Word ijverig voor Jehovah
„Kom met mij mee, aanschouw mijn ijver voor [Jehovah].” — 2 Kon. 10:16.
1. (a) Wat voor soort van God wordt Jehovah vaak in de Schrift genoemd? (b) Door welke uitdrukking worden de bekendmakingen van zijn profeten dikwijls gevolgd, en waarom?
IN DE gehele bijbel wordt over Jehovah, die het universum heeft gemaakt, gesproken als over een ijverige God, een God wiens ijver verbazingwekkende wonderen tot stand heeft gebracht. Toen de profeet Jesaja derhalve belangrijke bekendmakingen betreffende de voornemens van de Grote Jehovah deed, zette hij deze bekendmakingen kracht bij door de volgende zinsnede: „De ijver van Jehovah der legerscharen zal dit doen” (2 Kon. 19:31; Jes. 9:7 [6]; 37:32, NW). Deze verklaring gaf de mensen de verzekering dat er niet aan de vervulling van deze beloften getwijfeld behoefde te worden, aangezien ze van de Almachtige, de ijverige God, afkomstig waren.
2, 3. (a) Waarom is de uitdrukking „de ijver van Jehovah der legerscharen zal dit doen” voor Gods volk van belang? (b) Waarom is Jehovah’s ijver een oorzaak van vreugde voor de mensheid?
2 De uitdrukking „de ijver van Jehovah der legerscharen zal dit doen” is beslist waardevol en opmerkenswaardig, want hierdoor wordt krachtig de nadruk gelegd op Gods actieve belangstelling voor de redding van de mensheid en op zijn doelbewuste en doeltreffende activiteit in dit verband. Door deze uitdrukking wordt ons kenbaar gemaakt dat redding van zonde en de dood, en het hernieuwde leven van Gods volk niet het gevolg zullen zijn van het automatische verloop van de geschiedenis of van een natuurlijke of economische oorzaak. Het zal het doeltreffende werk van een ijverige God zijn, want ons wordt meegedeeld: „De ijver van Jehovah der legerscharen zal dit doen.”
3 Jehovah’s ijver is derhalve een oorzaak van vreugde voor de mensheid, omdat deze bevrijding belooft van machten die de mens zowel fysiek als geestelijk onderdrukken, machten die zich vaak buiten het bereik van de nederige dienstknechten van God bevinden, evenals dit met Edom het geval was. Over de onderdrukker Edom verklaarde Jehovah’s profeet: „Dit heeft de Heer Jehovah gezegd: ’Voorwaar, in het vuur van mijn ijver wil ik spreken tegen de overgeblevenen van de natiën en tegen Edom, in zijn geheel, zij die zichzelf mijn land tot een bezitting hebben gegeven met verheuging van heel het hart’” (Ezech. 36:5, 6, NW). Alle met Edom te vergelijken onderdrukkers, met inbegrip van Satan de Duivel, zijn demonen en zijn gehele organisatie, zullen in Armageddon derhalve het vuur van Jehovah’s ijver voelen. „Geen twee maal verheft zich de benauwdheid.” — Nah. 1:9; Ps. 72:14.
VOORBEELDEN VAN IJVER
4. Welke les wordt door de ijver van Jehovah geleerd, en hoe hebben Jehovah’s dienstknechten deze les in hun leven geïllustreerd?
