Hoog tijd om te vluchten!
1. (a) Wat gebeurde er tijdens de Tweede Wereldoorlog op aarde in het heiligdom van de „heilige plaats”? (b) Welke vraag rijst er derhalve?
ZOALS wij hebben opgemerkt, bevindt de werkelijke „heilige plaats” zich in het domein van het „hemelse Jeruzalem”, Gods Messiaanse koninkrijk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de „heiligen”, die samen met hun metgezellen — de „grote schare” — in het heiligdom van die „heilige plaats” op aarde dienst verrichten, vooral in landen van de Anglo-Amerikaanse dualistische wereldmacht ’vertrapt’ (Dan. 7:27; 8:10-12; Openb. 7:9, 15). Moeten wij hieruit nu concluderen dat Engeland en Amerika „het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt” zijn? Neen, want bij de „overtreding” door de dualistische wereldmacht is nog iets anders betrokken. Wat dan wel?
2, 3. (a) Hoe is er een namaak-koninkrijk van God voortgebracht? (b) Hoe wordt dit in Openbaring beschreven? (c) Wat is derhalve het hedendaagse „walgelijke ding” van Daniël 11:31 en Matthéüs 24:15?
2 De Anglo-Amerikaanse wereldmacht heeft op nog een andere manier Satans doel gediend. Ze heeft een namaak-koninkrijk van God voortgebracht. Evenals in Daniëls profetie worden ook in het bijbelboek Openbaring „beesten” en hun „horens” gebruikt om wereldse politieke machten af te beelden. In Openbaring hoofdstuk 13 wordt de zevende wereldmacht van de bijbelse geschiedenis, Engeland en Amerika, beschreven als een tweehoornig wild beest dat leven geeft aan een „beeld” van de met een beest te vergelijken menselijke heerschappijen. Dit „beeld” van het beest is een samengesteld ’scharlakengekleurd wild beest met zeven koppen en tien horens’ (Openb. 17:3). In 1920 verscheen het eerst als de Volkenbond, en in 1945 werd het — opnieuw met Engeland en Amerika als de belangrijkste voorstanders ervan, samen met de Sovjet-Unie — nieuw leven ingeblazen als de Verenigde Naties (Openb. 13:11, 15; 17:8). Hierdoor werd ook Daniël 11:31 vervuld, waar staat: „En men zal stellig het walgelijke ding plaatsen dat verwoesting veroorzaakt.”a
3 Dit is dus het hedendaagse „walgelijke ding” waarover Jezus in Matthéüs 24:15 sprak. Maar hoe kwam het ’in een heilige plaats te staan’? Wat tonen de feiten aan?
4. (a) Waarom kan de Volkenbond als ’walgelijk’ worden beschreven? (b) Welke „walgelijke” beweringen hebben religieuze leiders ten gunste van de VN gedaan?
4 Toen Engeland en Amerika in 1918 als voornaamste promotors het voorstel tot de oprichting van de Volkenbond deden, schonken de kerken van de christenheid hier hun volledige steun aan. De Federale Raad van Kerken van Christus in Amerika begroette deze organisatie als „de politieke uitdrukking van het koninkrijk Gods op aarde”. Wat een godslastering te zeggen dat een combinatie van de politieke natiën van Satans wereld Gods koninkrijk op aarde zou kunnen zijn! Dit is werkelijk iets walgelijks, een gruwel, in de ogen van Jehovah en van degenen die als aardse ambassadeurs van het thans regerende „hemelse Jeruzalem”, werkelijk in de „heilige plaats” staan! En wat hebben de geestelijken van de wereld over de opvolger van de Volkenbond, de Verenigde Naties, gezegd? Zij hebben deze organisatie onder andere beschreven als ’de enige hoop op overleving’ voor de mensheid, „de laatste hoop op eendracht en vrede” en het „allerhoogste forum van vrede en gerechtigheid”. Net zoals zij dit met de Volkenbond hadden gedaan, plaatsten zij de organisatie der Verenigde Naties in „een heilige plaats” door te beweren dat ze zal bewerkstelligen wat alleen Gods koninkrijk tot stand kan brengen.
