Blijf groeien onder Jehovah’s geest
’Noch hij die plant is iets, noch hij die begiet, maar God, die het wasdom geeft.’ — 1 Kor. 3:7.
1. Wat wordt door groei onthuld, en wat is ervoor nodig om de ontwikkeling van groei waar te nemen?
HOE wonderbaarlijk is het groei waar te nemen. Het groeiproces is fascinerend. De belangwekkendheid ervan neemt in vele opzichten toe. Er voltrekt zich een voortdurend wonder voor uw ogen. Door de ontwikkeling ervan wordt onthuld dat er een grote ontwerper achter staat. Hoe komt het dat iets begint te groeien? Waardoor wordt groei in bepaalde banen geleid, zodat er uiteindelijk een evenwichtig resultaat wordt bereikt? Wat veroorzaakt het ophouden van groei, waardoor in de schepping een strak peil wordt gehandhaafd in grootte en bekwaamheden? In de groei van het planteleven neemt elk deel in grootte en rijpheid toe, zodat er bloemen, zaad en fruit tot ontwikkeling worden gebracht, en toch gaat dit geleidelijk. Wanneer u hier belangstelling voor hebt, zult u vanzelfsprekend geduld moeten hebben om dit waar te nemen. „Let eens goed op hoe de leliën groeien; ze zwoegen niet en spinnen niet; maar ik zeg u: Zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid was niet als een van deze getooid” (Luk. 12:27). U zult er een geheel groeiseizoen voor nodig hebben om van deze schoonheid, het resultaat van groei, getuige te kunnen zijn.
2. Beschrijf welk verband er bestaat tussen groei en tijd, en welke waarschuwing met betrekking tot ongeduld is passend?
2 Er wordt een baby geboren; hij arriveert als een nieuw lid van het gezin. Er heeft zich reeds een groeiproces voltrokken. „Zoals gij den weg van den wind evenmin kent als het gebeente in den schoot van een zwangere vrouw, zomin kent gij het werk van God, die alles maakt” (Pred. 11:5). Nú kunt u de vooruitgang van de baby echter zien en horen. In een paar maanden spreekt en loopt hij. Voordat u het weet, gaat hij naar school, en dan ontvangt hij zijn einddiploma. Een baan, zijn huwelijk met een levenspartner en hun nieuwe baby. Groei, ja, maar er is tijd voor nodig. Kunt u groei forceren, stoppen of in bepaalde banen leiden? Groei is ogenschijnlijk zo langzaam dat u ongeduldig zou kunnen worden met u zelf of met anderen. Dit geldt vooral voor geestelijke groei. Wanneer u een klein kind verscheidene jaren achtereen goed voedsel geeft, kunt u er echter zeker van zijn dat het tot een jonge man of vrouw zal opgroeien. „De grond brengt vanzelf geleidelijk aan vruchten voort, eerst de grashalm, dan de aar, tenslotte het volle koren in de aar” (Mark. 4:28). Als u een pas geïnteresseerde persoon voedsel geeft uit Gods Woord de bijbel, het door Gods geest voortgebrachte boek dat geestelijk voedsel wordt genoemd, zal dit na verloop van tijd tot gevolg hebben dat hij een bedienaar van het evangelie wordt. Wees echter gewaarschuwd. Als ouders gewoon niet kunnen beseffen dat hun kleine kind opgroeit en er daarom mee voortgaan hem geprakt babyvoedsel te geven dat zij voor hem in zijn mond stoppen, kan hij er uiterlijk als een jongeman uitzien, terwijl hij in werkelijkheid een hulpeloos en afhankelijk schepsel is. Er heeft geen mentale groei plaatsgehad. Zo is het ook met geestelijk voedsel. Als wij de toepassing ervan belemmeren, als wij ongeduldig worden en niet toelaten dat Gods geest de persoon aanzet tot het verrichten van uit het hart voortkomende daden, zullen wij veeleer met een hulpeloze baby dan met een steeds rijper wordende bedienaar van het evangelie te doen hebben.
3. Hoe kunnen wij zeker zijn van voortdurende groei en het vermijden ons aan de invloed van Jehovah’s geest te onttrekken?
