Duizend jaar van verademing voor de mensheid
WELINGELICHTE personen zijn het thans op één punt met elkaar eens — dat de mensheid verademing nodig heeft, hoewel elk over het algemeen een andere oplossing heeft te bieden. Ross Smyth, de vorige president van de Wereldfederalisten van Canada, hield onlangs een toespraak waarin hij zei:
„De huidige transport- en communicatiemiddelen hebben de aarde tot een wereldomvattend dorp doen inkrimpen. Maar het is een dorp zonder burgemeester, zonder een doeltreffende gemeenteraad en politiemacht en zonder een doeltreffend rechtsstelsel. Evenals een groot straalverkeersvliegtuig zich met 365 passagiers door de lucht spoedt, vliegt onze aarde met 3 1/2 miljard passagiers door de ruimte — maar niemand is de gezagvoerder.”
De heer Smyth legt zijn vinger op een fundamentele noodzaak, dat wil zeggen de een of andere regering die de autoriteit, macht en wijsheid bezit om ten goede van de mensen de leiding te nemen. Hij gelooft dat een federale wereldregering de oplossing is.
De mensheid heeft reeds ongeveer zesduizend jaar lang behoefte gehad aan verademing, maar nog nooit zo dringend als nu. Welke regering is werkelijk de oplossing? God, die de aarde heeft geschapen en de mens erop heeft geplaatst, deelt ons mee dat hij een regering verschaft die slechts duizend jaar nodig heeft om alle schade van de afgelopen zesduizend jaar te herstellen en de mensheid alles te geven wat ze nodig heeft om gelukkig te zijn. Dit is Gods Messiaanse koninkrijk.
Hoe zal deze verademing door dit Koninkrijk tot stand worden gebracht? De bijbel toont aan dat er vlak voor de duizend jaar enig voorbereidend werk moet worden gedaan ten einde Gods regering een zuivere, volle duizend jaar van vrede te geven om de mensheid te herstellen.
Zoals in vorige uitgaven van dit tijdschrift is besproken, zullen de valse religie en het politieke en commerciële stelsel van deze wereld vernietigd worden. U zult dit beschreven vinden in de hoofdstukken 17-19 van het bijbelboek Openbaring. Het zal een grote verademing brengen als de aarde wordt ontdaan van haar goddeloze verdervers en vernietigers, maar dan zal nog de voornaamste bron van de weeën der aarde verwijderd moeten worden. Wie of wat is die bron?
DE WERKELIJKE BRON VAN ’S MENSEN WEEËN
De voornaamste bron van de weeën der mensheid is Satan de Duivel, een onzichtbaar geestelijk persoon. Deze persoon heeft grote macht. Hij is niet louter een ’beginsel van kwaad’, noch stelt hij zich ermee tevreden hier en daar afzonderlijke personen tot zondigen te verleiden. Hij wordt „de god van dit samenstel van dingen”, „de heerser van de wereld” en degene die „de gehele bewoonde aarde misleidt” genoemd. — 2 Kor. 4:4; Joh. 14:30; Openb. 12:9.
In de tijdsperiode sinds 1914 G.T. heeft de wereld haar grootste weeën ondergaan. De bijbel verklaart de reden hiervoor. Hierin wordt aangetoond dat er toen door Jezus Christus, die een oorlog tegen Satan en zijn demonen streed en hen uit de hemel van Gods tegenwoordigheid naar de omgeving van de aarde slingerde, inleidende stappen tegen deze vijand van God en de mens werden ondernomen. Over de afloop van deze strijd zegt de bijbel: „Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” — Openb. 12:7-12.
De aarde is sedertdien het gehele werkterrein van de goddeloze demonen, goddeloze geestelijke personen, geweest, ja, nu reeds gedurende meer dan vijftig jaar. Dit verklaart de toegenomen moeilijkheden in ons geslacht. Als de aarde daarom door de vernietiging van goddeloze menselijke instellingen en hun ondersteuners is gereinigd, is het gebiedend noodzakelijk dat de Duivel en zijn demonen worden verwijderd, opdat er volledige verademing komt.
De bijbel ziet dit niet over het hoofd en laat ons niet naar de zekerheid daarvan raden. Onmiddellijk na de vernietiging van dit samenstel van dingen op aarde door Christus’ hemelse strijdkrachten te hebben beschreven, zegt de bijbel:
„En ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand. En hij greep de draak, de oorspronkelijke slang, die de Duivel en Satan is, en hij bond hem voor duizend jaren. En hij slingerde hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de natiën niet meer zou misleiden totdat de duizend jaren geëindigd waren. Na deze dingen moet hij voor een korte tijd worden losgelaten.” — Openb. 20:1-3.