5. Waarom kunnen wij zeggen dat de VN niet in de „heilige plaats” thuishoort?
5 De geestelijken van de christenheid hebben verkozen de VN in „een heilige plaats” te stellen die terecht toebehoort aan het „hemelse Jeruzalem”, Gods koninkrijk, en aan de „heiligen” die het op aarde vertegenwoordigen. Er is echter niets ’heiligs’ aan de VN. Ze heeft haar gebedskapel en haar boeddhistische klok, terwijl op haar plazamuur de woorden van Jesaja 2:4 (Authorized Version) staan gegrift: „Zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen. De ene natie zal tegen de andere het zwaard niet opheffen en zij zullen de oorlog niet meer leren.” Maar deze dingen maken haar niet ’heilig’. Haar lid-staten vliegen elkaar voortdurend in de haren en een indrukwekkend aantal ervan is nu antireligieus, anti-God. Wij zien ’het walgelijke ding’ echter ook in een ander opzicht ’in een heilige plaats staan’.
Een treffende parallel
6. (a) Welke twee tegengestelde groepen woonden in het eerste-eeuwse Jeruzalem? (b) Hoe waren de joodse religieaanhangers als hun voorvaders?
6 Tot op het jaar dat het Jeruzalem uit de oudheid werd verwoest, werd het door de joden als een heilige stad, een heilige plaats, beschouwd. Omstreeks 56 G.T. ging zelfs de apostel Paulus naar de tempel in Jeruzalem, alwaar hij zich, te zamen met vier andere christenen die een gelofte hadden gedaan, ceremonieel reinigde (Hand. 21:23-26). Daar viel hij in handen van gepeupel bestaande uit joden van het slag dat ware christenen vervolgde en hen ervan beschuldigde ’Jeruzalem met hun leer vervuld te hebben’ (Hand. 5:28). Deze joden hielden vast aan hun afvallige tradities en aanbidding en waren in dit opzicht als hun voorvaders in Jeremia’s tijd, die hun vertrouwen stelden „in bedrieglijke woorden”, zeggende: „De tempel van Jehovah, de tempel van Jehovah, de tempel van Jehovah zijn zij!” (Jer. 7:4) Maar dat vertrouwen was misplaatst.
7. (a) Hoe komt de christenheid overeen met het afvallige Jeruzalem? (b) Wat is de vermeende „heilige plaats” van de christenheid?
7 In deze tijd bestaat er een overeenkomstige situatie, want het afvallige Jeruzalem uit de oudheid en zijn tempel hebben een treffende parallel in de hedendaagse christenheid. Merk op dat de religie van de christenheid er ook aanspraak op maakt „een heilige plaats” te hebben — haar vermeende religieuze rechten en terrein of rijk van werkzaamheden. In de loop der eeuwen heeft ze een door haar geliefd domein opgebouwd waarin ze toezicht uitoefent over de massa. Ze beweert dat dit haar geestelijke recht is. Haar domein omvat ook kostbare kathedralen, met juwelen bezette altaren, uiterst kostbare gebrandschilderde ramen, grondbezittingen en enorme bankrekeningen. Dit alles maakt deel uit van haar vermeende „heilige plaats”. Deze is heilig in haar ogen, en laat niemand het wagen deze plaats wederrechtelijk te betreden! Althans dat denkt ze.
8. (a) In welke verhouding staat de religie van de christenheid tot „Babylon de Grote”? (b) Hoe komt de christenheid met het afvallige Jeruzalem overeen?
8 Wat is er, als een vervulling van de profetie, echter in 607 v.G.T. en ook in 70 G.T. met het Jeruzalem uit de oudheid en zijn „heilige plaats” gebeurd? En wat toont de Heer Jezus ons in de Openbaring, die hij aan de apostel Johannes heeft gegeven? In het zeventiende hoofdstuk van dit boek lezen wij hoe Gods oordeel voltrokken zal worden aan „Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde” (Openb. 17:5). Dit „Babylon de Grote” is niets anders dan het wereldrijk van valse religie, waarvan de kerken der christenheid het belangrijkste deel vormen. De christenheid, die beweert in een verbondsverhouding tot God te staan, is het hedendaagse afvallige „Jeruzalem”.