3 Wanneer iemand ophoudt te groeien, is er iets heel ernstigs aan de hand. Wanneer u ermee ophoudt geestelijk voedsel tot u te nemen, heeft dit heel snel stilstand in het groeiproces tot gevolg. Ten einde te vermijden dat u als gevolg van minder studie, ongeregelder vergaderingbezoek en uitgestelde aanbidding in de bediening, in het rijk terechtkomt waar Gods geest niet werkzaam is, doet u er goed aan elke dag een beetje te groeien door vorderingen te maken in studie, vergaderingbezoek en dienst. Petrus schrijft: „Gij daarom, geliefden, weest, nu gij dit vooruit weet, op uw hoede dat gij u niet met hen laat meeslepen door de dwaling van personen die de wet trotseren, en gij uw eigen standvastigheid verliest. Neen, maar gaat voort te groeien in de onverdiende goedheid en kennis van onze Heer en Redder Jezus Christus.” — 2 Petrus 3:17, 18.
4. (a) Welk schriftuurlijke beginsel rekent af met kortzichtige ideeën over de bron van kracht voor groei? (b) Wat is het doel van groei?
4 Door de verklaring dat „God . . . het wasdom geeft” of laat groeien, worden evenwel alle ongegronde ideeën over de bron van kracht waardoor u kunt blijven groeien, terzijde geschoven. Dat u zich na een korte studie van de bijbel tot God hebt gekeerd door u aan hem op te dragen en u vervolgens in water te laten onderdompelen, betekent op zich zelf niet dat uw gehele leven verder op rolletjes zal gaan en dat u van getrouwheid verzekerd kunt zijn. Het enthousiast op zich nemen van de volle-tijdbediening zonder geestelijk voedsel tot zich te nemen, zal geen blijvende groei schenken. Het bezoeken van congressen of vergaderingen van Jehovah’s getuigen zal zeer opbouwend zijn, maar niet voldoende om ervoor te zorgen dat u blijft groeien. De omgang met ijverige dienstknechten van God verschaft niet alle voeding die u nodig hebt om tot rijpheid voort te gaan. Deze omgang met hardwerkende dienstknechten van God is nu eenmaal voor iedereen opbouwend, maar houd in gedachten dat het leven u niet komt aanwaaien; het is niet besmettelijk, zodat het van de één op de ander overgaat. Het leven is van God afkomstig, door bemiddeling van zijn Zoon Christus Jezus. Men kan het óf verliezen óf winnen. Er bestaan geen kortere wegen, geen gemakkelijker manieren om geestelijk voedsel te nuttigen en in zich op te nemen. Het dienen van Jehovah is niet iets voor luie mensen. Het is niet een plotseling snoepreisje of een weekeindtocht ten einde het een of andere zelfzuchtige voordeel te verwerven. Alleen door „nauwkeurige kennis” te verwerven kan een verandering worden aangebracht en de „nieuwe persoonlijkheid” worden aangetrokken (Kol. 3:10). Het stemde Paulus heel gelukkig dat de broeders in de gemeente te Thessaloníka groeiden; hij schreef hun: „Wij zijn verplicht God altijd voor u te danken, broeders, zoals gepast is, omdat uw geloof op buitengewone wijze groeit en de liefde jegens elkaar van een ieder van u zonder uitzondering, toeneemt” (2 Thess. 1:3). Zekere eigenschappen die nauw met de groei van deze broeders verband hielden, zoals liefde en geloof, namen eveneens toe. Geloof wordt door nauwkeurige kennis ontwikkeld, zoals in Efeziërs 4:13 staat, „totdat wij allen geraken tot de eenheid in het geloof en in de nauwkeurige kennis van de Zoon van God”. Door bemiddeling van Christus Jezus heeft Jehovah God in deze mogelijkheid tot groei voorzien. „Ofschoon gij hem nimmer hebt gezien, hebt gij hem lief. Ofschoon gij hem op het ogenblik niet aanschouwt, oefent gij toch geloof in hem en verheugt gij u ten zeerste met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel van uw geloof ontvangt, de redding van uw ziel” (1 Petr. 1:8, 9). Welnu, houd dit beeld van groei goed voor ogen en zie dan hoe 1 Petrus 2:2 uw gehele leven van groei als een dienstknecht van God in één zin samenvat: „Vormt als pasgeboren baby’s een verlangen naar de onvervalste melk behorend tot het woord, opdat gij door middel daarvan tot redding moogt groeien.”
