Volhardt u, of bent u moe geworden?
IN EEN wedloop uitkomen, wil nog niet zeggen als winnaar de eindstreep passeren. Ten strijde trekken en zegevierend terugkeren, zijn twee. Indien u uw leven eraan opdraagt om Gods wil te doen en in Jezus’ voetstappen te treden, wil dit daarom nog helemaal niet zeggen dat u hierin zult volharden en als winnaar uit de wedloop te voorschijn zult komen of in de strijd de overwinning zult behalen. — 1 Kon. 20:11.
Wáár wij in deze tijd ook kijken, overal bemerken wij dat er weinig volharding bestaat. Heel veel personen die aan de een of andere onderwijsinstelling studeren en heel veel huwelijkspartners geven er, door weg te gaan, blijk van dat zij het niet langer „aan kunnen” en geen volharding bezitten. Zelfs onder enkele opgedragen christelijke bedienaren van het evangelie wordt deze neiging waargenomen. Volhardt ú, of bent u moe geworden?
Indien u tot degenen behoort die moe zijn geworden, onderzoek uzelf dan, ga na hoe het er met u voorstaat. Stel uzelf de vragen: Ken ik God soms niet langer de eerste plaats in mijn leven toe? Ben ik lauw geworden, evenals de leden van de gemeente te Laodicéa? Is mijn waardering voor geestelijke zaken afgenomen? Bezit ik niet meer die liefde voor God als in het begin? Heb ik mijn gang vertraagd of ben ik wellicht al helemaal met mijn aanbidding van God gestopt? Indien dit zo is, probeer dan de reden te ontdekken. — Openb. 2:4; 3:16, NW.
Ziet u de dingen soms niet meer in hun juiste verhoudingen, zodat u als het zaad bent geworden dat onder de doornen werd gezaaid, waarover Jezus zei: „Wat tussen de doornen viel, zijn zij die hebben gehoord, maar die, meegesleept door zorgen en rijkdom en genoegens van dit leven, volledig worden verstikt en niets tot volmaaktheid brengen”? Of bent u misschien vergeten dat de mens niet alleen van brood leeft maar van elke uitspraak die uit Jehovah’s mond voortkomt en hebt u derhalve verzuimd geregeld geestelijk voedsel tot u te nemen, zodat u als gevolg daarvan aan geestelijke bloedarmoede lijdt? Hebben de gebruiken van deze goddeloze wereld, met haar onreinheid en losbandigheid, u soms weer in hun greep gekregen, zodat u zich niet meer op uw gemak voelt wanneer u aan geestelijke activiteiten deelneemt? Of is wellicht tegenstand van de zijde van kennissen, familieleden of anderen er de oorzaak van dat u ontmoedigd bent? — Luk. 8:14; Matth. 4:4, NW.
Wát de oorzaak ook mag zijn, geestelijke moeheid is een teken van gevaar. Men bevindt zich dan in een ongelukkige toestand die slechts tot onheil kan leiden. Verman u daarom! Herinner uzelf er voortdurend aan dat er op zijn minst drie goede redenen voor bestaan om vastbesloten te volharden en niet moe te worden: Door te volharden, hebt u een aandeel aan het rechtvaardigen van Gods naam, waardoor u zijn hart blij maakt en het bewijs levert dat de Duivel een leugenaar was toen hij pochend bekendmaakte dat geen schepsel kon volharden. Bovendien kunt u door te volharden, anderen zowel door uw voorbeeld als door uw bediening helpen hetzelfde te doen, terwijl u tevens uzelf van blijvend geluk en eindeloos leven verzekert. — Job 2:4, 5; Spr. 27:11; 1 Tim. 4:16, NW.
JEHOVAH GOD GEEFT HULP
Natuurlijk zou u zonder Gods hulp niet kunnen volharden, maar van die hulp kunt u zeker zijn. Allereerst al heeft Jehovah zijn Woord, de bijbel, verschaft. Daarin moedigt God u aan te volharden doordat hij u beloningen in het vooruitzicht stelt: „Wie tot het einde heeft volhard, die zal gered worden.” „Gij hebt volharding nodig, om, na de wil van God gedaan te hebben, de vervulling van de belofte te ontvangen.” „Gelukkig is de man die beproeving blijft verduren, want nadat hij is goedgekeurd, zal hij de kroon des levens ontvangen.” Houd hierbij in gedachten dat u niet alleen dient te volharden om in leven te blijven, maar dat het erom gaat de overwinning te behalen, zoals de apostel Paulus aantoont: „Weet gij niet dat de hardlopers in een wedloop allen hardlopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loopt zo dat gij hem moogt behalen.” — Matth. 24:13; Hebr. 10:36; Jak. 1:12; 1 Kor. 9:24, NW.