4 Deze ijver van Jehovah vormt een les voor Gods volk. Wij kunnen eruit leren dat als een bezigheid de moeite waard is, het onze algehele ondersteuning, ons enthousiasme en onze ijver verdient, evenals God van zichzelf geeft als hij ergens mee bezig is. Deze hoedanigheid van God werd in het leven van strijders, priesters en profeten van God geïllustreerd. Jehovah’s eniggeboren Zoon Jezus Christus illustreerde deze hoedanigheid op een voorbeeldige wijze, en hetzelfde kan van de apostelen en discipelen van Christus gezegd worden. Toen het gouden kalf gemaakt was, hebben de levieten bijvoorbeeld ijverig Mozes bij de berg Sinaï ondersteund. Zij doodden ongeveer 3000 personen die bij deze gelegenheid afgoderij beoefenden. Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van Jehovah’s priester Aäron, heeft in zijn ijver voor Gods rechtvaardigheid een mede-Israëliet en een Midianitische vrouw met een lans gedood omdat zij moedwillig seksuele immoraliteit bedreven (Ex. 32:15-29; Num. 25:6-13). De psalmist David schreef dat ’de ijver voor Jehovah’s huis hem had verteerd, en dat de smaadwoorden van wie Jehovah smaadden op hem neerkwamen’ (Ps. 69:10 9). Jehu, de koning van Israël, nodigde anderen uit zijn ijver voor Jehovah te aanschouwen. Hij wordt in de Schrift beschreven als iemand die in woedende vaart in zijn strijdwagen reed toen hij zijn rol als Jehovah’s oordeelsvoltrekker vervulde (2 Kon. 10:16). Getrouwe, ijverige mensen hebben als beloning Gods lof geoogst, terwijl hun de hoop op een „betere opstanding” in het vooruitzicht werd gesteld. — Hebr. 11:35.
5, 6. (a) Welke woorden worden in de christelijke Griekse Geschriften gebruikt om het Nederlandse woord „ijver” tot uitdrukking te brengen? (b) Welke voorbeelden treffen wij in de christelijke Griekse Geschriften aan van mensen die vervuld waren van ijver?
5 In de christelijke Griekse Geschriften komen ongeveer drieëndertig maal zulke Griekse woorden voor als dzèlos, dzèlò-o en dzèlótès, welke woorden uitsluitend in verband met mensen worden gebruikt. Evenals Jehovah — zoals staat opgetekend in de Hebreeuwse Geschriften — ijverig is geweest voor zijn heiligheid, en evenals zijn profeten ijver ten toon gespreid hebben, wordt door zijn heiligen in later tijden, en hierbij denken wij vooral aan Jezus Christus, dezelfde ijver aan de dag gelegd. Twee maal gedurende Jezus’ loopbaan als een dienstknecht van God, bewoog zijn ijver voor Jehovah hem ertoe de tempel van Jehovah te reinigen. Het huis van Jehovah dient niet op een huis van koopwaar te gelijken, zo verklaarde hij. De apostel Johannes beschrijft een van deze gelegenheden als volgt: „Nu was het pascha der joden nabij, en Jezus ging op naar Jeruzalem. En in de tempel trof hij de verkopers van runderen en schapen en duiven aan en de geldhandelaars die daar op hun plaats zaten. En nadat hij een zweep van touwen had gemaakt, dreef hij hen allen de tempel uit, met de schapen en runderen, en hij stortte de geldstukken van de geldwisselaars uit en keerde hun tafels om. En tot de duivenverkopers zei hij: ’Neemt deze dingen hier vandaan! Maakt het huis van mijn Vader niet langer tot een huis van koopwaar!’ Zijn discipelen herinnerden zich dat er geschreven staat: ’De ijver voor uw huis zal mij verteren.’” — Joh. 2:13-17.
6 De apostelen van Jezus Christus volgden zijn ijverige voorbeeld. In Handelingen 17:6 beschuldigden tegenstanders de christenen ervan „de bewoonde aarde ondersteboven [te] hebben gekeerd” met hun leer. Ongeveer tweeëntwintig jaar na de dood van Christus schreef de apostel Paulus aan de Korinthiërs: „Wat nu de bediening betreft die voor de heiligen is, het is overbodig dat ik u daarover schrijf, want ik ken uw bereidwilligheid, op grond waarvan ik tegenover de Macedoniërs over u roem, dat Acháje nu al een jaar gereed staat, en uw ijver heeft de meesten van hen aangespoord” (2 Kor. 9:1, 2). Ja, christelijke ijver bleek aanstekelijk te werken. IJver was een kenmerk van het christendom, terwijl anderen erdoor werden aangespoord een godvruchtige bediening op zich te nemen.