EEN VOLDOENING SCHENKENDE LEVENSWIJZE
5. Welke zienswijze zal ons ertoe aansporen Jehovah onder allerlei omstandigheden te dienen, en vooral wanneer er zich geen problemen voordoen?
5 Nog iets wat wij goed moeten begrijpen: Wat oefent eigenlijk op zachtmoedige mannen en vrouwen een bepaalde aantrekkingskracht uit waardoor zij zich ertoe aangemoedigd voelen Jehovah te dienen? Vrees? Welnu, sommigen maken er wellicht uit vrees een begin mee God te dienen, maar wanneer zij niet genoeg liefde ontwikkelen om deze vrees van zich af te werpen, zal hun groei tot leven spoedig tot stilstand komen (1 Joh. 4:18). Verbodsbepalingen door regeringen of vervolging door religieuze organisaties kunnen sommigen tot ijver in de dienst van God aanzetten. Zelfs een uitdaging wegens buitengewoon slecht weer of een weergaloze beroering in het een of andere land kan iemand ertoe aansporen tijdelijk een grote ijver in de bediening te ontplooien. Maar neem nu eens alle belemmeringen en obstakels weg, zal iemand Jehovah God dan nog dag in dag uit, jaar in jaar uit, geslachten achtereen, ja, tot in alle eeuwigheid blijven dienen? Zal de aanbidding van de ware God Jehovah voldoening schenken, een levensvervulling vormen, een levenswijze zijn? Het zou goed zijn wanneer wij het aldus zouden bezien, want na Armageddon zal het met alle tegenstand tegen Jehovah’s wil gedaan zijn. — Zie Matthéüs 5:5; Psalm 37:10, 11; Jesaja 65:21-23; Openbaring 21:3, 4.
6, 7. (a) Stel de ongeduldige houding tegenover die welke door Schriftuurlijk onderwijs wordt ontwikkeld. (b) Hoe is Gods Woord werkzaam?
6 Wij dienen in dit verband aan verscheidene dingen aandacht te besteden. De mens heeft het leven lief, en daarom zal hij belangstelling hebben voor aangelegenheden die betrekking hebben op een langer leven, en zoals wij weten schenkt de bijbel de gehoorzame mensheid de hoop op eindeloos leven. Doordat velen leren begrijpen hoe de bijbel op deze tijd van toepassing is, worden zij ertoe aangespoord verder te groeien, zodat zij zich met de welbekende bijbelonderzoekers, Jehovah’s getuigen, gaan verbinden. Anderen, die verder kijken, zijn zich bewust van het grootse voorrecht als Gods getuigen Zijn naam te mogen dragen, en daarom hebben zij er een aandeel aan deze over de gehele wereld bekend te maken, hetgeen betekent dat zij Jehovah’s naam hooghouden door deze te rechtvaardigen. De manier waarop de waarheid in dit alles een beroep doet op de mensen, hen trekt en jegens hen werkzaam is, is evenwel rustig, hetgeen overeenstemt met wat Mozes over Gods Woord zei: „Mijn onderricht zal druipen als de regen, mijn rede zal druppelen als de dauw, als zachte regens op het gras en als overvloedige regenbuien op de plantegroei” (Deut. 32:2, NW). Na zulk een „zachte” of aangename toepassing van de kennis van Jehovah zal „de rechtvaardige uitspruiten”, zoals in Psalm 72:7 (NW) wordt gezegd. Dit kalmerende, „zachte”, groei voortbrengende Woord van God heeft dus ergens de stoot toe gegeven.