9. Hoe heeft de „moeder van de hoeren” in de hedendaagse vervulling gehandeld ten aanzien van het „beest”?
9 In de loop der eeuwen is het de „moeder van de hoeren”, de valse religie, behoorlijk goed afgegaan de aangelegenheden van met beesten te vergelijken natiën en rijken te besturen. Zoals in Openbaring 17:9 wordt aangetoond, heeft ze op regeringsbergen gezeten en 17 vers 15 laat zien dat ze op „wateren” zit, waarmee „volken en scharen en natiën en talen” worden bedoeld. Toen het samengestelde ’scharlakengekleurde wilde beest’ in 1920 als de Volkenbond verscheen en in 1945 opnieuw als de Verenigde Naties te voorschijn kwam, wist „Babylon de Grote” het zo te manoeuvreren dat ze dit internationale lichaam als het ware ging berijden ten einde er beter van te worden en er voordeel van te trekken. Ze houdt er geen rekening mee dat dit politieke „walgelijke ding” staat waar het niet behoort te staan en zich ten onrechte in de „heilige plaats” bevindt die nu het rechtmatige domein is van het „hemelse Jeruzalem”, Gods koninkrijk in handen van de Messías.
De „horens” gaan tot actie over
10. Welke oordeelsvoltrekking staat de valse religie te wachten?
10 Maar kijk! Op het moment dat die natiën „Vrede en zekerheid” zullen roepen, zullen de „horens” van dat vreesinboezemende „wilde beest” plotseling gewelddadig worden! De langdurige haat die ze jegens de „hoer” hebben gekoesterd, zal niet langer worden onderdrukt! Ze zullen de prostituée die zo keurig boven op het „beest” heeft gezeten, ervanaf werpen. Die radicale, militaristische „horens” en „het wilde beest” zullen „de hoer . . . woest en naakt maken, en zij zullen haar vleesdelen opeten en zullen haar geheel met vuur verbranden” (Openb. 17:16). De valse religie zal volledig worden verwoest, met inbegrip van de christenheid, die heeft beweerd op aarde een „heilige plaats” voor het aangezicht van God in te nemen. De vernietiging van de christenheid zal dan ook even volledig zijn als die van de tempel van het aardse Jeruzalem, waarover Jezus had gezegd: „Hier zal geenszins een steen op de andere worden gelaten die niet afgebroken zal worden.” — 1 Thess. 5:3; Mark. 13:2.
11. (a) Wat gebeurde er in 1914 met betrekking tot de ware „heilige plaats”? (b) Welke invasies begonnen toen in de vermeende „heilige plaats” van de christenheid?
11 Is de met een hoer te vergelijken valse religie, met inbegrip van de christenheid, bevreesd voor wat er binnenkort met haar zal gebeuren? Dat zou ze moeten zijn, tenminste als ze in staat zou zijn het patroon van wereldgebeurtenissen in deze tijd uit te leggen. En ze zou werkelijk doodsbenauwd zijn als ze aandacht zou schenken aan de profetische waarheden in de bijbel. Kort nadat het „hemelse Jeruzalem” in 1914 werd voortgebracht en zijn rechtmatige positie in de „heilige plaats” innam, begon de christenheid inderdaad te ervaren dat er druk werd uitgeoefend op haar vermeende „heilige plaats” — haar domein van werkzaamheden. In 1917 vond in Rusland de marxistische revolutie plaats. Sinds die tijd hebben atheïstische socialistische machten het bestuur over grote delen van de aarde overgenomen. Deze zijn sinds de Tweede Wereldoorlog nog agressiever geworden. Ze maken luid bekend dat religie „de opium van het volk” is. De christenheid klaagt op haar beurt over communistische invasies in haar vermeende „heilige plaats”, hetgeen met verlies van veel „volken” gepaard gaat.
Bedreiging voor de „heilige plaats” van de christenheid!
12, 13. Hoe hebben nieuwsberichten de bedreiging voor de „heilige plaats” van de christenheid onderstreept?
12 Wat er in door het communisme beheerste landen gebeurt, wordt te kennen gegeven door het volgende verslag dat eind 1981 in de Hong Kong Star verscheen: „Volgens vluchtelingen, westerse diplomaten en buitenlandse geestelijken heeft de communistische regering van Vietnam boeddhistische monniken in het leger ingelijfd, honderden christelijke geestelijken in gevangenissen geworpen en seminaries en kerken gesloten. Deze zegslieden beweren dat het doel hiervan is alle religies onder het exclusieve toezicht van de regering te brengen. Vluchtelingen zeggen dat de Rooms-Katholieke Kerk in Zuid-Vietnam onder speciale druk is komen te staan, waarbij de autoriteiten de onlusten in katholiek Polen aanhalen als bewijs van de ’contrarevolutionaire gezindheid’ van de Kerk.”
