Waarom moeten christenen zich afgescheiden bewaren van de wereld?
Er zijn thans vele, vele miljoenen mensen die belijden volgelingen van Jezus Christus te zijn. Men kan echter wel bewéren een christen te zijn, maar het is nog heel iets anders werkelijk een christen te zijn. Jezus zelf maakte dit duidelijk in zijn Bergrede: „Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, . . . en in uw naam vele krachtige werken verricht?’ En toch zal ik hun dan in het openbaar bekendmaken: Ik heb u nooit gekend! Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid.” — Matth. 7:21-23.
Tot de vele dingen die ware christenen doen verschillen van degenen die dit alleen maar in naam zijn, behoort het feit dat zij zich afgescheiden houden van de wereld. Jezus zei hierover in een gebed tot zijn hemelse Vader: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben.” — Joh. 17:16; zie ook Johannes 15:18, 19.
„Geen deel van de wereld.” Dat betekent, zich afgescheiden van de wereld te bewaren. Daar kan geen twijfel over bestaan. Maar wat bedoelde Jezus met de uitdrukking „de wereld”? Jezus maakte een onderscheid tussen zijn volgelingen en die „wereld” toen hij in gebed zei: „Ik doe een verzoek betreffende hen [zijn discipelen]; ik doe geen verzoek betreffende de wereld, maar betreffende hen die gij mij hebt gegeven; want zij zijn van u” (Joh. 17:9). Door hier de uitdrukking „de wereld” te gebruiken, toont Jezus aan dat hij de slechte, goddeloze wereld, of kosmos, bedoelt, welke is samengesteld uit degenen die door de apostel Johannes worden beschreven als personen die zich „in de macht van de goddeloze” bevinden (1 Joh. 2:15-17; 5:19). Satan de Duivel is de god en heerser van deze wereld.
WAARUIT DE WERELD BESTAAT
Satan heeft deze wereld in verschillende onderdelen of afdelingen georganiseerd. Een van de belangrijkste ervan is Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, in Openbaring 17:3-6 beschreven als „de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde”. Er wordt van haar gezegd dat ze dronken is van het bloed van de heiligen, de getuigen van Jezus.
Nog een erg belangrijk onderdeel van Satans wereld zijn de politieke koninkrijken van de aarde, die door de apostel Johannes werden beschreven als een beest dat uit de zee opkwam en dat zeven koppen en tien horens had (Openb. 13:1). Dat deze koninkrijken deel uitmaken van Satans wereld, blijkt uit het feit dat hij ze aan Jezus Christus kon aanbieden als Jezus een daad van aanbidding voor Satan zou verrichten. — Matth. 4:8, 9.
Satan beheerst ook, als een onderdeel van zijn wereld, een meedogenloos hebzuchtig en onderdrukkend commercieel stelsel, waarnaar in Openbaring 18:11 wordt verwezen als „reizende kooplieden”. Dit stelsel buit de gewone mensen uit en tracht hen in economische slavernij te houden, evenals Babylon de Grote de mensen in religieuze slavernij tracht te houden en de regeringen van deze wereld hun best doen om de mensen in politieke slavernij te houden.
Satans wereld wordt ook door allerlei immorele praktijken verdorven, zoals de apostel Johannes te kennen geeft in 1 Johannes 2:15, 16: „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld. Indien iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem; want alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld.”
WAAROM ZICH AFGESCHEIDEN VAN DE WERELD TE BEWAREN
Waarom krijgen christenen het bevel zich afgescheiden te bewaren van de wereld die door Satan wordt beheerst? Laten wij allereerst opmerken wat ’zich afgescheiden van de wereld bewaren’ niet betekent. Het betekent niet dat wij absoluut niets te maken dienen te hebben met degenen die de geest van de wereld bezitten, die zich met valse religie, corrupte politiek of hebzuchtige handel inlaten of betrokken zijn bij hebzuchtige immorele praktijken. Want dan zouden wij, zoals de apostel Paulus onder onze aandacht brengt, letterlijk uit de wereld moeten gaan (1 Kor. 5:9, 10). Ook betekent zich afgescheiden van de wereld bewaren niet dat wij geen gezonde ontspanning mogen genieten of dat wij geen familieleden mogen bezoeken of bezoek van hen mogen ontvangen alleen maar omdat zij ongelovigen zijn.