7 Een ongeduldig persoon zou misschien wel willen dat God de mensen door aardbevingen, vloedgolven en grote rampen, waarbij hij de aarde letterlijk op haar grondvesten doet schudden, zo bang zou maken dat zij uit angst Zijn organisatie binnenvluchten. Het is dwaas de wens te koesteren dat God de hemelen zou oprollen en deze met een schrikaanjagend gerommel zou doen schudden ten einde de mensen schrik aan te jagen en hen met geweld zijn organisatie in te drijven. Wanneer het rumoer werkelijk komt, zal Armageddon zijn aangebroken. Dan is het te laat om uit te spruiten en ermee te beginnen tot een dienstknecht van God op te groeien. Naäman werd niet door een spectaculaire hemelse bazuin van zijn melaatsheid genezen; in plaats hiervan werd hem opgedragen zich zeven keer in de rivier de Jordaan te baden (2 Kon. 5:1, 14). Op welke wijze werd de tempel in Salomo’s dagen opgetrokken? In alle stilte (1 Kon. 6:7). Hoe koos Jezus zijn twaalf apostelen uit? Hij riep hen rustig bijeen (Mark. 3:13-15). Het is werkelijk een voorrecht terug te kijken en te zien hoe getrouwe dienstknechten van God zijn gegroeid. Het is een onbeschrijfelijk grote zegen om in deze tijd zachtmoedige mensen tot bedienaren van het evangelie te zien opgroeien. Volgens Jesaja 55:10, 11 wordt er in deze aangelegenheid van groei echter nog iets vereist. Die schriftplaats luidt: „Zoals de regen en de sneeuw van den hemel neerdaalt en daarheen niet weerkeert, maar doorvochtigt eerst de aarde en maakt haar vruchtbaar en doet haar uitspruiten en geeft zaad aan den zaaier en brood aan den eter, alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend.”
DE KRACHT VAN GODS GEEST ERKENNEN
8. (a) Hoe legt Jesaja 55:10, 11 de nadruk op de werkzaamheid van Jehovah’s Woord? (b) Op welke wijze dient een christelijke bedienaar van het evangelie derhalve anderen te onderwijzen in datgene wat God van hen verlangt, en met welke houding?
8 Het is van het allergrootste belang de kracht, vermogens en bedoelingen van Gods Woord te erkennen. Dit Woord is doortrokken van Gods geest. Met het oog hierop zal de verstandige persoon geduldig wachten totdat Gods Woord en geest resultaten voortbrengen. Hij zal hierbij niet tussenbeide komen of er blijk van geven de werkzaamheid van de geest te belemmeren. Dit vormt er ook de reden voor waarom wij het leven van andere mensen niet voor hen leiden. Er wordt inderdaad schriftuurlijke raad en hulp gegeven, maar wanneer de gedachte, het zaad, is geplant, laten wij dan Gods geest zijn werk laten doen en de vereiste resultaten laten voortbrengen. „Want een ieder zal zijn eigen vracht dragen” (Gal. 6:5). Plant het waarheidszaad met vertrouwen in Jehovah en heb hierbij altijd het beginsel in gedachten dat wij nooit uit het oog dienen te verliezen, namelijk hetgeen in Psalm 118:8 (SV) wordt gezegd: „Het is beter tot den HERE toevlucht te nemen, dan op den mens te vertrouwen.” Dit kan ons vele malen van pas komen wanneer wij bij geïnteresseerde personen een bijbelstudie leiden. Wij willen zo dolgraag dat zij in de door God beloofde zegeningen zullen delen, en daarom sporen wij hen ertoe aan zich te laten dopen. Als zij dit doen om u te plezieren, is dit niet het resultaat van de werkzaamheid van de geest. Gods geest werkt op het hart in. Het hart dient de voeten in beweging te brengen. „Met het hart oefent men geloof” (Rom. 10:10). „Laat uw hart mijn woorden vasthouden; onderhoud mijn geboden, opdat gij moogt leven” (Spr. 4:4). Zorg er in ieder geval voor dat u uw deel doet door de schriftuurlijke gedachte te planten. Maak hun geleidelijk aan duidelijk wat Gods Woord heeft te zeggen over leerstellingen, hoe zijn organisatie werkzaam is, de noodzaak van een rein gedrag en de voorrechten van de bediening. Als gevolg van taalbarrières en fysieke belemmeringen, zoals doofheid of blindheid, is dit lang niet even gemakkelijk. Velen zijn moeilijk te bereiken omdat er, als gevolg van religieus vooroordeel, raciale trots, politiek nationalisme of klasseverschillen bepaalde barrières zijn opgetrokken. Als u er echter tevreden mee bent één duidelijke bijbelse gedachte per keer te planten, zal de geest ervoor zorgen dat dit zaadje uitspruit. Gods geest heeft eeuwen achtereen groei gestimuleerd; er bestaat geen reden voor deze bekwaamheid nu in twijfel te trekken. Toen Petrus in Jeruzalem verslag uitbracht over de wijze waarop de mensen uit de naties het Woord van God ontvingen, „gingen [sommigen] met hem twisten” (Hand. 11:2). Petrus antwoordde derhalve door het volgende onbetwiste beginsel uit te spreken: „Indien God hun daarom dezelfde vrije gave heeft gegeven als aan ons, die gelovigen in de Heer Jezus Christus zijn geworden, wie was ik dan, dat ik God zou kunnen tegenhouden?” — Hand. 11:17.
