Wees op uw hoede voor uw tegenstander, de Duivel
„Houdt uw zinnen bij elkaar, weest waakzaam. Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden.” — 1 PETRUS 5:8.
1. Welke Tegenstander hebben Jehovah’s Getuigen, maar is het mogelijk hem af te slaan?
BENT u een getuige van Jehovah God die zich onvoorwaardelijk aan hem opgedragen hebt? Zo ja, dan hebt u een sluwe tegenstander, een duivelse vijand. Maar waartoe die sluwe vijand ook in staat mag zijn, het is mogelijk hem af te slaan. U kunt trouw blijven aan de Allerhoogste God, Jehovah. Het lijdt geen twijfel dat u aldus een aandeel kunt hebben aan de rechtvaardiging van de onvergelijkelijke naam van uw hemelse Vader. U kunt Jehovah’s hart werkelijk verheugen en hem een antwoord verschaffen op de uitdaging van de Grote Honer. Ja, u kunt de prijs van eeuwig leven in paradijselijk geluk verwerven. — Spr. 27:11; Luk. 23:43; Openb. 2:7.
2. Wat zei de apostel Petrus over onze voornaamste tegenstander?
2 Om God trouw te blijven, moet u op uw hoede zijn voor uw voornaamste tegenstander. Over hem schreef de apostel Petrus: „Houdt uw zinnen bij elkaar, weest waakzaam. Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden.” Toch is het mogelijk u tegen deze vijand te verdedigen, want de apostel zegt vervolgens: „Maar neemt uw standpunt tegen hem in, vast in het geloof . . . Nadat gij een korte tijd hebt geleden, zal de God van alle onverdiende goedheid . . . u standvastig maken, hij zal u sterk maken” (1 Petr. 5:8-10). Deze woorden zijn vooral vertroostend voor de gezalfde volgelingen van Jezus Christus. Maar ze zijn ook rijk aan betekenis voor Jehovah’s dienstknechten die ernaar uitzien voor eeuwig in een aards paradijs te leven.
3. (a) Wie staan klaar om ons te helpen? (b) Van welke vijanden bedient Satan zich ten einde zijn kwade oogmerken te verwezenlijken?
3 Willen wij op onze hoede zijn voor onze Tegenstander, dan hebben wij niet alleen hulp nodig, maar moeten wij ook weten van welke tactieken hij zich bedient. Jehovah God, Jezus Christus, de heilige engelen en de christelijke gemeente staan klaar en zijn bereid om ons allen te helpen onze rechtschapenheid te bewaren. Aan de andere kant hebben wij te kampen met ons eigen onvolmaakte vlees, dit goddeloze samenstel van dingen en Satan de Duivel zelf. Hij wordt door boosaardigheid gedreven en staat altijd klaar om de hulp van onze twee andere vijanden in te roepen ten einde zijn kwade oogmerken te verwezenlijken. — Joh. 15:19; 1 Kor. 9:27.
4. (a) Onder welke vier namen staat Satan bekend? (b) Waarom verdient Satan de benamingen „Duivel”, „slang” en „draak”?
4 Alleen al door de namen die de Schrift aan onze Tegenstander geeft, worden wij geholpen zijn methoden, zijn bedoelingen, beter te begrijpen. Hij wordt Satan, Duivel, slang en draak genoemd (Openb. 12:4, 9, 10). Zijn naam Satan betekent „Tegenstrever” of „Tegenstander” (Job 1:6; 2:1). „Duivel” betekent „Lasteraar”, „Beschuldiger” of „Kwaadspreker”. Satan wordt ook de „slang” genoemd omdat hij zich in de hof van Eden van een slang bediende om Eva te misleiden (Gen. 3:1-7). En hij wordt de „draak” genoemd vanwege zijn natuurlijke neiging om te verslinden.
