Gods Woord is levend
Hoe komt Christus terug?
JEZUS CHRISTUS moest sterven om zijn volmaakte menselijke leven als een losprijs voor ons te kunnen geven. Hij legde eens uit: „Het brood dat ik zal geven, is mijn vlees ten behoeve van het leven der wereld” (Joh. 6:51). Zou hij, nadat hij zijn vlees aan ons had gegeven, het ooit weer terugnemen? Zal Christus als mens terugkomen of wederkomen?
De bijbel zegt dat Christus in heerlijkheid wederkomt, met alle engelen, en dat hij ’op zijn glorierijke troon plaats neemt’ (Matth. 25:31). Indien Jezus als mens zou komen en op een aardse troon plaats zou nemen, zou hij qua positie lager zijn dan de engelen. Maar hij komt als de machtigste en glorierijkste van al deze geestenzonen van God, en daarom is hij onzichtbaar, evenals zij dit zijn. — Fil. 2:8-11.
Toch geloven velen dat Christus zijn vleselijke lichaam naar de hemel heeft meegenomen en dat hij in een lichaam van vlees en bloed zal wederkomen. Zij wijzen op het feit dat de uit de doden opgewekte Jezus meer dan eens in een vleselijk lichaam aan zijn discipelen is verschenen om hun te tonen dat hij in leven was. Eens verzocht Jezus de apostel Thomas zijn hand in de wond in zijn zijde te steken, opdat Thomas zou geloven dat hij werkelijk uit de doden was opgewekt (Joh. 20:24-27). Blijkt hier niet uit dat Jezus, toen hij uit de doden werd opgewekt, hetzelfde lichaam bezat dat aan de paal was genageld?
Neen, want Jezus materialiseerde zich eenvoudig of nam een vleselijk lichaam aan, zoals engelen dit in het verleden hadden gedaan. Ten einde Thomas te overtuigen wie hij was, verscheen hij in een lichaam waarin de gaten van wonden zaten. Hij zag er, of zo scheen het althans, volkomen als een mens uit en kon eten en drinken, net als de engelen aan wie Abraham eens gastvrijheid had verleend. — Gen. 18:8.
Hoewel het lichaam waarin Jezus aan Thomas verscheen, leek op het lichaam waarin hij ter dood was gebracht, nam hij ook andere lichamen aan wanneer hij aan zijn volgelingen verscheen. Zo dacht Maria Magdalena aanvankelijk dat hij een tuinman was. Bij andere gelegenheden herkenden Jezus’ discipelen hem in het begin niet. In deze gevallen werd hij niet door zijn persoonlijke uiterlijk geïdentificeerd, maar doordat hij iets zei of deed dat door hen werd herkend. — Joh. 20:14-16; 21:6, 7; Luk. 24:30, 31.
Beschouw de manier eens waarop Jezus zijn apostelen verliet toen hij naar de hemel ging. De bijbel zegt: „Hij [werd] ten aanschouwen van hen omhooggeheven en een wolk onttrok hem aan hun gezicht” (Hand. 1:9). Toen Jezus omhoog begon te gaan, verborg een wolk hem dus voor de letterlijke ogen van zijn apostelen. De vertrekkende Jezus werd derhalve onzichtbaar voor hen. Zij konden hem niet zien. Hij ging in een geestelijk lichaam naar de hemel (1 Petr. 3:18). De engelen die bij deze gelegenheid aanwezig waren, zeiden tot de apostelen: „Deze Jezus, die van u werd opgenomen in de lucht, zal aldus op dezelfde wijze komen als gij hem in de lucht hebt zien gaan” (Hand. 1:11). Christus’ wederkomst zou dus ook onzichtbaar zijn, in een geestelijk lichaam.