9. Waarom zeggen wij dat Gods geest op een organisatorische wijze op zijn dienstknechten inwerkt?
9 Volgens Openbaring 14:6 houden Jehovah’s engelen toezicht op de prediking van het goede nieuws over de gehele aarde (Matth. 24:14). Dit betekent dat Gods geest een dergelijke activiteit zal ondersteunen. Er dient een werk verricht te worden, en de opleiding die aan mensen op aarde wordt gegeven, dient erop gericht te zijn dat dit werk tot stand wordt gebracht. Het wordt met een oogstwerk vergeleken (Matth. 9:37). Het gaat er dus om met deze organisatie van ijverige bedienaren van het evangelie te groeien en samen te werken en de werkzaamheid van de geest gehoorzaam te volgen. Wees als degene die in Psalm 26:12 wordt beschreven: „Mijn voet staat op effen baan — in de samenkomsten zal ik den HERE prijzen.” Werk met uw broeders in de organisatie samen, want dan zult u zowel de werkzaamheid van Jehovah’s engelen als die van zijn geest ondervinden.
JEHOVAH’S GEEST BRENGT RESULTATEN VOORT, ZOWEL IN HET VERLEDEN ALS IN DEZE TIJD
10. (a) Beschrijf hoe de organisatie in de dagen van de vroege christenen problemen oploste, en wat had Gods geest ermee te maken? (b) Kunnen wij in deze tijd een organisatie vinden die ditzelfde werk met de steun van dezelfde geest verricht?
10 In de dagen van de vroege christenen was Gods geest werkzaam ten opzichte van de gemeenteorganisatie. Strijdpunten en problemen werden aan het besturende lichaam in Jeruzalem voorgelegd. De beslissing werd dan op de volgende manier als antwoord aan de gemeenten doorgegeven: „Toen dacht het de apostelen en de oudere mannen, te zamen met de gehele gemeente, goed mannen uit hun midden te kiezen en hen met Paulus en Barnabas naar Antiochië te zenden, namelijk Judas, die Barsabbas werd genoemd, en Silas, mannen die de leiding hadden onder de broeders” (Hand. 15:22). Zo werden de gemeenten in korte tijd op de hoogte gesteld van de schriftuurlijke handelwijze die met betrekking tot de besnijdenis, hoererij en het tot zich nemen van bloed gevolgd moest worden. Zie nu eens welk een groei er door Gods geest werd voortgebracht, zoals u later kunt lezen in Handelingen 16:4, 5: „Terwijl zij nu voortreisden door de steden, brachten zij hun daar ter nakoming de verordeningen over waartoe door de apostelen en oudere mannen die zich in Jeruzalem bevonden, was besloten. Ja, daarom werden de gemeenten aanhoudend in het geloof bevestigd en namen ze van dag tot dag voortdurend in aantal toe.” In de tegenwoordige tijd verstrekt Jehovah’s organisatie schriftuurlijke instructies met betrekking tot problemen waarmee de broeders te kampen hebben. Ze laat rijpe bezoekende bedienaren naar de gemeenten gaan om de broeders te helpen. Ze bestaat uit meer dan een miljoen getuigen van Jehovah die van huis tot huis gaan en miljoenen mensen over de gehele aarde in enkele weken tijd kunnen inlichten over belangrijke aangelegenheden, zoals hoe Gods naam luidt, de oorlog van Armageddon en wat met Babylon de Grote wordt bedoeld. Wat wordt er tot stand gebracht? Duizenden reageren er gunstig op en beginnen naar het leven toe te groeien. Nog slechts in het afgelopen jaar, 1965, werden 64.393 van zulke personen gedoopt en begonnen zij de weg te bewandelen naar een vreugdevol leven in Jehovah’s dienst. (Zie 1966 Yearbook of Jehovah’s Witnesses.) Jehovah’s getuigen zouden datgene wat in de afgelopen vijftig jaar is gedaan, niet door menselijke kracht of wijsheid tot stand hebben kunnen brengen. Gods geest heeft hen echter aangedreven en zij hebben zich bereidwillig naar Jehovah’s leiding geschikt. Zij hebben om onderricht gebeden, en hun verzoeken zijn beantwoord, evenals Davids verzoek in Psalm 143:10 (NW): „Leer mij uw wil te doen, want gij zijt mijn God. Uw geest is goed; moge deze mij leiden in het land van oprechtheid.” De Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen is in deze tijd een gelukkige, geestelijk voorspoedige organisatie, en Jehovah zegent deze maatschappij door ze zijn steun te schenken.