Satans motieven en oogmerken
5. Welk standpunt met betrekking tot Jehovah heeft Satan ingenomen?
5 Satan de Duivel, die oorspronkelijk een van Gods hemelse zonen was, keerde zich tegen Jehovah en begon hem te belasteren. Het was Satans bedoeling de mensheid van God af te keren ten einde Satans zelfzuchtige oogmerken te dienen. Uit de handelwijze van de Duivel blijkt dat hij de waarheidsgetrouwheid van God in twijfel trok, alsook de noodzaak dat de mens zich op Jehovah verlaat en naar Hem opziet voor blijvend leven en geluk. In Satans handelwijze ligt tevens opgesloten dat hij Gods recht om te regeren en de manier waarop hij regeert, betwist. Jehovah houdt zich onverbrekelijk aan het beginsel dat heerschappij rechtvaardig moet zijn en dat schepselen hem gewillig moeten dienen, uit liefde voor hem en uit liefde voor rechtvaardigheid. Satan daarentegen heeft het standpunt ingenomen dat men zich beter door zelfzucht kan laten leiden. Met andere woorden, hij beweert dat alle met verstand begaafde schepselen eigenlijk net zo zelfzuchtig moeten zijn als hij en dit in feite ook zijn. — Job, hfdst. 1 en 2.
6. Wat onthult Satans handelwijze met betrekking tot zijn motieven?
6 Dat Satan zo’n handelwijze ging volgen, onthult dat hij zijn buitensporige eerzucht tot een verterende hartstocht en drang had laten worden. Dit blijkt ook uit het feit dat de apostel Paulus waarschuwt geen pas bekeerde in de positie van opziener aan te stellen, „opdat hij niet opgeblazen wordt van trots en in het oordeel valt dat over de Duivel werd geveld” (1 Tim. 3:6). Ja, dat Satan het heeft durven opnemen tegen de Almachtige, de Allerhoogste, de Universele Soeverein, de Koning der eeuwigheid, Jehovah God, verraadde werkelijk een kolossale dosis eigendunk (Gen. 17:1; 2 Sam. 7:28; Ps. 83:18; 1 Tim. 1:17). Dat de verterende hartstocht van de Duivel zelfverheffing is en dat hij afgunstig was op de aanbidding die met verstand begaafde schepselen aan Jehovah God gaven, onthulde hij toen hij Jezus Christus „alle koninkrijken der wereld” aanbood indien Jezus een daad van aanbidding jegens hem zou verrichten. — Matth. 4:8, 9.
7. Waarom heeft God de opstandelingen Satan, Adam en Eva niet onmiddellijk terechtgesteld?
7 Natuurlijk had Jehovah God Satan en het eerste mensenpaar kunnen terechtstellen zodra zij gezondigd hadden. Maar vanwege de strijdpunten die Satan had opgeworpen en uit barmhartigheid met Adams nog ongeboren nageslacht, liet God toe dat de Duivel in leven bleef en zou proberen zijn pocherige uitdagingen waar te maken. Terzelfder tijd stelde Jehovah hiermee mensen die dit wilden in de gelegenheid, te proberen zichzelf te regeren, los van God en zonder zijn rechtvaardige beginselen in acht te nemen.
Misleiding met betrekking tot zijn bestaan
8. Hoe heeft Satan de mensheid misleid met betrekking tot zijn bestaan?
8 Satan neemt zijn toevlucht tot veel en velerlei sluwe listen om zijn oogmerk als Tegenstander van Jehovah God te bevorderen en, zo mogelijk, alle mensen af te keren van de aanbidding die hun Schepper rechtmatig toekomt. Een van deze sluwe listen is, mensen te doen geloven dat hij niet eens bestaat! Dit maakt hen tot een gemakkelijke prooi voor hem. Zo is het tegenwoordig in veel religieuze kringen „in” te geloven dat er niet zo iemand als Satan de Duivel bestaat. Een opinieonderzoek door het Centrum voor beleidsresearch in de stad New York bracht bijvoorbeeld aan het licht dat in 1974 meer dan de helft van de Amerikanen niet ten volle in het bestaan van een persoonlijke Duivel geloofden. Zelfs veel geestelijken geloven niet in het bestaan van de Duivel als persoon.
9, 10. Hoe blijkt uit de Schrift dat de Duivel een persoon is?
