud blijven stijgen, misdaad blijft zich uitbreiden, en zo zou men maar door kunnen gaan. De wereld biedt iemand die in geluk, vrede en veiligheid wil wonen, een weinig hoopvol beeld. Wanneer hij naar de wereld en haar slechte vruchten kijkt, zou hij zich wel eens kunnen afvragen, Waarom zouden wij God hiervoor danken?
Er zijn echter vele andere dingen waarvoor iemand God zeer dankbaar kan zijn. Het kan zijn dat hij ze als vanzelfsprekend aanvaardt, maar ze overtreffen alles wat de wereld heeft te bieden, verre in waarde. Het leven is bijvoorbeeld zo waardevol dat het met geen prijs is te betalen, en toch was het een vrije gave van God. Aanvaardt u het als vanzelfsprekend, alsof God het aan u verschuldigd was? Dient u hem hiervoor niet — niet alleen maar een dag per jaar, maar elke dag van het jaar — te danken?
Beschouwt u het voedsel dat u eet als iets vanzelfsprekends, en bent u de mening toegedaan dat u er geen dank voor verschuldigd bent omdat u het met het door u verdiende geld hebt gekocht? Indien u er deze zienswijze op na houdt, ziet u over het hoofd dat de Schepper, en niet uw geld, het deed groeien. Als een vrije gave schonk hij de mens koren voor zijn brood, graanprodukten en andere voedselprodukten. Hij heeft eveneens allerlei soorten van groenten en vruchten geschapen waarmee de mens zich kan voeden. Hij heeft ze alle dusdanig gemaakt dat ze naar hun soort voortbrengen, opdat de mens altijd voedsel tot zijn beschikking zou hebben. „Ik geef u al het zaaddragende gewas op de gehele aarde en al het geboomte, waaraan zaaddragende vruchten zijn; het zal u tot spijze dienen”. — Gen. 1:29.
Zou men zulk een geschenk, dat zo van levensbelang is, onverschillig elke dag aanvaarden zonder de Schenker ervan erkentelijkheid te betonen? Het is alleen maar juist dat u Jehovah God voor het voedsel dat u nuttigt, dankzegt. Dit is niet alleen een blijk van uw waardering ervoor, maar tevens van het feit dat u hem als de werkelijke Schenker ervan erkent. De apostel Paulus vestigt er zeer terecht de aandacht op dat het door u genuttigde voedsel ’met dankzegging gebruikt dient te worden’ (1 Tim. 4:3). Dit was wat ook Christus en zijn apostelen altijd deden. Zij gebruikten nooit een maaltijd zonder God er eerst voor te danken. „Jezus dan nam de broden, dankte en verdeelde ze onder hen, die daar zaten” (Joh. 6:11). In het boek Handelingen lezen wij dat de apostel Paulus, voordat hij een maaltijd ging gebruiken, God eerst voor het voedsel dankte: Hij „nam [een] brood, dankte God in aller tegenwoordigheid, brak het en begon te eten” (Hand. 27:35). Beiden waren dankbaar voor de door God tot verzadiging van de mens getroffen voorzieningen.
Al schijnt het iets onbetekenends God voor een maaltijd te danken, toch is het de juiste handelwijze. Door dit te doen, brengen wij geregeld onze aan God verschuldigde waardering en erkenning tot uitdrukking.
Wanneer wij de zon, de regen en de vele andere dingen met betrekking tot de aarde waarvan wij voor leven afhankelijk zijn, beschouwen, bemerken wij dat er vele redenen zijn om God te danken. Al deze stoffelijke gaven te aanvaarden zonder hem hiervoor dank te zeggen, is wel het toppunt van ondankbaarheid. Wanneer iemand op aarde u een zeer waardevol geschenk geeft, wordt u ongetwijfeld met grote dankbaarheid bewogen en zult u niet nalaten deze tot uitdrukking te brengen. Bent u echter ook door de veel grotere gaven die van God komen, bewogen, of staat u daar totaal onverschillig tegenover?
In sommige landen, zoals bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, zetten de mensen van een jaar één dag terzijde om God dank te zeggen. Hoeveel personen die deze dag vieren, zullen God echter in werkelijkheid danken? Is hun geest er niet veeleer op ingesteld om feest te vieren en een leuke tijd te hebben, dan om God voor zijn vele gaven dank te zeggen? Kan er worden gezegd dat men God dank zegt wanneer men zich aan een overdadig maal tegoed doet? Dankzeggingen aan God komen niet vanuit de maag maar uit de geest. Dank wordt met woorden tot uitdrukking gebracht. „Ik zal den naam van God prijzen met een lied, Hem verheerlijken met een lofzang” (Ps. 69:31). „Laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God”. — Fil. 4:6.
Behalve de stoffelijke gaven van God waarvoor de mens hem dagelijks dient te danken, zijn er geestelijke gaven die om een blijk van erkentelijkheid vragen. God heeft ons van een geschreven bericht van zijn gedachten, voornemens, beginselen en wetten voorzien. Dit boek der waarheid, de bijbel, is een onschatbare geestelijke gave waardoor de mens op een weg geleid kan worden welke tot eeuwig leven leidt. Hoeveel mensen danken God echter voor dit boek, en hoevelen zullen het bestuderen?
De voorziening van het rantsoenoffer was een daad van Gods onverdiende goedgunstigheid jegens de mensheid, opdat personen van godvruchtige toewijding ter rechter tijd van de menselijke onvolmaaktheid en de vloek van de dood bevrijd zouden worden. Voor hen die reeds zijn gestorven, is er de weg door geopend om tot leven terug te keren. Zulk een liefderijke voorziening van ’s mensen Schepper is het zeer zeker waard dat men hem er geregeld voor dankt. Hetzelfde kan van de goddelijke belofte om de aarde van goddeloze personen te reinigen en de zachtmoedigen toe te staan er onder de rechtvaardige regering van Gods koninkrijk op te wonen, worden gezegd. „Want boosdoeners worden uitgeroeid, maar wie den HERE verwachten, zij zullen het land beërven”. — Ps. 37:9-11.
Voor ’s mensen geestelijke voeding heeft God op liefderijke wijze in zijn Woord en organisatie van getrouwe getuigen voorzien. Door middel hiervan worden er geregeld duizenden uit deze door geestelijke hongersnood geteisterde wereld gered. Uit dankbaarheid hiervoor ’brengen zij Gode voortdurend een lofoffer, namelijk de vrucht der lippen, die zijn naam belijden’ (Hebr. 13:15). Zijn voorziening om de zachtmoedigen der aarde geestelijk te voeden, vormt een verdere reden om hem dank te zeggen.
Hoewel er door de wereld weinig wordt geboden waarvoor iemand haar zou willen danken, wordt er door Jehovah God veel gegeven waarvoor men wel dankbaar kan zijn. Wees niet ondankbaar door zijn gaven zonder erkentelijkheid te aanvaarden. Toon er waardering voor door God dagelijks te danken.