11. Welk essentiële punt moeten wij in gedachten hebben wanneer wij anderen helpen groeien, en wat is er precies bij groei betrokken?
11 Wij dienen de bekwaamheid van Jehovah’s geest evenmin te onderschatten in de wijze waarop deze op het hart van onze broeders inwerkt. Wanneer iemand zijn leven aan de dienst van Jehovah God wijdt, wenst hij te groeien. Hij is bereid de verantwoordelijkheid op zich te nemen andere mensen te helpen en sommige van de vele taken te behartigen die met het functioneren van een gemeente verband houden. Sommigen leren niet zo snel als anderen, en Jehovah’s geest zal iemand vanzelfsprekend niet door een overstelpende hoeveelheid werk in frustratie brengen. Opzieners in de gemeenten dienen derhalve geduldig en lankmoedig te zijn. Het zal allemaal veel gemakkelijker gaan, en zelfs een genoegen zijn om te zien, wanneer u de groei van uw broeders waarneemt in aangelegenheden waarbij het op verantwoordelijkheidsgevoel aankomt. Anderen opleiden iets te doen, kan voor u een vertraging betekenen, terwijl het werk bovendien wellicht niet zo goed wordt gedaan, maar te bestemder tijd zal de geest een werkelijke helper voor u voortbrengen. Wanneer u zich zorgen maakt, zal dit de geest van God niet tot spoed aanzetten. Onderwijs hen, toon hun wat zij moeten doen en laat hen dan groeien en tot ontwikkeling komen. Wanneer zij het verkeerd doen of in gebreke blijven, bespreek het dan nog eens en probeer een kleine verbetering op te merken die zich in de afgelopen periode heeft voorgedaan. Als u elke dag naar een boom zou teruggaan, hoeveel groei zou u dan waarnemen? Houd in gedachten dat groei in het geval van uw broeder meer dan één richting uitgaat. U, als de rijpe bedienaar van het evangelie, leidt hem misschien op in de van-huis-tot-huisbediening, hetgeen betekent dat u er de tijd voor neemt toespraakjes met hem voor te bereiden en dan werkelijk met hem de straat op gaat om de mensen van huis tot huis te bezoeken. U spoort hem ertoe aan zijn schema zo in te delen dat hij meer tijd aan deze bediening kan besteden, opdat hij in het aanbieden van het goede nieuws uit Gods Woord rijpheid kan verwerven. Het zal u dan kunnen ontmoedigen wanneer het u toeschijnt dat hij zijn dienst slechts een klein beetje heeft uitgebreid. Wat u echter niet ziet, is dat hij ook een betere vader voor zijn kinderen wordt, want hij brengt meer tijd met hen door, onderwijst hen dagelijks uit Gods Woord en leidt op zijn minst elke week een geregelde gezins-bijbelstudie. Hij levert ook beter werk in zijn wereldse betrekking en geeft nu zelfs meer dan een volle maat, zodat zijn werkgever niets op hem heeft aan te merken. Hij groeit in manlijkheid. Hij brengt nu de aansporing in Romeinen 13:8 op zich zelf van toepassing: „Zijt niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben.”
AANMOEDIGING
12. Uit welke aanmoedigende verzekering kunnen wij kracht putten wanneer wij bij ons zelf of anderen geen groei schijnen waar te nemen?