9 Maar de Schrift laat er geen twijfel over bestaan dat de Duivel als persoon bestaat. Daarin wordt aangetoond dat er iemand via de slang sprak om de eerste vrouw, Eva, te misleiden en tot afval te brengen. Het boek Job geeft een verder bewijs voor het bestaan van Satan als persoon, want er wordt in verteld dat Satan met Jehovah God sprak en de rechtschapenheid van Gods dienstknecht Job betwistte. Bovendien vermelden de evangelieschrijvers Matthéüs, Markus en Lukas dat Jezus Christus door de Duivel werd verzocht. Dat die verzoekingen van buiten af op Jezus hebben moeten afkomen, blijkt niet alleen duidelijk uit wat wij omtrent Jezus’ volmaaktheid en persoonlijkheid weten, maar ook uit de aard van Satans derde verzoeking. Hoe zou Jezus voor het kwaad als beginsel of denkbeeld kunnen neervallen en er een daad van aanbidding voor kunnen verrichten? Veelzeggend zijn ook Jezus’ veelvuldige opmerkingen over Satan als persoon en als „de heerser van deze wereld”. — Joh. 12:31; 14:30; 16:11; 8:44; Matth. 4:1-10; 12:26; Luk. 10:18.
10 Jezus’ apostelen hebben de Duivel ook als persoon geïdentificeerd. Paulus gaf te kennen dat ware christenen niet onwetend zijn van Satans „bedoelingen” en de apostel waarschuwde hen voor de „kuiperijen van de Duivel” (2 Kor. 2:11; Ef. 6:11). Zoals reeds opgemerkt, spoorde Petrus medegelovigen aan op hun hoede te zijn voor hun Tegenstander, de Duivel. En de apostel Johannes getuigde dat ’de gehele wereld in de macht van de goddeloze ligt’ en dat „de Duivel zal voortgaan sommigen van ulieden [christenen] in de gevangenis te werpen”. — 1 Joh. 5:19; Openb. 2:10; 1 Petr. 5:8.
Valse religie — Een van Satans werktuigen
11. Wat heeft Satan gedaan met het aangeboren verlangen van de mens om te aanbidden?
11 Een van Satans werktuigen om mensen blind te houden, is valse religie (2 Kor. 4:4). De mens werd door God geschapen met de behoefte om door middel van aanbidding in contact te blijven met zijn Schepper. Satan heeft dit aangeboren verlangen in een verkeerde richting gebogen door een beroep te doen op zelfzucht en door te bevorderen dat de mens onkundig bleef van de zuivere religie. Ten einde zijn doel te bereiken, „blijft [hij] zich veranderen in een engel des lichts” (2 Kor. 11:14). Ten gevolge van deze misleiding houden mensen zich met duizenden verschillende vormen van valse religie bezig.
12. Hoe dienen wij valse religie en intergeloof te bezien?
12 Alle valse religie vindt haar oorsprong feitelijk bij Satan, want Paulus verklaarde „dat de dingen die de natiën slachtofferen, zij die aan demonen slachtofferen en niet aan God”. Jezus zei: „Wie niet aan mijn zijde staat, is tegen mij, en wie niet met mij bijeenbrengt, verstrooit.” Bovendien liet Christus geen ruimte voor intergeloof, maar zei: „Niemand komt tot de Vader dan door bemiddeling van mij.” — 1 Kor. 10:20; Matth. 12:30; Joh. 14:6.
13. Op welke manieren heeft Satan ’s mensen nieuwsgierigheid naar het occulte uitgebuit?
13 Satan slaat munt uit de nieuwsgierigheid van mensen naar het occulte en de toestand waarin de doden zich bevinden. Door zulke volstrekt onschriftuurlijke middelen als het spreken met de doden, of het spiritisme, waarzeggerij, astrologie en zwarte magie heeft hij talloze mensen verstrikt. Er is in deze tijd zelfs een steeds toenemende belangstelling voor zulke zaken. Deze ontwikkeling heeft zulke extreme vormen aangenomen dat sommigen in feite de Duivel zelf aanbidden. — Ex. 22:18; Lev. 19:26; 20:6; Deut. 18:10-12.
