Wat is het christelijke standpunt met betrekking tot dansen?
IN DE laatste jaren zijn er door het tijdperk van de rock-’n-roll-muziek tal van nieuwe dansen voortgebracht. Ze zijn meestal van korte duur en worden al gauw door andere vervangen. Hoewel sommigen de voorkeur geven aan snelle dansen, houden anderen meer van de langzame soort, waarin de man en vrouw samen dansen en elkaar vasthouden. Onder jongeren zijn in sommige landen rockdansen populair geworden waarin de partners elkaar niet werkelijk aanraken maar allerlei bewegingen maken. Gezien zulk een verbijsterende reeks van dansen in deze tijd, vraagt een christen zich wellicht af: Wat is het juiste standpunt met betrekking tot dansen bezien in het licht van de bijbel?
In het Israël uit de oudheid werden dansen meestal in groepen uitgevoerd, in het bijzonder door vrouwen. Wanneer mannen zich in de dans begaven, vormden zij klaarblijkelijk een afzonderlijke groep. Er wordt niet rechtstreeks gezegd dat er gemengd werd gedanst.
Dansen op zich wordt in Gods Woord niet regelrecht veroordeeld. Wanneer dansers door God werden afgekeurd — zoals in het geval van de Israëlieten die voor een gouden kalf dansten — was het de aan het dansen verbonden afgoderij die verkeerd was, hoewel er misschien ook losbandigheid bij betrokken is geweest. Zulk een afgoderij en dit dansen deden Jehovah oneer aan. — Ex. 32:1-35.
Onder de oude heidense natiën kwamen vruchtbaarheidsdansen veelvuldig voor. Dit waren dansen die ten doel hadden de seksuele driften van zowel de deelnemers als de toeschouwers te prikkelen. De Kanaänieten voerden rondedansen om hun afgoden en heilige palen uit ter ere van de vruchtbaarheidskrachten. De aanbidding van Baäl ging met woeste, teugelloze dansen gepaard.
Als wij verder in de tijd gaan, zien wij dat er in de christelijke Griekse Geschriften gewag wordt gemaakt van dansen, zonder dat er in ongunstige zin over wordt gesproken. Jezus Christus vertelde zelfs een gelijkenis waarin dansen als onderdeel van een vreugdevolle gebeurtenis werd genoemd. Bij de thuiskomst van de verloren zoon verheugde zijn vader zich en organiseerde een feest. Er werd in verband met het feest ook gedanst (Luk. 15:25). Het is duidelijk dat de Zoon van God dansen op zich niet afkeurde, anders zou hij het niet als onderdeel van een waardig feest hebben genoemd.
Hoe dient een christen het dansen van tegenwoordig in al zijn verscheidenheid echter te bezien? God heeft in zijn geschreven Woord beginselen uiteengezet waardoor een christen zich in al zijn gedragingen dient te laten leiden. Het is in het licht van deze beginselen belangrijk de beweegredenen en bedoelingen die achter de dansen zelf steken, de bewegingen van de dansende lichamen en de gedachten die zulke bewegingen op de deelnemers en toeschouwers overbrengen, in ogenschouw te nemen.
DANSEN WAARIN MEN ELKAAR NIET AANRAAKT
In nagenoeg alle rock-’n-roll-dansen die de jongeren doen, raken de partners elkaar niet aan. De twist wordt door velen als het begin van dit soort van dansen beschouwd. Een interviewer voor het tijdschrift Look berichtte enige tijd geleden:
„De karakteristieke dansen van ons nieuwe tijdperk van luidruchtig plezier zijn alle variaties op de twist. . . .De dansers raken elkaar niet aan en praten niet. . . .Elk beeldt datgene uit wat de naam van de dans vereist. . . .Zij zien eruit alsof hun lichaam schreeuwt.
’Het is een soort van vruchtbaarheidsrite, die ten doel heeft de steriliteit van het moderne leven te bestrijden’, aldus een jonge medische student die werd gevraagd een verklaring voor de dansstijl van zijn generatie te geven. Maar dit is vruchtbaarheidsmagie zonder lichamelijk contact. . . .Een leerling-verpleegster . . . zegt: ’Het is wel wat sexy . . . al die wriemelende lichamen die elkaar echter nooit aanraken.’”