13 In de Atlanta Journal and Constitution van 2 januari 1982 verscheen de kop „Veel van het grote nieuws van [1981] hield verband met religie”. Vervolgens werd melding gemaakt van de moordaanslag op paus Johannes Paulus II, de moord op Egypte’s president Sadat door militante moslims, moordaanslagen en massa-executies in Iran, dodelijke militaire schermutselingen tussen Arabische guerrilla’s en Israël, en bomaanslagen, moorden en hongerstakingen met dodelijke afloop in Ierland. Ja, de moeilijkheden in de wereld houden in veel gevallen met religie verband. Maar al deze nieuwsberichten zullen volkomen verbleken bij wat er als nieuws te melden is wanneer de ’tien horens en het wilde beest’ binnenkort in actie komen om alle valse religie, met inbegrip van de christenheid en haar vermeende „heilige plaats”, volkomen te verwoesten.
14. Hoe zullen degenen die zich in de werkelijke „heilige plaats” bevinden, eveneens worden bedreigd?
14 Hoe staat het echter met degenen die God in de werkelijke „heilige plaats” aanbidden — degenen hier op aarde die „heilige dienst” verrichten ter ondersteuning van het „hemelse Jeruzalem”? Ook zij zullen worden aangevallen door militaristische „horens” die nu reeds deel uitmaken van de VN. Volgens Openbaring 17:14 zal dat politieke lichaam duidelijk laten zien dat het niet het recht heeft in „een heilige plaats” te staan, aangezien het ’zal strijden tegen het Lam’.
15. (a) Wie zal een belangrijke rol vervullen in de aanval op de „heiligen”? (b) Hoe zal hij ’aan zijn eind komen’?
15 Daniël 11:40-45 toont aan dat de communistische „koning van het noorden” een belangrijke rol zal vervullen in deze aanval tegen de „heiligen”, maar „hij zal geheel en al aan zijn eind moeten komen, en er zal geen helper voor hem zijn”.b Aldus zullen alle nationalistische „horens” en het ’scharlakengekleurde wilde beest’ zelf door Christus Jezus en zijn legers van engelen worden terechtgesteld. „Het Lam zal hen overwinnen, omdat hij Heer der heren en Koning der koningen is.” Daar in Armageddon zal de regerende Koning van het „hemelse Jeruzalem” de beslissende overwinning behalen op alle natiën die „hun kracht en autoriteit aan het wilde beest” hebben gegeven. — Openb. 17:12-14; 16:16.
„Naar de bergen vluchten”
16. Hoe en waar kan Gods volk bescherming vinden?
16 Hoe kan Gods volk dan bescherming vinden? Door ’naar de bergen te vluchten’ (Matth. 24:16). In deze tijd duiden deze „bergen” op de door God verschafte plaats van toevlucht, Jehovah’s voorziening om de overgebleven „heiligen” op aarde, alsook de „grote schare” „andere schapen”, tijdens de „grote verdrukking” te beschermen en erdoorheen te leiden. Dit stemt overeen met Jezus’ profetie dat enig „vlees” behouden zal blijven (Matth. 24:22). Aangezien bergen bestendig zijn en in de Schrift vaak worden vereenzelvigd met alles wat met regering te maken heeft, kan men Gods toevluchtsoord in deze tijd bij zijn theocratische organisatie vinden. Deze grootse regeling treffen wij hier op aarde op vertegenwoordigende wijze aan in „de gemeente van de levende God . . ., een pilaar en ondersteuning van de waarheid”, die thans wordt vereenzelvigd met de wereldomvattende gemeenschap van Jehovah’s Getuigen. — 1 Tim. 3:15.
17. Welke positieve handelwijze wordt er verlangd van degenen die naar veiligheid willen vluchten?
17 Allen die naar Jehovah’s organisatie vluchten, moeten ermee ophouden enig deel van Satans samenstel op aarde te ondersteunen. Zij moeten „geen deel van deze wereld” worden en er ver vandaan blijven. Zij moeten haar religie, haar politiek, haar gewelddadige campagnes, haar materialisme en haar immoraliteit mijden (Joh. 18:36). Zij moeten zich aan Jehovah God opdragen, overeenkomstig zijn rechtvaardige beginselen leven en zijn glorierijke Koninkrijksvoornemens aan anderen bekendmaken. Het mag nooit voorkomen dat zij slaperig worden of naar de vleespotten van de wereld terugkeren. Zij moeten zich voortdurend ’krachtig inspannen’ om Gods goedkeuring te verwerven en zijn nieuwe ordening te mogen binnengaan. — Luk. 13:24; 9:23; 2 Tim. 2:15.