Satan doet een beroep op trots
14, 15. (a) Welke middelen gebruikte Satan om Eva en Kaïn ertoe te brengen zijn doel te dienen? (b) Welke verdere voorbeelden in die trant geeft de bijbel?
14 Satan bezweek voor de verleiding van trots. Dienovereenkomstig wakkerde hij in Eva een trots, zelfzuchtig verlangen aan om de Allerhoogste God gelijk te zijn, en aldus slaagde hij erin onze eerste ouders af te keren van de aanbidding van Jehovah God. Ongetwijfeld heeft Satan Kaïn op een soortgelijke manier benaderd. Toen de Duivel opmerkte hoe geërgerd Kaïn was omdat zijn broer Abel Gods goedkeuring ontving, wist hij die ergernis tot moorddadige afgunst aan te wakkeren. — Gen. 4:3-8; 1 Joh. 3:11, 12.
15 Door de gehele geschiedenis van de mensheid heen is Satan erin geslaagd trotse mensen als zijn werktuigen te gebruiken — mannen zoals Nimrod, de Farao van Egypte in Mozes’ tijd en Sanherib, de koning van Assyrië (Gen. 10:8-12; Ex. 5:2; Jes. 36:7-10, 16-20). In deze tijd houdt Satan grote menigten in zijn greep door trots: raciale trots, nationale trots, trots vanwege genoten onderwijs, trots op de maatschappelijke status die men heeft, enzovoort. Dit alles dient het doel van de Duivel, want het maakt dat mensen hun oren sluiten voor Gods boodschap.
De verlokking van materialistische hebzucht
16. Welk succes heeft Satan gehad door zich van materialistische hebzucht te bedienen?
16 Nog een sluw middel dat Satan gebruikt om mensen te verstrikken, is het materialisme, hebzucht, liefde voor geld, trots op bezittingen. Daarmee heeft hij de geestelijken in de tijd van Jezus verstrikt, die hebzuchtige liefhebbers van geld waren (Luk. 16:14). Gebruik makend van de verlokking van materialistische hebzucht, ’verstoutte Satan Ananías de heilige geest te bedriegen’ (Hand. 5:1-11). En ongetwijfeld gebruikte de Duivel de liefde voor materiële dingen en wereldse genoegens om Demas en andere christenen af te brengen van Jehovah’s dienst. — 2 Tim. 4:10.
17. Welk bijzonder beruchte voorbeeld kennen wij van iemand die zwichtte voor de door Satan gespannen strik van hebzucht?
17 Een bijzonder berucht voorbeeld van iemand bij wie Satan zich van hebzucht bediende om hem te verstrikken, is dat van Judas Iskáriot. Hij werd niet alleen een hebzuchtige dief, maar de hebzucht speelde ook een rol bij het verraden van zijn Meester. Dat zijn geest in die richting neigde, blijkt uit zijn protest toen Maria Jezus’ voeten met kostbare olie inwreef (Joh. 12:4-6; Matth. 26:14-16). Wat dienen wij toch voorzichtig te zijn dat wij niet ten prooi vallen aan materialistische hebzucht, waartoe Satan ons tracht te verlokken!
Satan buit menselijke zwakheden uit
18. (a) Welke voorzieningen heeft God getroffen opdat de mens van het leven zou kunnen genieten? (b) Hoe heeft Satan deze tot schade van de mens uitgebuit?
18 Een van de verschillende zwakheden waarop Satan een beroep doet, is de hunkering naar verboden zinnelijke genoegens. Het was Jehovah Gods bedoeling dat wij ons in veel genoegens zouden verheugen, en wanneer wij er binnen de grenzen die hij ons gesteld heeft van genieten, kan er veel goeds en veel geluk uit voortspruiten. Maar Satan verlokt mensen ertoe deze dingen de eerste plaats in hun leven toe te kennen en zich eraan over te geven op immorele manieren die tegen Gods wet indruisen. Aldus bewerkstelligde Satan dat 24.000 Israëlieten zwichtten voor de verlokking van de Baäl van Peor (Num. 25:1-9). In deze tijd is de wereld krankzinnig geworden wat betreft het najagen van zinnelijke genoegens. Tijdschriften, kranten, films en tv-programma’s doen een steeds uitdrukkelijker beroep op wellust. Als christenen die zich door Gods geest laten leiden, moeten wij dergelijke verzoekingen echter uit de weg gaan. — 1 Kor. 14:20.
