De laatste graduatie van Gilead in South Lansing
VOOR de laatste maal was er een groep getuigen van Jehovah op de Wachttoren Bijbelschool Gilead in de staat New York bijeengekomen om de graduatie van een klas zendelingen mee te maken. Zeventien en een half jaar achtereen heeft deze school gemiddeld honderd afgestudeerden per half jaar afgeleverd die dan naar andere landen gezonden konden worden of een speciale taak in verband met de vooruitgang van de Nieuwe-Wereldmaatschappij toegewezen kregen. Op deze dag, 24 juli 1960, waren er ongeveer 5684 personen aanwezig om de diploma-uitreiking aan de vijfendertigste en laatste klas op het terrein van de Koninkrijksboerderij bij te wonen. De rustige, mooie omgeving en het prachtige weer zorgden ervoor dat dit voor alle vredezoekende Getuigen die aanwezig waren, een zeer gelukkige dag was.
Het officiële graduatieprogramma begon precies om negen uur ’s morgens en de eerste spreker was J. Markus, die de leiding heeft over de boerderij. In een schitterende bewijsvoering gebruikte hij de illustratie van een boer. Een boer moet zijn werk in overeenstemming met het jaargetijde en het weer van elke dag regelen. Wanneer de zon schijnt, kan hij het ene soort werk doen, maar wanneer het regent, moet hij regelingen treffen om een ander soort werk te doen. Ditzelfde geldt ook voor de zendingsdienst. Goede zendelingen zullen zich altijd aan iedere nieuwe situatie aanpassen. Aan het einde bracht hij zijn waardering tot uitdrukking voor de drie uren die de studenten dagelijks, gedurende hun gehele verblijf op Gilead, aan het werk op de Koninkrijksboerderij hadden besteed.
Vervolgens spraken de vier leraren hun afscheidsraadgevingen uit. R. Porter legde uit dat er thans alleen in de Nieuwe-Wereldmaatschappij, onder leiding van de Vredevorst, Christus Jezus, vrede te vinden is. Hij spoorde alle studenten ertoe aan hun vrede des geestes te bewaren en de vrede en de gelukkige geest van Gilead op de mensen in hun zendingstoewijzing over te brengen. J. Redford moedigde de afstuderenden er vervolgens toe aan altijd de zonnige kant van de dingen te zien en vreugde te blijven vinden in de dienst. Hij toonde aan dat de waarheid werkelijke vreugde brengt en moedigde allen aan gelijke tred met de waarheid te houden en er zich steeds mee in overeenstemming te brengen. Deze spreker zette verder nog uiteen dat iedere zendeling een productieve bedienaar van het evangelie moet zijn die positieve resultaten bereikt, en liefde voor zijn werk heeft en met een christelijke vastberadenheid aan de dienst werkt.
M. Friend, die al vanaf het begin in 1943 als leraar aan de Gileadschool is verbonden, gaf de studenten vervolgens de aanmoediging altijd vooruit en nooit achterom te kijken. „Verlies je enthousiasme niet”, zei hij, „maar bewaar je kracht der jeugd voor Jehovah’s dienst.”
Ten slotte had het gehoor het voorrecht A.D. Schroeder, die er al sinds de opening der school in februari 1943, als hoofd en leraar aan is verbonden, aan te horen. Hij merkte op dat er aan deze school 3638 personen uit 93 landen waren afgestudeerd. Verder zei hij: „Nu zal de Wachttoren Bijbelschool Gilead naar Brooklyn worden overgebracht, waar voor dat doel een nieuw gebouw is opgetrokken. Het opleidingsprogramma van het Genootschap wordt dus niet gestopt; het wordt juist bijzonder uitgebreid. Het schoolgebouw hier op het terrein van de Koninkrijksboerderij zal gebruikt worden om iedere maand honderd gemeentedienaren op te leiden. Op 19 september van dit jaar zal daar een begin mee worden gemaakt. Dit programma om gemeentedienaren via de nieuwe Koninkrijksbedieningsschool te trainen, is al ongeveer een jaar geleden in werking getreden. Tot op dit moment hebben wij de klassen echter tot vijfentwintig leerlingen moeten beperken omdat de training van zendelingen tegelijkertijd ook moest doorgaan. 275 opzieners hebben de cursus van deze school reeds gevolgd.” In zijn slotwoorden tot de studenten moedigde hij hen ertoe aan „altijd toe te nemen in de vier eigenschappen van Jehovah”. In zijn woorden over de hoedanigheid van liefde, drong hij erop aan ’de belangen van anderen altijd de eerste plaats toe te kennen. Dat zal tot werkelijk succes in de bediening leiden’.
Daarna kwam de eigenlijke graduatietoespraak die uitgesproken werd door M.G. Henschel, een van de bestuurders van het Wachttorengenootschap. Hij had de woorden van de apostel Paulus die in 2 Timótheüs 4:5 (NW) staan opgetekend, tot thema gekozen: „Bewaar gij echter in alles uw evenwicht, lijdt kwaad, verricht zendingswerk, volbreng uw bediening ten volle.”
Hij paste deze woorden uit de bijbel op de afstuderenden toe, en toonde aan dat Paulus, die begreep dat zijn aardse bediening ten einde liep, de jonge Timótheüs enkele gezonde raadgevingen betreffende zijn toekomst als een christen wilde geven. Hij beklemtoonde ieder deel van de tekst, maar bleef in het bijzonder stilstaan bij het laatste deel, „volbreng uw bediening ten volle”. Hij vertelde de afstuderende zendelingen dat zij deze raad van de apostel ter harte dienden te nemen en anderen volledig en nauwgezet over de nieuwe wereld van rechtvaardigheid dienden te onderwijzen. „Er zullen zich problemen en moeilijkheden voordoen”, waarschuwde hij, „maar niemand zal het zo zwaar hebben als de apostel Paulus.” In zijn slotwoorden moedigde hij zijn gehoor ertoe aan regelmatig de bijbel te lezen. „Iedere zendeling moet er tijd voor afnemen om regelmatig de bijbel te lezen en te studeren. Verwaarloos de Schrift nooit.” Er werden tijdens de graduatie heel wat telegrammen ontvangen en voorgelezen. Deze waren afkomstig uit Denemarken, Thailand, Peru, Korea, Guam, Australië, Vancouver, Quebec en uit verschillende delen van de Verenigde Staten.
De ontvangen groeten van zoveel geliefde broeders en zusters van over de gehele aarde, het aanhoren van de prachtige toespraken die vanaf het podium werden gehouden, het zien van deze klas zendelingen, die naar achtentwintig verschillende landen gezonden zou worden, en het genieten van de wonderbaarlijke geest van vrede, liefde en gastvrijheid op Gilead, hadden er beslist voor gezorgd dat de ruim 5000 personen die hier aanwezig waren, met een gelukkig hart en een toegenomen verlangen in Jehovah’s wonderbaarlijke Koninkrijksdienst getrouw en productief te zijn, huiswaarts keerden.