Behalve dat Jehovah God ons ertoe aanspoort te volharden, verschaft hij ons via zijn Woord vele aanmoedigende voorbeelden van personen die hebben volhard, onder wie Jezus Christus wel de voornaamste plaats inneemt. Deze laatste zei trouwens zelf: „Deze dingen heb ik tot u gezegd, opdat gij door bemiddeling van mij vrede moogt hebben. In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar schept moed! ik heb de wereld overwonnen.” De apostel Paulus vermaant ons in overeenstemming hiermee: „Laten ook wij . . . met volharding de ons voorgestelde wedloop lopen, terwijl wij oplettend het oog gericht houden op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus. . . . Ja, let nauwkeurig op degene die van zondaars zulk een tegenspraak . . . heeft verduurd, opdat gij niet moe wordt en bezwijkt in uw ziel.” — Joh. 16:33; Hebr. 12:1-3, NW.
Job behoort ook tot degenen die ons in de bijbel ten voorbeeld worden gesteld als dienstknechten van God die volhardden. De discipel Jakobus schreef over hem: „Wij verklaren hen die hebben volhard, gelukkig. Gij hebt gehoord van de volharding van Job en gij hebt gezien hoe Jehovah het heeft laten aflopen, dat Jehovah zeer teder in genegenheid en barmhartig is.” — Jak. 5:11, NW.
Niet minder in het oog springend is het voorbeeld van volharding dat door de apostel Paulus werd gesteld. Wat heeft hij veel meegemaakt! „Ik [heb] vijfmaal veertig slagen min één ontvangen, driemaal werd ik met roeden geslagen, eenmaal werd ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een nacht en een dag heb ik op de diepte der zee doorgebracht”, om maar enkele van de dingen te noemen die hij heeft doorstaan. Evenmin dienen wij de huidige voorbeelden van volharding over het hoofd te zien, zoals die welke in het zeer recente verleden door de getuigen van Jehovah in nazi-Duitsland zijn gesteld en zoals de voorbeelden die op het ogenblik in Spanje, Cuba, Portugal en de landen achter het IJzeren Gordijn worden gegeven. — 2 Kor. 11:24-27, NW.
Door middel van een zichtbare, aardse organisatie voorziet Jehovah God in nog meer hulp, opdat u kunt volharden en niet moe zult worden. Deze organisatie helpt u inzicht te verkrijgen in Gods Woord en helpt u te begrijpen hoe u de daarin opgetekende raad in uw leven kunt toepassen zodat u in staat bent te volharden. Met het oog hierop publiceert deze organisatie een ware stroom van bijbelverklarende lectuur, zoals het tijdschrift dat u nu leest, en zijn er, wáár mogelijk, regelingen getroffen voor vijf wekelijkse vergaderingen, waar u geestelijk gesterkt wordt om te volharden. Als haar wettelijke werktuig gebruikt deze organisatie het Wachttorengenootschap, terwijl ze onder de leiding staat van de „getrouwe en beleidvolle slaaf”, die door Jezus in Matthéüs 24:45-47 (NW) wordt genoemd.
Dan schenkt Jehovah God nog zijn heilige geest, waardoor u eveneens wordt geholpen te volharden. Dat zijn volk zou volharden, zou — zoals hij heeft voorzegd — niet het gevolg zijn van militaire kracht of de een of andere menselijke, fysieke, stoffelijke macht, maar zou door zijn geest tot stand worden gebracht. Door zijn geest, die hij op zijn dienstknechten heeft uitgestort, hebben zij altijd machtige werken kunnen doen en zijn zij altijd in staat geweest te volharden. — Zach. 4:6.
WAT U MOET DOEN
Alhoewel Jehovah het zijne doet, zult u niet kunnen volharden tenzij u úw deel doet. Hij voorziet u bijvoorbeeld van geestelijk voedsel en geestelijke drank; indien u er nu niet zelf moeite voor doet dit tot u te nemen, zult u toch nog van geestelijke honger en dorst omkomen. Koop dus ten koste van andere dingen de tijd uit zodat u de bijbel geregeld kunt lezen en dit boek, te zamen met de hulpmiddelen waarin God heeft voorzien, kunt bestuderen. U dient nooit een dag voorbij te laten gaan zonder iets van dit geestelijke voedsel genuttigd te hebben. Dit is voor u nog net zo noodzakelijk als het destijds voor Jozua en de koningen van Israël was, aan wie werd gezegd dat zij Gods Woord dagelijks nauwkeurig moesten onderzoeken. — Joz. 1:8; Deut. 17:18-20.