12 Zult u nu uw handen ten hemel heffen en de conclusie trekken: O, de persoon bij wie ik een bijbelstudie leid, maakt helemaal geen vorderingen? Zult u ermee ophouden uw broeder te onderwijzen omdat u hem te langzaam vindt? Wordt u ontmoedigd over u zelf en denkt u: Jehovah heeft vast geen plaats voor mij, ik schijn nu eenmaal niet te kunnen groeien en de dingen net zo goed te kunnen doen als anderen? Wacht echter eens even: Jehovah heeft zijn werkzame kracht, zijn geest, uitgezonden, en te bestemder tijd zullen wij een schitterende planeet hebben, een smaragden juweel in het universum, vruchtbaar en rijk, bevolkt door landdieren, vogels, vissen en de mens. Is het voor de geest niet iets gemakkelijks om in een menselijk schepsel veranderingen en groei tot stand te brengen? Natuurlijk, maar vergeet niet met enkele dingen rekening te houden. Hier is in de eerste plaats tijd voor nodig. In Prediker 3:11 (NW) staat: „Alles heeft hij fraai gemaakt op zijn tijd. Zelfs onbepaalde tijd heeft hij in hun hart gelegd, opdat de mensheid het werk dat de Ware God heeft gemaakt, nooit van het begin tot het einde kan doorgronden.” In de tweede plaats dient er in het hart plaats voor te worden ingeruimd. In Jeremia 31:33 wordt gezegd: „Dít is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des HEREN: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.” In Twee Korinthiërs 3:3 staat: „Het is duidelijk dat gij een brief van Christus zijt, geschreven door ons als dienaren, niet met inkt geschreven, maar met geest van een levende God, niet op stenen tafelen, maar op vleselijke tafelen, op harten.” In de derde plaats gebeurt dit niet door geweld, maar doordat men zich bereidwillig aan de geest onderwerpt. „Wordt als gehoorzame kinderen niet langer gevormd naar de begeerten die gij vroeger in uw onwetendheid hadt” (1 Petr. 1:14). „Richt uw hart op de vermaning en uw oor op woorden van verstand.” — Spr. 23:12.
13. Heeft de grond iets met groei uitstaande, en wat voor soort van grond wordt goed genoemd?
13 Beschouw in het licht van deze aangelegenheid van groei dus eens de grond of aarde, zoals deze wordt beschreven in een illustratie die Jezus volgens het verslag in Lukas 8:5-15 in een toespraak gebruikte: „Terwijl hij nu zaaide, viel een gedeelte ervan langs de weg en werd vertrapt, . . . Een ander gedeelte kwam op de rots terecht, en nadat het was uitgesproten, droogde het uit omdat het geen vocht had. Een ander gedeelte viel tussen de doornen, en de doornen, die tegelijkertijd opkwamen, verstikten het. Een ander gedeelte viel op de goede aarde, en nadat het was uitgesproten, bracht het honderdvoudig vrucht voort.” Welnu, hoe was de toestand van de grond, het zaaibed? Wij zien hier harde, platgetrapte grond, rotsachtige grond, met doornen begroeide grond en dan de goede grond. Voor een verdere beschrijving van de goede grond of aarde kunt u 8 vers vijftien lezen: „Dat op de voortreffelijke aarde, zijn zij die het woord, na het met een edel en goed hart te hebben gehoord, vasthouden en met volharding vrucht dragen.” Moeten wij hieruit concluderen dat van tevoren reeds vaststaat of iemands hart rotsachtig, hard of met doornen begroeid zal zijn of goed genoemd kan worden? Neen! De platgetrapte harde grond kan worden bebouwd, de rotsachtige stenen kunnen door vruchtbare grond worden vervangen en de doornen kunnen worden uitgetrokken en verbrand; het hangt helemaal van de wens van de eigenaar af.
14. Leg uit waarom het verlangen of doel van iedere persoon zo uiterst belangrijk is om onder Jehovah’s geest te kunnen groeien.
14 Wat is uw wens? U hebt een heel mensengeslacht te leven gekregen, waarvan u nu reeds een gedeelte hebt gebruikt. Hoe wenst u uw leven te investeren? Als u er oprecht moeite voor doet God te dienen en te aanbidden, staat u niets anders te doen dan te groeien. Groei onder de gezonde invloed van zijn geest. Overal waar Gods Woord blijft groeien, is toename (Hand. 6:7). Uw wens, uw doel, heeft hiermee te maken, want u kunt alleen maar groeien wanneer u de grond bewerkt, begiet en er gedurende de gehele tijd dat u God dient, geduldig voor zorgt. U zult er verlangend naar moeten zijn het groeiseizoen zo veel mogelijk uit te buiten. Terwijl u elke mogelijkheid tot het opgroeien van doornen beknot en beteugelt, zodat deze niet ongemerkt hun weg tot in het zaaibed vinden, zult u God de eerste plaats in uw leven toekennen. In Psalm 92:13-16 12-15 wordt dit leven van zorgvuldig geleide groei als volgt beschreven: „De rechtvaardige zal groeien als een palmboom, opschieten als een ceder van den Libanon; geplant in het huis des HEREN groeien zij in de voorhoven van onzen God; zij zullen in den ouderdom nog vrucht dragen, fris en groen zullen zij zijn; om te verkondigen, dat de HERE waarachtig is, mijn rots, in wien geen onrecht is.”