IJVER GEDEFINIEERD
7. Hoe wordt ijver afwisselend gedefinieerd?
7 Wat is ijver? IJver is afwisselend gedefinieerd als een vurige geestdrift voor een zaak of, minder vaak, voor een persoon; of als een intens verlangen het een of andere doel te bevorderen. Er wordt ook naar verwezen in de betekenis van vastberadenheid, enthousiasme, toewijding en vuur. Het Hebreeuwse woord voor ijver is kináh, van kaná, dat „gloeien” van enthousiasme betekent. Het Griekse woord dzèlos impliceert een element van verterend vuur, analoog met de hitte van ijver. Zo is de uitdrukking „een vurige ijver” ontstaan. In verschillende gebieden van de wereld wordt soms van actieve predikers gezegd dat zij ’in vuur en vlam staan voor de Heer’. In de bijbel wordt een actieve of enthousiaste dienstknecht van Jehovah beschreven als iemand die heet is, terwijl een inactieve dienstknecht lauw wordt genoemd.
8. Hoe en waarom worden christenen ertoe aangespoord ijverig te zijn?
8 Christenen worden ertoe aangespoord ijverige werkers voor Jehovah te zijn, want zonder ijverige werkers is een levende religie ondenkbaar. Zonder ijver kan er geen sprake zijn van een vurige overwinning, van een vervolmaakte christelijke persoonlijkheid, van een blijvende beloning of van christelijke geloofsdaden. De apostel Paulus schrijft derhalve: „Doet uw werk niet traag. Zijt vurig van geest. Dient Jehovah als slaven. Verheugt u in de hoop die voor u ligt” (Rom. 12:11, 12). „Wat gij ook doet, verricht uw werk met geheel uw ziel als voor Jehovah en niet voor mensen, want gij weet dat gij van Jehovah als rechtmatige beloning de erfenis zult ontvangen. Dient de Meester, Christus, als slaven” (Kol. 3:23, 24). „Altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer, wetend dat uw arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer” (1 Kor. 15:58). Paulus zei deze dingen niet alleen, maar hij leefde ernaar. De bijbelschrijver Lukas vertelt ons dat „Paulus zich intensief met het woord [ging] bezighouden, en hij gaf de joden getuigenis om te bewijzen dat Jezus de Christus is” (Hand. 18:5). Christenen zijn tot een ijverige activiteit in verband met de Heer geroepen en deze vurige dienst zal hun de beloning van eeuwig leven opleveren.
VERSCHILLENDE SOORTEN VAN IJVER
9, 10. Waaruit blijkt dat ijver eervol en oneervol kan zijn?
9 Bent u ijverig voor de Heer? Mensen hebben zich vergist, want niet alle ijver is goed. Wanneer ijver een onstuimige graad bereikt, verandert hij vaak in toorn; wanneer ijver helemaal in zelfzucht opgaat, verandert hij in jaloezie. IJver zonder een nauwkeurige kennis van Gods voornemens kan in fanatisme ontaarden. Zo kan ijver dus eervol of oneervol zijn. Er kan een juist geleide of een misleide ijver bestaan.
10 De apostel Paulus schrijft bijvoorbeeld in Romeinen 10:2, 3: „Want ik getuig van hen dat zij ijver voor God hebben, maar niet overeenkomstig nauwkeurige kennis; want omdat zij de rechtvaardigheid van God niet kenden, maar hun eigen rechtvaardigheid trachtten te bevestigen, hebben zij zich niet aan de rechtvaardigheid van God onderworpen.” Aldus onthult de apostel dat sommige mensen absoluut oprecht kunnen zijn in hun religieuze overtuigingen, en zelfs heel ijverig, maar zonder een feitelijke basis, zonder een nauwkeurige kennis van de waarheid van God. Deze mensen zijn er vaak meer verlangend naar hun eigen rechtvaardigheid te bevestigen dan die van God. Zo zei een dame tegen een getuige van Jehovah die tot haar predikte: „Ik zou u niet geloven, ook al wist ik dat u de waarheid had!” Er zijn echter ook mensen die wel veranderen. De apostel Paulus was zo iemand. In 1 Timótheüs 1:12, 13 geeft hij toe dat hij zijn vroegere loopbaan als een Farizeeër in onwetendheid had gevolgd. „Ofschoon ik vroeger een lasteraar en een vervolger en een onbeschaamd mens was. Niettemin werd mij barmhartigheid betoond omdat ik onwetend was en in ongeloof handelde.” Ongetwijfeld zijn er thans velen die evenals Saulus van Tarsus uit onwetendheid en in ongeloof handelen. Behoort u tot deze personen? Sta dan toe dat uw ijver door Gods Woord wordt geleid.
