Het verkeerde soort van christendom
Toen E. O. Miller in The Christian Century van 1 augustus 1962 commentaar leverde op de beslissing van het Amerikaanse Hooggerechtshof waarbij officiële gebeden op openbare scholen verboden werden, schreef hij: „Vooraanstaande zakenlieden die er voortdurend op hebben aangedrongen dat de regering zich niet op hun terrein zou gaan begeven, verklaren nu dat, tenzij de regering religie ondersteunt, de God van Abraham en van Jezus wel eens van zijn voetstuk zou kunnen worden gestoten. Sinds wanneer spoeden christenen zich naar de regering om God te redden? Het betekende bijna de ondergang van het christendom toen de Romeinse keizer Constantijn er zijn officiële sanctie aan verleende en het tot iets respectabels maakte. Kierkegaard schreef dienaangaande in zijn Attack Upon Christendom, dat een christendom hetwelk voor hulp naar een regering opziet ’het feit verraadt dat het niet het christendom van het Nieuwe Testament is’.”