Hoe nuttig dit alles ook moge zijn, toch is het nog niet voldoende. U dient uw zaken ook zo te regelen dat u geregeld kunt bijeenkomen met uw medechristenen, die er evenals u op uit zijn te volharden en die u kunnen helpen, terwijl vaak alleen al hun voorbeeld een aanmoediging voor u zal betekenen. Zij zullen u „tot liefde en voortreffelijke werken” aansporen, waarna u op uw beurt anderen kunt helpen. Net als de leden van het menselijke lichaam kunnen christenen niet buiten elkaar. — Hebr. 10:24, 25; 1 Kor. 12:14-27, NW.
Om te kunnen volharden, dient u zich vervolgens open te stellen voor Gods heilige geest, want hierdoor zult u de kracht krijgen om te volharden. Verder dient ook het gebed niet vergeten te worden. En zoals lichaamsbeweging noodzakelijk is voor een goede lichamelijke gezondheid, is geestelijke activiteit in de bediening noodzakelijk voor een goede geestelijke gezondheid.
HOEDANIGHEDEN DIE U HELPEN TE VOLHARDEN
Door voordeel te trekken van Gods Woord, omgang met Gods volk, Gods heilige geest en gebed zult u de hoedanigheden kunnen ontwikkelen waardoor u zult worden geholpen te volharden en niet moe te worden. Tot deze hoedanigheden behoren geloof en hoop. Daardoor waren Abraham en Mozes in staat om vele jaren lang in Gods dienst voort te gaan, en ook u kunt erdoor worden geholpen te volharden. De apostel Paulus zei in dit verband: „Indien wij echter hopen op wat wij niet zien, blijven wij er met volharding op wachten.” „Wij denken . . . aan uw getrouwe werk en uw liefderijke arbeid en uw volharding ten gevolge van uw hoop.” Evenals een schip met behulp van het anker een storm kan doorstaan, zult ook u met behulp van het anker der hoop de stormen des levens weten te trotseren. — Rom. 8:25; 1 Thess. 1:3; Hebr. 6:19; 11:8-10, 24-27, NW.
Vreugde en tevredenheid zijn nog twee christelijke hoedanigheden die hierbij van groot nut zullen blijken te zijn. „De blijdschap des HEREN, die is uw sterkte”, zei Nehemia tot zijn volksgenoten. En over Jezus staat geschreven: „Wegens de hem voorgestelde vreugde heeft hij een martelpaal verduurd.” Tevredenheid, te zamen met godvruchtige toewijding, ’is een middel tot groot gewin’. Tevredenheid maakt alles zoveel eenvoudiger en maakt het gemakkelijker het ruige leven van een christelijke soldaat te verduren. — Neh. 8:11 10, SV; Hebr. 12:2, NW; 1 Tim. 6:6, voetnoot in de uitgave van 1950 van de New World Translation of the Christian Greek Scriptures.
Maar bovenal zal liefde, liefde voor Jehovah met uw gehele hart, geest en ziel en met al uw kracht, en liefde voor uw naaste als voor uzelf, u helpen te volharden. Hebt u Jehovah, uw God, lief, dan zult u hem willen behagen, zijn hart blij willen maken doordat u uw rechtschapenheid bewaart, en zijn naam en glorierijke hoedanigheden aan anderen willen bekendmaken, en voor dit alles is volharding nodig. Hebt u uw naaste lief als uzelf, dan zult u hem door uw goede voorbeeld en door uw bediening willen helpen eeuwig leven te verwerven, en ook hiervoor is volharding nodig. Daarom lezen wij: „De liefde is lankmoedig en vriendelijk. . . . Ze verdraagt alle dingen, gelooft alle dingen, hoopt alle dingen, verduurt alle dingen. De liefde faalt nimmer.” Ja, vooral liefde zal u helpen te volharden! — 1 Kor. 13:4, 7, 8; Matth. 22:37-39, NW.
Het zal niet gemakkelijk zijn te volharden. Maar werd iets waardevols ooit verworven door de weg van de minste weerstand te volgen? God doet het zijne; u kunt uw deel doen. Neem ter wille van Gods naam, ter wille van anderen en ter wille van uzelf het vaste besluit dat u met Gods hulp zult volharden!