11, 12. (a) Toon gevallen aan waarin een ijver uit onwetendheid in een vervolgingsijver omsloeg? (b) Waaruit blijkt dat zo’n ijver niet van God of van Christus afkomstig kan zijn?
11 Een ijver uit onwetendheid kan vaak in een vervolgingsijver omslaan, zoals in het geval van Saulus van Tarsus. Saulus, die Paulus werd, belijdt: „Gij hebt natuurlijk gehoord van mijn vroegere levenswandel in het judaïsme, dat ik de gemeente van God tot het uiterste bleef vervolgen en verwoesten, en ik maakte grotere vorderingen in het judaïsme dan velen van mijn leeftijd in mijn ras, daar ik veel ijveriger was voor de overleveringen van mijn vaderen” (Gal. 1:13, 14; Fil. 3:6). Zelfs in deze tijd doen zogenaamde christenen, die ijverig zijn voor hun geloofsovertuigingen, al het mogelijke om de christelijke getuigen van Jehovah te vervolgen. In een uit 1966 daterend verslag van Indonesië wordt melding gemaakt van gewelddaden door het gepeupel en van christelijke bedienaren van het evangelie die tijdens hun bediening door protestantse geestelijken werden afgeranseld. Het verslag vermeldt: „Vier van de plaatselijke predikanten en ongeveer zestig ouderlingen van de verschillende kerken in de stad schoolden rumoerig samen rondom het huis van een geïnteresseerde persoon waar de eerste Wachttoren-studie werd gehouden. Toen de speciale pioniers en de huiseigenaar naar buiten kwamen om de oorzaak van de rustverstoring vast te stellen, brak het gepeupel het hek af en viel de drie broeders aan. Allen liepen verwondingen op. Een van de speciale pioniers werd bewusteloos geslagen en daarna barbaars door de predikant die de leiding had, geschopt. . . . De predikant die deze rel had ontketend, bezocht later een ander eiland, waar twee gezinnen van Jehovah’s getuigen pas naar toe waren verhuisd en huizen hadden gebouwd. Na een opruiende preek tegen de broeders gehouden te hebben, leidde hij de gemeente de kerk uit naar de huizen van de twee broeders, waarna zij hun huizen verwoestten en twaalf personen dakloos achterlieten.” De ijver die deze predikanten aan de dag legden, was vanzelfsprekend niet een ijver voor Jehovah, maar een misleide ijver, die hen ertoe bracht in strijd met de wil van God te handelen. Zij gedroegen zich zoals Saulus van Tarsus, die zijn lafhartige daden later betreurde. Het zou heel goed zijn als deze predikanten dit eveneens zouden doen.
12 Dit is niet het enige geval van een misleide religieuze ijver die zich in vervolging van de onschuldigen uitte. De geschiedenis bevat vele verslagen van religieuze inquisities, religieuze gewelddaden, religieuze ongeregeldheden en moorden. Jezus Christus en, naar verluidt, de meesten van zijn apostelen, werden door religieuze fanatici vermoord, en hetzelfde kan van Gods profeten vóór hun tijd worden gezegd (Matth. 23:34, 35). Zulk een misleide ijver zou met geen mogelijkheid het christendom in werking kunnen zijn, want christenen hebben niet het bevel ontvangen te vervolgen, maar om lief te hebben, zelfs hun vijanden. — Matth. 5:43-48.