19. (a) In welke strik van Satan lopen vooral jonge christenen gemakkelijk? (b) Waarvoor dienen jonge christenen op hun hoede te zijn?
19 Nog een van Satans listen is, dat hij een beroep doet op de hunkering naar aangename opwinding. Vooral jonge christenen lopen gemakkelijk in deze strik. Vaak gaan zij met hart en ziel op in verschillende takken van sport, als toeschouwers en als deelnemers. Maar het gevolg hiervan kan zijn dat zij „meer liefde voor genoegens dan liefde voor God” krijgen (2 Tim. 3:4). Bij andere jongeren richt de hunkering naar opwinding zich op vormen van muziek en liedjes die tot immoraliteit en geweld aanmoedigen. Het is beslist hard nodig voorzichtig te zijn, want zulke dingen kunnen jonge christenen weglokken van het pad van rechtschapenheid en deugd. — Ps. 16:11; 2 Petr. 2:20-22.
20. Hoe maakt Satan gebruik van vrees?
20 Satan maakt van nog een strik gebruik: mensenvrees. Het is heel gewoon dat iemand niet graag bespot wordt en probeert lijden uit de weg te gaan. Een dergelijke vrees heeft menigeen ertoe gebracht in tijden van druk te schipperen (Spr. 29:25; Hebr. 2:14, 15). Met Gods hulp zullen wij nimmer toelaten dat dit in ons geval gebeurt.
21. Waarom behoeven wij ons niet door ontmoediging te laten overmannen?
21 Nog een list van Satan is, dat hij tracht Gods dienstknechten zodanig te ontmoedigen dat zij het opgeven. De Duivel trachtte dit beslist bij Job te bereiken en kreeg hem zover dat hij wilde dat hij dood was of nooit was geboren. Satan probeerde dit ook bij Mozes (Job 3:1-13; 14:13; Num. 11:10-15). Deze getrouwe mannen lieten zich geen van beiden door ontmoediging overmannen. Zij schikten zich veeleer naar de goddelijke wil. Evenals zij behoeven ook wij ons niet door de omstandigheden te laten overweldigen, want Jehovah kan ons schragen en zal nooit toelaten dat de rechtvaardige wankelt. — Ps. 55:22.
Sta pal!
22, 23. Wat moeten wij doen om pal te kunnen staan tegen de „kuiperijen” van Satan en niet zijn oogmerken te dienen?
22 Met het oog op het succes dat Satan geboekt heeft — hij heeft immers het overgrote deel der mensheid van Jehovah God weten te vervreemden — rijst de vraag: Wat moeten wij doen? Als moedige getuigen van Jehovah moeten wij „pal . . . staan tegen de kuiperijen van de Duivel”, tegen zijn listen, zijn strategieën en zijn tactieken (Ef. 6:11). Hierdoor kunnen wij bewijzen dat hij een gemene, snoevende leugenaar is.
23 Wij kunnen echter niet in eigen kracht pal staan tegen Satan, want hij heeft meer macht en invloed, meer kennis en veel meer ervaring dan wij. Ten einde pal te kunnen staan tegen hem, moeten wij derhalve alle hulpmiddelen die Jehovah God zijn volk heeft verschaft ten volle benutten. Dan zullen wij die sluwe vijand verslaan!
Andere aspecten van dit onderwerp zullen in een volgende uitgave worden beschouwd, onder de titel: Sta pal tegen Satans listen!
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Van welke vijanden bedient de Duivel zich om zijn goddeloze oogmerken te bereiken?
◻ Welk standpunt met betrekking tot Jehovah heeft Satan ingenomen?
◻ Hoe bewijst de bijbel dat Satan een persoon is?
◻ Wat zijn enkele middelen die de Duivel gebruikt om ons te verstrikken, en hoe kunnen wij het vermijden in een van die strikken te geraken?
[Illustratie op blz. 28]
Jehovah’s Getuigen zwichten niet voor mensenvrees