Hoewel rockdansen aanzienlijk van elkaar verschillen, zijn de bewegingen in sommige ervan dus hetzelfde als die in vruchtbaarheidsdansen, en de uitwerking kan ook hetzelfde zijn. Voor zover een moderne dans een nabootsing is van de erotische bewegingen van de een of andere heidense dans, schakelen schriftuurlijke beginselen zo’n dans dus voor christenen uit, aangezien Gods Woord waarschuwt voor „schandelijk gedrag” en „dingen [die] niet welvoeglijk zijn” (Ef. 5:4). Christelijke vrouwen krijgen in Gods Woord de raad zich bescheiden te kleden en een ’eerbaar gedrag’ aan de dag te leggen, beginselen die ook van toepassing zijn op het gedrag van mannen (1 Petr. 3:1, 2; Tit. 2:4, 5; 1 Tim. 2:9). Veel rockdansen waarin men elkaar niet aanraakt, zijn echter volstrekt niet bescheiden of eerbaar.
Een meisje denkt misschien werkelijk dat een snelle rockdans, waarbij de aandacht wordt gevestigd op een gedeelte van het lichaam waar de voortplantingsorganen zich bevinden, onschuldig is. Toch stelt zij zich aan moeilijkheden bloot. Zij denkt misschien dat er niets gebeurt, maar het kan zijn dat de hartstocht van de jongen wordt opgezweept en dat hij het meisje seksueel begeert.
Een meisje dient derhalve te bedenken wat voor aantrekkingskracht zij op een jongen kan uitoefenen. Voelt hij zich louter tot haar aangetrokken omdat zij hem seksueel opwekt? Hij kan dit genot echter van massa’s andere meisjes krijgen die nauwsluitende kleren dragen, met hun heupen draaien en verschillende erotische bewegingen maken. Een meisje moet zich dus afvragen: Wil ik een man alleen maar op die basis aantrekken? Of wil ik een man die mij graag mag om wat ik ben? om mijn conversatie? om de dingen die naar mijn mening belangrijk zijn in het leven? Stel ik belang in een man die er plezier in heeft iets voor mij te doen, of enkel in een man die mij aardig vindt om wat ik hem kan geven?
Sommige christenen vinden het misschien fijn om te dansen, maar als er onbetamelijk gedrag bij een dans is betrokken of als deze seksueel suggestief is (door de nadruk te leggen op erotische bewegingen van de borsten en heupen), doen zij er wijselijk niet aan mee, in plaats van te denken dat zij met de massa mee behoren te gaan (Rom. 12:2). Sommigen lachen u misschien uit omdat u niet met de massa meegaat, maar het belangrijkste is dat u een goed geweten jegens God hebt. — 1 Petr. 4:3, 4.
DE UITWERKING VAN MUZIEK
Nog iets wat in aanmerking moet worden genomen, is de uitwerking die sommige rockmuziek heeft. Het tijdschrift High Fidelity zei met betrekking tot rockmuziek:
„Geen wonder dat ouders niets van rock moeten hebben — de rockmystiek is gebaseerd op sex, . . . ’Laten wij de nacht samen doorbrengen’, zo dringen de Stones aan, en hun impresario zegt cynisch: ’Popmuziek gaat over sex en je moet hen ermee in het gezicht slaan.’ Dit werpt de verontrustende vraag op: In hoeverre is dit alles opzettelijk bedoeld om de ontwakende fysieke verlangens bij pubers te stimuleren?”
Degenen die op dergelijke muziek dansen, zeggen misschien dat zij niet naar de woorden van een song luisteren; ’zij dansen alleen maar.’ Maar als de woorden onbetamelijk of immoreel zijn, of hieraan grenzen, worden ze toch in de jeugdige geest gegrift. Ja, de dansers kunnen de regels die zij beweren niet te horen, vaak nazeggen. Het zijn echter niet alleen de woorden van dergelijke rockmuziek die soms de grenzen der betamelijkheid overschrijden, maar het is ook de uitwerking van de muziek.