Zich afgescheiden van de wereld bewaren, houdt veeleer verband met de strijdvraag die begon toen Jehovah God voorzei dat er vijandschap zou zijn tussen het zaad van de vrouw, Gods heilige organisatie, en het zaad van de god van deze wereld, Satan de Duivel. Het betekent dat wij ons evenwicht moeten bewaren en geen slaaf moeten worden van datgene wat deze wereld heeft te bieden. Het betekent dat wij het vermijden een compromis aan te gaan met deze wereld. Door een compromis zouden wij Jehovah God duidelijk mishagen. Het betekent dat wij ’niet in de raad der goddelozen wandelen, niet op de weg der zondaars staan en niet op de zetel der spotters zitten’. — Ps. 1:1.
Wij moeten ons afgescheiden van Satans wereld bewaren wegens haar goddeloosheid en haat jegens Jezus Christus. Wat worden wij wanneer wij ons met deze wereld verbroederen of er een deel van worden? De discipel Jakobus antwoordt: „Overspeelsters, weet gij niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is? Al wie daarom een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God” (Jak. 4:4). Kunnen wij het ons veroorloven Jehovah God als onze vijand te hebben? De apostel Paulus beantwoordt die vraag in 1 Korinthiërs 10:21, 22: „Gij kunt niet de beker van Jehovah en de beker van de demonen drinken; gij kunt niet aan ’de tafel van Jehovah’ en aan de tafel van de demonen deelhebben. Of ’zijn wij Jehovah tot jaloezie aan het prikkelen’? Zijn wij soms sterker dan hij?”
De „beker” en de „tafel” der demonen worden bij „Babylon de Grote” aangetroffen. Ze onderwijst leugens, belastert Jehovah God en is door Satan gebruikt om de gehele bewoonde aarde te misleiden (Openb. 12:9). Hoe zouden Gods ware dienstknechten daarom gemene zaak kunnen maken met bepaalde religies van deze wereld? Jezus beoefende geen intergeloof. Hij verenigde zich niet met een van de sekten van het Judaïsme in hun opstand tegen het Romeinse juk. Zo kunnen ook zijn ware volgelingen in deze tijd in het geheel geen intergeloof beoefenen. Zij moeten acht slaan op de woorden van Jesaja 52:11: „Vertrekt, vertrekt, gaat uit vandaar, raakt niets onreins aan; gaat uit haar midden vandaan, houdt u rein, gij die de gereedschappen van Jehovah draagt.” Wat hebben christenen krachtige redenen om zich afgescheiden te bewaren van het religieuze deel van Satans wereld!
Er zijn ook krachtige redenen waarom Gods ware dienstknechten zich afgescheiden moeten bewaren van het politieke deel van Satans wereld, van alle nationalisme en politiek. Zijn ook deze niet tegen Gods koninkrijk gekant? Jezus getuigde toen hij voor de vertegenwoordiger van het Romeinse Rijk, Pontius Pilatus, stond: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld. Indien mijn koninkrijk een deel van deze wereld was, zouden mijn dienaars hebben gestreden, opdat ik niet aan de joden overgeleverd zou worden. Maar mijn koninkrijk is nu eenmaal niet uit deze bron” (Joh. 18:36). Aangezien noch Jezus noch zijn volgelingen deel uitmaakten van de politieke wereld uit hun tijd, kunnen ook Jezus’ volgelingen in deze tijd dit niet zijn. Dat de natiën van de wereld niets gemeen hebben met de ware God, blijkt uit het feit dat ze door de god van deze wereld, via zijn geïnspireerde uitingen, worden vergaderd tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige te Har–mágedon (Openb. 16:14, 16). Zoals de apostel Petrus terecht opmerkt, zijn christenen vreemdelingen en tijdelijke inwoners (1 Petr. 2:11). Daarom nemen de christelijke getuigen van Jehovah geen deel aan de politiek, terwijl zij ook geen politieke partijkaarten kopen of bij zich dragen. — Zie ook Filippenzen 3:20.
En aangezien 1 Johannes 2:15, 16 ons waarschuwt voor het materialisme en de immoraliteit van deze wereld, precies het tegenovergestelde van godvruchtige toewijding, moeten wij ons ook hier afzijdig van houden als wij heilig willen zijn zoals Jehovah God heilig is. — 1 Petr. 1:15, 16.
Wat is ervoor nodig om ons afgescheiden van de wereld te bewaren? Deze vraag zal in het volgende artikel worden beantwoord.
„Indien de wereld u haat, gij weet dat ze mij eerder dan u heeft gehaat. Als gij een deel van de wereld zoudt zijn, zou de wereld ten zeerste gesteld zijn op wat haar toebehoort. Daar gij echter geen deel van de wereld zijt, maar ik u uit de wereld heb uitgekozen, daarom haat de wereld u.” — Joh. 15:18, 19.
[Illustraties op blz. 6]
VALSE RELIGIE
CORRUPTE POLITIEK
HEBZUCHTIGE HANDEL
LOSBANDIG LEVEN