13. Welke voorbeelden hebben wij waaruit blijkt dat ijver ten gevolge van bijgeloof tot laaghartige daden kan leiden?
13 IJver ten gevolge van bijgeloof kan religieaanhangers hun verstand doen verliezen en hen doen geloven dat zij God door hun laaghartige daden in werkelijkheid een gunst bewijzen. De Baälaanbidders in Elia’s tijd zweepten zich op tot een toestand van razernij en „zij [riepen] met luider stem en maakten zich naar hun gewoonte insnijdingen met dolken en met lansen, totdat zij dropen van het bloed”, in de hoop dat Baäl hun smeekbeden zou beantwoorden. Baäl was echter niet de ware God, doch een machteloos, door mensen gemaakt beeld. Elia leverde echter het bewijs dat Jehovah de ware God is en hij gaf het volk door een wenk te kennen dat zij ijverig voor Jehovah moesten worden (1 Kon. 18:21-40, NW). Jezus Christus heeft een profetie over onze tijd uitgesproken waarin hij aantoonde dat de mensen in deze tijd net zo onwetend ten aanzien van de ware God zouden zijn als in Elia’s tijd. Jezus zei: „Dan zal men u [de ware christenen] overleveren aan verdrukking en u doden, en gij zult ter wille van mijn naam voor alle natiën voorwerpen van haat zijn.” „Het uur komt”, zei hij, „waarin een ieder die u doodt, zal menen God een heilige dienst te hebben bewezen. Zij zullen deze dingen echter doen omdat zij noch de Vader noch mij hebben leren kennen” (Matth. 24:9; 23:34; Joh. 16:2, 3). Jezus’ woorden tonen afdoend aan dat de ijver die deze mensen tot daden van geweld tegen de dienstknechten van God aanzet, het gevolg is van bijgeloof.
ANDERE VORMEN VAN IJVER
14. Hoe kan ijver huichelachtig zijn, met verdorven beweegredenen?
14 IJver kan uit een verdorven beweegreden voortspruiten. Hij kan huichelachtig zijn in zijn praalzucht. De Farizeeër uit Jezus’ illustratie begon te bidden: „O God, ik dank u dat ik niet zo ben als de rest van de mensen: afpersers, onrechtvaardigen, overspelers, of zelfs zoals deze belastinginner. Ik vast tweemaal per week, ik geef tienden van alle dingen die ik verwerf.” Hij ging zo in zichzelf op dat zijn zelfzuchtige beweegreden aan het licht kwam. Hij was niet als de belastinginner die zich op de borst sloeg en zei: „O God, wees mij zondaar genadig” (Luk. 18:10-14). Jezus zei dat velen zouden zeggen: „Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele krachtige werken verricht?” En hij zal tegenover hen bekennen: „Ik heb u nooit gekend! Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid” (Matth. 7:22, 23). Dit is de tragedie van een huichelachtige ijver: hij schenkt geen blijvende beloning. Waarom zou men in plaats daarvan niet ijverig voor Jehovah worden?
15. Wat is een ijver uit twistgierigheid?
15 Er is ook een ijver uit twistzucht of twistgierigheid, een ijver die iemand ertoe brengt over woorden, manieren en gewoonten te twisten. In 1 Korinthiërs 11:11-16 probeert Paulus uitsluitsel te geven omtrent de kwestie wanneer een vrouw in de gemeente een hoofdbedekking dient te dragen, waarna hij zegt: „Indien iemand echter ten gunste van een ander gebruik schijnt te redetwisten, wij hebben geen ander, en de gemeenten van God evenmin.” Eerder in deze brief toont Paulus aan dat er geredetwist werd in verband met degenen die zij als leider volgden: „Want wanneer de een zegt: ’Ik behoor bij Paulus’, maar een ander zegt: ’Ik bij Apóllos’, zijt gij dan niet louter mensen?” (1 Kor. 3:4) Zulke mensen dienen ijverig voor Jehovah te worden en geen belangrijke energie aan onbeduidende zaken te verspillen.
16. (a) In welk opzicht kan ijver eenzijdig zijn? Geef een voorbeeld. (b) Wat adviseerde de engel die lauwe personen in Laodicéa?