BLIJF GROEIEN
15. Zijn wij, wanneer er eenmaal groei is ingetreden, veilig, en waarom antwoordt u zo?
15 Hoe noodzakelijk het is te blijven groeien, wordt duidelijk geïllustreerd door de regeringen van Joas, Amazia en Uzzía, koningen van Juda van 903 v.G.T. tot 774 v.G.T. Ze beginnen goed, maar al gauw komt er een stilstand in de groei, waarna, in tegenstelling hiermee, moeilijkheden beginnen te groeien. Joas laat een profeet van God vermoorden en vervolgens staan zijn eigen dienaren tegen hem op om hem te doden. Jehovah komt niet tussenbeide omdat hij „den HERE . . . verlaten” heeft (2 Kron. 24:24). Amazia verlaat Jehovah en keert zich tot de aanbidding van de afgoden van de Edomieten. Uzzía wordt hoogmoedig en aanmatigend, hetgeen voor hem op melaatsheid uitloopt (2 Kron. 24:1–26:23). Spruit onze wens om Jehovah te aanbidden in de eerste plaats uit een zelfzuchtige beweegreden voort, of willen wij de weg van blijvend leven bewandelen, waarbij wij voortdurend aan de ontwikkeling en zorg voor onze groei denken, in gehoorzaamheid aan de instructie in Spreuken 4:4, 22 (NW): „Houd mijn geboden en blijf leven. Want ze zijn leven voor degenen die ze vinden en gezondheid voor geheel hun vlees”?
16. Welke uitwerking heeft groei op dienstknechten van Jehovah, en welke toekomst ligt erin opgesloten?
16 Denk nu terug aan het begin, toen u de waarheidswateren voor het eerst dronk en begon uit te spruiten. U maakte geleidelijk aan vorderingen. Van een luisteraar werd u een spreker. In plaats van tot u te nemen, begon u uit te dragen. U veranderde van een klein zaadje in een vruchten voortbrengende boom. Vastberaden bracht u veranderingen aan. Matigheid in voedsel en drank schonk ware vreugde in plaats dat u zich beknot voelde. U aanvaardde de in de bijbel opgetekende hoge maatstaven van moraliteit en verkreeg vele rein levende vrienden. U verving het vermoeiende, teleurstellende najagen van genot door een evenwichtig programma van voldoening schenkende studie van Gods Woord, vergaderingbezoek met andere groeiende bedienaren van het evangelie, deelneming aan de openbare prediking van het goede nieuws van Gods koninkrijk en ook een zekere mate van werkelijk opbouwende aangename ontspanning. Houd alles hiermee op? Neen! Dit alles kan namelijk in één of twee jaar tot stand worden gebracht. De wortels groeien dieper, de stam wordt groter, de takken sterker en de vruchten rijker. Er liggen jaren in het verschiet, geslachten, een oneindigheid van tijd. Ja, al die tijd, een eeuwigheid van tijd, kunt u groeien. Elke keer wanneer u de bijbel opnieuw leest, neemt uw inzicht toe, verruimt uw blik zich en wordt uw waardering dieper. Zolang iemand onder de leiding van Gods geest staat, zo verklaart Paulus, „onderzoekt [de geest] alle dingen, zelfs de diepe dingen Gods” (1 Kor. 2:10). Laat Psalm 1:1 daarom uw leidraad zijn wanneer u uw leven in de waarheid begint, op deze weg voortgaat en vervolgens verder wandelt op de weg naar de toekomst: „Welzalig de man die niet wandelt in den raad der goddelozen, die niet staat op den weg der zondaars, noch zit in den kring der spotters; maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht. Want hij is als een boom, geplant aan waterstromen, die zijn vrucht geeft op zijn tijd, welks loof niet verwelkt; — al wat hij onderneemt, gelukt. Want de HERE kent den weg der rechtvaardigen, maar de weg der goddelozen vergaat.” — Ps. 1:1-3, 6.