VREDE EN BEVRIJDING VAN DE DOOD
Door deze daad, waardoor Jezus Christus, op Jehovah’s bevel, de Duivel (te zamen met zijn demonen) in de „afgrond” sluit, zijn zij duizend jaar lang als ’waren zij niet’. (Luk. 8:30, 31; vergelijk Openbaring 17:8.) Er zal zodoende geen inmenging uit het onzichtbare geestenrijk zijn om de mensheid op aarde te misleiden. Dit zal voor de mensheid meer betekenen dan wij ten volle kunnen beseffen of naar waarde kunnen schatten. Satan is de „heerser van de autoriteit der lucht”, dat wil zeggen een onzichtbare heerser, geweest. Denk u eens de vredige betrekkingen in die er tussen mensen zullen bestaan als Satan zelf niet meer „de geest [is] die thans werkzaam is in de zonen der ongehoorzaamheid”. — Ef. 2:2.
Met het in de afgrond sluiten van Satan zullen de duizend jaar van de Messiaanse regering beginnen. De weinige geestelijke broeders van Jezus Christus die op aarde zijn overgebleven, te zamen met hun metgezellen, de „grote schare”, die naar zegeningen op aarde onder Gods koninkrijk uitzien, zullen aanvankelijk hun krachten inzetten om de aarde tot een paradijstuin te verfraaien. Dan zal de opstanding der doden beginnen. De apostel Johannes bericht over zijn visioen hiervan: „En de zee gaf de doden in haar op, en de dood en Hades gaven de doden in hen op, en zij werden ieder afzonderlijk geoordeeld overeenkomstig hun daden.” — Openb. 20:13.
Onder degenen die aldus uit het gemeenschappelijke graf van de mensheid te voorschijn komen, zal zich de boosdoener bevinden die naast Jezus aan een terechtstellingspaal werd gehangen en tot wie Jezus zei: „Voorwaar, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn” (Luk. 23:43). Wanneer die boosdoener uit Hades te voorschijn komt, zal het koninkrijk van Jezus Christus het aardse Paradijs voor de mensheid hebben hersteld. In dat Paradijs zal de boosdoener, met alle andere mensen die uit de doden zijn opgewekt, de gelegenheid hebben een andere levenswandel te volgen en van menselijke onvolmaaktheid en zondigheid genezen worden. Op deze wijze zal hij aan het einde van de duizend jaar van Christus’ regering in staat zijn het doel van menselijke volmaaktheid naar Gods beeld en gelijkenis te bereiken. Alle mensen op aarde die aan het einde van de duizend jaar menselijke volmaaktheid en zondeloosheid hebben bereikt, moeten echter, om als volmaakte mensen in leven te blijven, nog een laatste beproeving op hun loyaliteit jegens Gods universele soevereine heerschappij ondergaan. — Openb. 20:7-9.
De tot volmaaktheid gebrachte mensen op aarde die hun rechtschapenheid bewaren en Gods rechtmatige heerschappij trouw blijven, zullen door de Opperste Rechter, Jehovah God, rechtvaardig worden verklaard. Hij zal verklaren dat deze onschuldige mensen het waardig zijn eeuwig te leven en Hij zal hun het recht op een eindeloos gelukkig leven in het aardse Paradijs schenken. Wanneer deze gehoorzame mensen vrij zijn van alle veroordeling, leven zij pas werkelijk vanuit Gods volmaakte standpunt bezien. Zo moeten dan ook de woorden worden begrepen: „De overigen der doden [afgezien van degenen die een hemelse opstanding hebben ontvangen] kwamen niet tot leven totdat de duizend jaren geëindigd waren” (Openb. 20:5). Deze uitdrukking is zowel op de „grote schare” overlevenden van Armageddon als op degenen die uit de dood worden opgewekt van toepassing.
Maar de tot volmaaktheid gebrachte mensen die na afloop van de duizend jaar, gedurende de „korte tijd” dat Satan wordt losgelaten, die beproeving op hun loyaliteit jegens God niet getrouw doorstaan, zullen, zoals Johannes in zijn toekomstbeeld toont, voor eeuwig vernietigd worden. Hij zegt: „En de dood en Hades werden in het meer van vuur geslingerd. Dit betekent de tweede dood: het meer van vuur. Bovendien werd een ieder die niet in het boek des levens geschreven werd bevonden, in het meer van vuur geslingerd” (Openb. 20:14, 15). Deze deloyale personen zullen dus geen eeuwig leven verkrijgen.