16 IJver kan ook eenzijdig zijn. De Efraïmieten werden beschreven als koeken die slechts aan één zijde waren gebakken dus met andere woorden halfgaar waren (Hos. 7:8). Zij waren halfslachtig in hun toewijding en dienst voor God. Hoeveel van dit soort mensen kennen wij in deze tijd? Mensen die op twee gedachten hinken — mensen die graag over Gods koninkrijk horen maar ook deze wereld liefhebben. Met hun mond prijzen zij Gods volk omdat het een prachtig werk doet, maar zij willen er zelf geen aandeel aan hebben. Sommigen bezoeken wellicht zelfs vergaderingen van Gods volk, maar zij maken dit nooit tot een geregelde gewoonte. Zij beschouwen zichzelf als christenen, als mensen die zelfs behoorlijk geestelijk gezind zijn. Net als de Laodiceeërs zijn zij noch warm, noch koud. Zij zijn lauw. Zij bedriegen zichzelf door te denken dat zij geestelijk rijk zijn en dat God met hun lauwe krachtsinspanningen is ingenomen. Deze gedachte is echter misleidend, zoals de engel van de gemeente in Laodicéa moest uiteenzetten: „Omdat gij lauw zijt en noch heet noch koud, daarom ga ik u uitbraken uit mijn mond. Omdat gij zegt: ’Ik ben rijk en heb rijkdom verworven en heb in het geheel niets nodig’, maar gij niet weet dat gij ellendig en beklagenswaardig en arm en blind en naakt zijt, raad ik u aan door vuur gelouterd goud van mij te kopen, opdat gij rijk moogt worden, en witte bovenklederen, opdat gij gekleed moogt worden en de schande van uw naaktheid niet openbaar worde, en oogzalf om op uw ogen te strijken, opdat gij moogt zien. Allen voor wie ik genegenheid heb, wijs ik terecht en onderricht ik streng. Wees daarom ijverig en heb berouw” (Openb. 3:14-19). Het is niet te laat om uit deze apathische, lauwe toestand wakker te worden. De engel adviseert „ijverig” voor Jehovah te worden.
17. (a) Hoe kan ijver tijdelijk zijn? Geef een voorbeeld. (b) Hoe kan ijver in deze tijd tijdelijk blijken te zijn?
17 Er is ook een tijdelijke ijver, een ijver die het opgeeft. Toen Joas, de koning van Israël, naar de profeet Elisa ging en over het vermoedelijke lot van Israël weende, zei Elisa hem het raam naar het oosten te openen en een pijl te schieten. Joas deed dit. Elisa riep toen uit: „Jehovah’s pijl van redding, ja, de pijl van redding tegen Syrië! En gij zult Syrië bij Afek stellig geheel en al verslaan” (2 Kon. 13:14-17, NW). Elisa’s boodschap had de koning met geestdrift moeten vervullen, maar was dit ook het geval? Toen Elisa hem opdroeg zijn pijlen te nemen en er de aarde mee te slaan, wat deed Joas toen? Nu het geluid van de overwinning in zijn oren weerklonk, had hij de aarde ermee tot poeder moeten slaan. In plaats daarvan sloeg hij de aarde zwakjes driemaal en hield er toen mee op. Elisa werd verontwaardigd op hem; daarom zei hij: ’Het was de bedoeling vijf of zes maal te slaan! In dat geval zoudt gij Syrië stellig geheel en al verslaan, maar nu zult gij Syrië drie maal verslaan’” (2 Kon. 13:18, 19, NW). Joas verried dat zijn ijver tijdelijk was. Zijn ijver gaf het op. Hij liet zich niet door Jehovah’s belofte in gloed zetten, hetgeen had moeten gebeuren als hij er volledig geloof in had gesteld. Ook in deze tijd zijn er velen die, wanneer zij de beloften van God horen, er snel bij zijn om er met twijfel, scepticisme en achterdocht op te reageren. Wat een vreugdevuur had kunnen zijn, is al gauw in een beetje smeulende as veranderd, en zij verbazen zich erover waarom zij niet ijverig voor Jehovah zijn. Gods Woord zegt tot de twijfelaar: „Wie twijfelt, is gelijk een golf van de zee, die door de wind gedreven en heen en weer geslingerd wordt. Die mens moet feitelijk niet menen dat hij iets van Jehovah zal ontvangen; hij is een besluiteloos man, ongestadig in al zijn wegen” (Jak. 1:6-8). Wanneer wij Jehovah dienen, is er geen plaats voor twijfel. Jehovah eist exclusieve toewijding. De beslissende stap in zijn dienst moet van ganser harte worden gedaan, zonder voorbehoud, en eeuwig. „Wij [zullen] oogsten indien wij het niet moe worden.” — Gal. 6:9.