Nog niet zo lang geleden heeft een lid van de Amerikaanse commissie voor pornografie een studie gemaakt van wat de seksuele gevoelens van jonge meisjes opwekt. Tijdens haar onderzoek heeft deze autoriteit, mevrouw Patricia Schiller, ontdekt dat jonge meisjes vaak seksueel worden opgewekt door pop- en rock-’n-roll-muziek, vooral als zij met jongens zijn. Zij zei: „Door op de emoties van meisjes te werken ten einde liefde en genegenheid op te wekken, dient muziek vaak als een katalysator voor liefde en daardoor als een stimulans om de opgroeiende vrouw seksueel op te wekken. . . . De muziek brengt dit gevoel naar boven.” — Denver Post van 23 juli 1971.
Jeugdige christenen moeten dus voorzichtig zijn met betrekking tot de soort van muziek waarop zij dansen. Daar vrouwen, meer dan mannen, beïnvloed worden door wat zij horen, is dit vooral belangrijke raad voor hen. Rockmuziek die hartstochtelijke gevoelens opwekt of tot wilde bandeloosheid aanzet, is iets dat wijselijk vermeden dient te worden als zij Gods goedkeuring willen hebben.
ANDERE DANSEN
Wat valt er dan over conventionele dansen, langzamere dansen, te zeggen waarin de partners elkaar vasthouden? Hierbij wordt de nadruk vaak meer op de sierlijkheid van beweging gelegd. Gehuwde personen scheppen vaak vreugde in dit soort van dansen. Een echtpaar dat door de jaren heen samen danst, kan er heel veel ontspanning in vinden en vreugde uit putten hun bekwaamheid in deze „ballroomdansen” aan te wenden, terwijl zij al die tijd van elkaars gezelschap genieten.
Maar aangezien ook ongehuwde personen door dit soort van „intiem” dansen meegesleept zouden kunnen worden, rijst de vraag in hoeverre zij voorzichtigheid moeten betrachten. Illustrerend waarom dit een potentiële bron van moreel gevaar is, merkt Dr. F. Wittels in zijn boek Sex Habits of American Women op:
„De bedoeling van de ballroomdans . . . is, twee personen van de tegenovergestelde sekse de kans te geven een poosje dichter bij elkaar te zijn en te blijven dan onze sociale gewoonten anders zouden toelaten. . . .Gesyncopeerde dansmuziek is niet bevorderlijk geweest voor het langdurig behoud van de maagdelijkheid.”
’Maar is dit niet een beetje vergezocht?’ vragen sommigen zich wellicht af. Het is interessant dat de New York Times Magazine van 18 juni 1972 met betrekking tot langzame ’contactdansen’ op middelbare-schoolbals opmerkte dat de jongens het zien „als een wettig excuus om hun armen om een meisje heen te slaan en haar dicht tegen zich aan te houden”. Schuilt het genoegen van het dansen in de sierlijke dansfiguren en andere artistieke bewegingen van de dans? Het artikel vervolgde: „Langzame dansen zijn vijf minuten durende omhelzingen, rugstrelingen en billeklapjes.”
Dat bij veel dansen vaak sensueel genot is betrokken, blijkt uit het feit dat een jongeman die vóór zijn huwelijk graag danste, na het huwelijk zijn belangstelling voor dansen vaak verliest. Zijn vrouw moet hem er nu misschien toe overhalen met haar de dansvloer op te gaan om de sierlijke dansen met haar te doen waarvan zij zoveel houdt.
Een jongeman houdt misschien van dansen, maar begrijpt toch niet helemaal waarom. Dit komt doordat natuurlijke krachten in zijn eigen lichaam zich voor het eerst doen gelden en de jongeman weet dat ze hem een strelend gevoel van genot geven. Hij heeft echter nog nooit het hoogtepunt ervan ondervonden omdat hij niet getrouwd is. Een jongeman doet dit wellicht dus zonder slechte bedoeling. Als hij deze dingen echter werkelijk begrijpt en volgens goddelijke beginselen tracht te leven, zal hij trachten te doen wat de bijbel zegt: „Doodt daarom uw lichaamsleden die op de aarde zijn ten aanzien van hoererij, onreinheid, seksuele begeerte.” — Kol. 3:5.