18. Waarom is het voor rechtgeaarde personen thans dringend te „vluchten”?
18 In het achter ons liggende jaar 1982 is de bedreiging voor de vermeende „heilige plaats” van de christenheid zeer reëel geworden. Ja, de positie die de wereldreligie op de rug van het VN-„beest” inneemt, is zeer precair geworden. Aangezien Jehovah’s Getuigen dit ’onderscheiden’, doen zij de dringende oproep: ’Vlucht uit de valse religie, ja, uit het gehele wereldsamenstel van Satan — vlucht naar Gods organisatie om toevlucht te vinden!’ Evenals Jeruzalem in de eerste eeuw staat de christenheid nu voor „verwoestingen . . . een verdelging”. En dit geldt trouwens voor het gehele wereldrijk van valse religie, Babylon de Grote! — Dan. 9:26b, 27b; Openb. 18:2, 4.
19. (a) Wat zegt Psalm 72 over de „bergen”? (b) Hoe kunnen wij ervoor in aanmerking te komen „overvloed van vrede” te genieten?
19 Gelukkig zullen de „bergen” van toevlucht ook „bergen” van zegen worden, want in Psalm 72:1-8 wordt ons gezegd: „Laten de bergen vrede dragen voor het volk, ook de heuvels, door rechtvaardigheid. . . . In zijn dagen [van de Messías, de Koning] zal de rechtvaardige uitspruiten, en overvloed van vrede, totdat de maan niet meer is.” Wilt u graag tot degenen behoren die zich in die „overvloed van vrede” zullen verheugen? Word dan „standvastig, onwrikbaar, altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer”. Het is bijzonder dringend dat u zich, terwijl hier nog tijd voor is, inspant om rechtgeaarde mensen te helpen ’naar de bergen te vluchten’. ’Blijf daarom bij deze dingen, want door dit te doen zult u zowel uzelf redden als hen die naar u luisteren.’ — 1 Kor. 15:58; 1 Tim. 4:16.
[Voetnoten]
a Zie voor een gedetailleerder bespreking de bladzijden 391 tot 406 van het boek ’Dan is Gods mysterie voleindigd’, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society.
b Zie de bladzijden 299 tot 311 van het boek „Uw wil geschiede op aarde”, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society.
Kunt u de volgende vragen beantwoorden:
□ Wat is de ware „heilige plaats”?
□ Wat is „het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt”?
□ In welk opzicht staat „het walgelijke ding” „in een heilige plaats”?
□ Wat is de vermeende „heilige plaats” van de christenheid?
□ Hoe wordt de vermeende „heilige plaats” van de christenheid thans bedreigd?
□ Hoe slaan christenen in deze tijd acht op het gebod om ’naar de bergen te vluchten’?
[Inzet op blz. 18]
Oktober 1965: Paus Paulus VI die de Verenigde Naties als „de grootste van alle internationale organisaties” beschreef, zei ook: „De volkeren van de aarde wenden zich tot de Verenigde Naties als de laatste hoop op vrede en eendracht.”
[Inzet op blz. 19]
Oktober 1979: Paus Johannes Paulus II sprak de Algemene Vergadering van de VN toe. Hoewel de paus niet over Jezus Christus of het Koninkrijk sprak, zei hij: „Ik hoop dat de Verenigde Naties altijd het allerhoogste forum van vrede en gerechtigheid zullen blijven, de authentieke zetel van vrijheid.”
[Kader op blz. 21]
Enkele krantekoppen waaruit blijkt dat militante „horens” de vermeende „heilige plaats” van de christenheid bedreigen
□ „Warschau vaart heftig uit tegen geestelijken” (Polen)
□ „Is kardinaal louter een demagoog geworden?” (Filippijnen)
□ „Kloof tussen kerk en staat” (Griekenland)
□ „De oorlog tegen de Kerk” (Latijns-Amerika)
□ „Kerk en politie botsen in geschil over landrechten” (Colombia)
□ „Religieuze opleving verontrust Peking” (China)