EEN WARE IJVER VOOR JEHOVAH
18. (a) Wat is ware ijver? (b) Hoe openbaart ware ijver zich onder de mensheid?
18 Er bestaat een ware ijver, een oprechte, welgemeende belangstelling voor de eer van God en het geestelijke welzijn van de mensheid. Het is een ijver die zijn oorsprong vindt in het goddelijke gebod: „Wees . . . ijverig”! (Openb. 3:19) Het voorbeeld van deze ijver is gesteld door Christus Jezus, die „het land [doorging], wéldoend en gezond makend allen die door de Duivel onderdrukt waren, want God was met hem” (Hand. 10:38). De apostel Paulus zei tot Titus: Christus „heeft [zich] gegeven om ons van elke soort van wetteloosheid te bevrijden en zich een volk te reinigen dat uitsluitend zijn eigendom zou zijn, ijverig voor voortreffelijke werken” (Tit. 2:14). Deze ijver heeft zich door alle eeuwen heen in de houding van de christen ten opzichte van de belangrijkheid van Gods dienst geopenbaard. Opgedragen christenen hebben de aanbidding van God op de eerste plaats in hun leven gesteld (Matth. 6:33). Zij zijn ijverig voor Jehovah geworden. En deze ijver kan worden waargenomen in hun christelijke gedrag en aanbidding, in het verlangen en in de krachtsinspanningen die zij in het werk stellen om hun geest en persoonlijkheid met die van Christus in overeenstemming te brengen. Hun dagelijkse leven is geheel van ijver voor Jehovah doortrokken. In hen vinden de woorden van de apostel Paulus hun vervulling: „Gij [moet] niet langer . . . blijven wandelen zoals ook de natiën wandelen in de vruchteloosheid van hun denken, verduisterd als zij zijn in hun verstand en vervreemd van het leven dat God toebehoort, wegens de onwetendheid die in hen is, wegens de ongevoeligheid van hun hart. Elk zedelijkheidsbegrip verloren hebbend, hebben zij zich overgegeven aan een losbandig gedrag om hebzuchtig allerlei onreinheid te bedrijven. Maar gij hebt de Christus zo niet leren kennen, mits gij hem althans hebt gehoord en door bemiddeling van hem werdt onderwezen, gelijk de waarheid in Jezus is dat gij de oude persoonlijkheid, die met uw vroegere levenswandel overeenkomt en die naar haar bedrieglijke begeerten wordt verdorven, dient weg te doen, maar dat gij nieuw gemaakt dient te worden in de kracht die uw denken aandrijft, en de nieuwe persoonlijkheid dient aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit.” — Ef. 4:17-24.
19. Welke vragen dringen zich aan ons op, en waar zullen de antwoorden op onze vragen worden aangetroffen?
19 Waar kan men echter in deze tijd in een religieus gistende wereld zo’n ijver vinden? Wie wil thans, in dit wetenschappelijke tijdperk, ijverig voor Jehovah zijn? Welke mensen zijn bereid de oude, gemakkelijke, loszinnige levenswijze in een misdadige en opstandige wereld, waarin men alle zedelijkheidsbeginselen overboord heeft gegooid, voor een nieuwe persoonlijkheid op te geven? Welk bewijs is er dat er op aarde een oprechte religieuze ijver voor Jehovah bestaat? Het volgende artikel zal op deze en andere actuele vragen antwoord geven.
[Illustratie op blz. 653]
IJver voor Jehovah bewoog Jezus ertoe de tempel te reinigen
[Illustratie op blz. 657]
Joas gaf blijk van ijver voor Jehovah, maar hij volhardde er niet in. Zulk een tijdelijke ijver moet door christenen in deze tijd vermeden worden