Als u dus aan een ballroomdans deelneemt, besef dan vol consideratie de mogelijkheid dat uw partner op onjuiste wijze geprikkeld zou kunnen worden, ook al vindt u misschien dat u niet intiem genoeg danst om er sensueel genot uit te putten. Sommige gehuwde personen hebben besloten alleen met hun eigen huwelijkspartner te dansen en aldus alle complicaties te vermijden. Een ieder dient zijn eigen beweegreden met betrekking tot dansen te onderzoeken. Sommigen genieten wellicht werkelijk van het dansen zelf en hebben misschien geen onjuist motief. Niet bij alle ballroomdansen behoeft men een partner zo dicht tegen zich aan te houden dat er een intiem lichamelijk contact is. Veel dansen kunnen op zowel een fatsoenlijke als onfatsoenlijke manier gedaan worden, hetgeen afhangt van de personen die dansen.
AANLEIDINGEN TOT STRUIKELEN VERMIJDEN
Ook al is een christen misschien van oordeel dat hij met een goed geweten voor het aangezicht van God aan een dans kan deelnemen omdat hij geen verkeerde beweegreden heeft, is er nog iets anders waaraan hij moet denken. Hij dient rekening te houden met de uitwerking op de toeschouwer. Zal de toeschouwer mogelijkerwijs het gevoel hebben dat de christen zich aan onbetamelijk gedrag overgeeft? De toeschouwer weet wat er in zijn eigen geest kan omgaan wanneer hij een sensuele dans ziet, en hij neemt aan dat zulke gedachten ook in de geest van de dansers omgaan. Het is niet voldoende te zeggen: „Mijn gedachten en geweten zijn zuiver”, omdat de Schrift de belangrijkheid beklemtoont „geen aanleiding tot struikelen” te geven. — 1 Kor. 10:32.
Geen enkele christen wil door zijn gedrag mensen van Gods waarheid afkeren, ook al is dat gedrag op zich misschien niet verkeerd. De omstandigheden kunnen dat gedrag echter verkeerd maken. Wat in de ene plaats mogelijk aanvaardbaar is, maakt misschien dat er ergens anders op u wordt neergekeken. Indien mensen een bepaalde dans als een bewijs van bandeloosheid zien, beschouwen zij alle deelnemers eveneens als bandeloos. Iedere christen doet er dus goed aan Paulus’ raad ter harte te nemen: „In geen enkel opzicht geven wij enige aanleiding tot struikelen, opdat er geen aanmerkingen op onze bediening gemaakt kunnen worden.” — 2 Kor. 6:3.
Een rijpe christen zal bovendien ten aanzien van elke nieuwe dans die zich misschien ontwikkelt, het standpunt van de Heilige Schrift innemen. Is een dergelijke dans bevorderlijk voor heilig gedrag? Gods Woord zegt: „Wordt . . . zelf heilig in uw gehele gedrag.” De bijbel veroordeelt „begeerten naar zingenot”. De bijbel maant christenen aan bescheidenheid te tonen en gebiedt hun „al wat eerbaar is” te bedenken en te beoefenen. — 1 Petr. 1:15; Jak. 4:1; Ef. 5:4; Fil. 4:8; 1 Tim. 2:9.
Een jong persoon, of een oudere christen, kan zich bij het beschouwen van het christelijke standpunt met betrekking tot dansen, dus afvragen: ’Hoe voldoet de dans die ik in gedachte heb aan die schriftuurlijke vereisten?’ Naarmate de morele maatstaven van dit goddeloze samenstel steeds meer ineenstorten, zal het niet verwonderlijk zijn dat u thans heel wat dansen aantreft die voor Gods heilige volk niet betamelijk zijn. Alle christenen, ongeacht hun leeftijd, dienen derhalve de raad in gedachten te houden die de apostel Paulus gaf: „Hetzij gij daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid.” — 1 Kor. 10:31.