EEN WERKELIJKE, AFGEBAKENDE PERIODE VAN „DUIZEND JAREN”
Oefent de duizendjarige regering van het Messiaanse koninkrijk een letterlijke, volle, werkelijke duizend jaar bestuur uit? Sommigen zeggen Neen. De New Catholic Encyclopedia vervolgt, na te hebben verklaard dat „de 1000-jarige regering van Jezus . . . een symbool [is] van de gehele levensduur van de Kerk”, met te zeggen:
„. . . Het ketenen van Satan gedurende deze zelfde periode beduidt dat de invloed van Satan opmerkelijk beknot is, hoewel deze niet volledig is teniet gedaan. De vermindering van Satans invloed is het gevolg van de werkzaamheid van Christus’ Verlossingsdaad. Na een laatste strijd kort voor het einde van de tijd . . . zal Satan volledig door Christus overwonnen worden.”
Maar uit wat wij hebben beschouwd, is het duidelijk dat de duizendjarige regering van Christus geen betrekking heeft op de „levensduur van de Kerk”, die op de dag van Pinksteren 33 G.T. begon en tot nu toe — meer dan 1900 jaar — voortduurt. Waarom niet? Welnu, is Satans invloed door de „werkzaamheid van Christus’ Verlossingsdaad” werkelijk afgenomen? Als dit zo is, zou de apostel Petrus het niet noodzakelijk hebben gevonden aan medechristenen te schrijven: „Houdt uw zinnen bij elkaar, weest waakzaam. Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden.” — 1 Petr. 5:8.
Evenmin zou de apostel Paulus zich gedrongen hebben gevoeld zijn broeders te waarschuwen: „Doet de volledige wapenrusting van God aan, opdat gij pal kunt staan tegen de kuiperijen van de Duivel; want wij hebben [een] strijd . . . tegen de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten.” — Ef. 6:11, 12.
Bovendien zegt Openbaring, na de oorlog in de hemel te hebben voorzegd: „En de draak [de Duivel] werd toornig op de vrouw en ging heen om oorlog te voeren tegen de overgeblevenen van haar zaad, die de geboden van God onderhouden en het werk hebben dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus” (Openb. 12:17). Klinkt dit als een ketenen van Satan?
Wat een teleurstelling voor de mensheid als de duizend jaren reeds afgelopen zouden zijn, zoals deze katholieke mening het wil doen voorkomen! Er is gedurende al die jaren geen verademing voor de mensheid geweest. Zelfs ware christenen hebben hevige vervolging ondergaan. De mensheid in het algemeen heeft onder veel lasten en lijden gezucht, en in de laatste paar jaar zijn hun weeën toegenomen. — Rom. 8:19-22.
Jehovah God is geen God wiens beloften en werken teleurstellen, waardoor wij gefrustreerd zouden raken en niet volkomen tevreden en gelukkig zouden zijn. Zowel God als zijn Messiaanse koning kennen de mens en hebben met zijn ongelukkige toestand te doen, en zij zien met vreugde de duizend jaar tegemoet die God zich ter verademing van de mensheid heeft voorgenomen (Ps. 103:14; Jona 4:11; Matth. 9:36). En Jehovah voert in zijn wijsheid zijn Koninkrijksheerschappij op precies de juiste tijd in om zijn voornemens te verwezenlijken.
Volgens de tijdtafel van de bijbel bevinden wij ons vlak voor het einde van zesduizend jaar menselijke geschiedenis, en Christus’ koninklijke regering ter verademing van de mens en om de mensheid tot volmaaktheid te herstellen, staat voor de deur. Een heerlijk vooruitzicht! Verlangt u onder die komende heerschappij te leven? Het is alleen maar juist en natuurlijk dit te verlangen.
Als u werkelijk naar zo’n tijd van verademing verlangt, kunt u deze niet vinden in de menselijke regeringen, want de hele kwestie van een goede regering berust op juiste beginselen. Deze kunt u niet in de regeringen van onvolmaakte mensen vinden. Als u dus juiste beginselen liefhebt, zult u er belang in stellen meer over Gods regering en haar regeerders te weten te komen. Dit zal in volgende uitgaven van dit tijdschrift worden beschouwd.