Kunt u zich nu voorbereiden op vervolging?
„Indien zij mij hebben vervolgd, zullen zij ook u vervolgen.” — JOHANNES 15:20.
1, 2. Welke onverwachte stappen hebben sommige regeringen tegen Jehovah’s Getuigen ondernomen?
STEL u voor dat u op zekere ochtend in alle vroegte in bed ligt te soezen. U vraagt u slaperig af of u onmiddellijk zult opstaan of nog even ontspannen zult blijven liggen. Maar eerst zet u de radio aan voor het vroege nieuws. Plotseling zegt de nieuwslezer iets waardoor u klaarwakker wordt. Hij maakt bekend: „Krachtens een regeringsbesluit is de sekte die als Jehovah’s Getuigen bekendstaat in het gehele land verboden.” Nu is het met uw ontspannen rust gedaan!
2 Dit of iets dergelijks hebben christenen in sommige landen in deze tijd meegemaakt. In veel gevallen was men al gewaarschuwd dat er zo iets zou kunnen gebeuren. Maar soms kwam de verbodsbepaling volkomen onverwachts. Dient dit ons te verbazen?
3. Welke zeer uiteenlopende ervaringen had Jezus Christus in 33 G.T.?
3 Eigenlijk niet. In de eerste eeuw gebeurden soortgelijke dingen. Denk maar eens aan wat er gebeurde toen Jezus Christus in het vroege voorjaar van 33 G.T. op een ezel Jeruzalem binnenreed. De mensen begroetten hem vol vreugde en spreidden hun klederen uit op de weg die voor hem lag. Maar wat gebeurde er enkele dagen later? Jezus stond voor Pontius Pilatus terecht en het bloeddorstige gepeupel uit diezelfde stad schreeuwde: „Aan de paal met hem! . . . Aan de paal met hem!” (Matthéüs 21:6-9; 27:22, 23) De situatie was plotseling veranderd.
4. Welke behandeling moeten wij, als Jezus’ volgelingen, verwachten?
4 Het moet ons dan ook niet verbazen als de situatie thans in sommige landen verandert en er onverwachts vervolging uitbreekt. Houd in gedachte dat wij, als wij werkelijk Jezus’ volgelingen zijn, vervolging moeten verwachten (Johannes 15:20). Dit beklemtoont hoe belangrijk het is acht te slaan op Jezus’ aansporing: „Waakt.” — Matthéüs 24:42.
5. Welke vragen verdienen thans onze aandacht?
5 Hoe kunnen wij dit doen? Bestaat er een manier om ons op het ergste voor te bereiden, mocht het zover komen?
Uw geest en hart voorbereiden
6, 7. (a) Waarom is het moeilijk zich in praktisch opzicht op vervolging voor te bereiden? (b) In welk veel belangrijker opzicht kunnen wij ons op vervolging voorbereiden?
6 Het is moeilijk zich in praktisch opzicht op vervolging voor te bereiden, omdat u niet weet hoe de situatie precies zal zijn. Totdat het werkelijk gebeurt, weet u niet of men een verbod strikt of soepel zal hanteren, noch zelfs wàt er verboden zal worden. Wellicht zal het verbod alleen gelden voor het predikingswerk van huis tot huis of misschien voor religieuze bijeenkomsten. Soms wordt de wettelijke organisatie van Jehovah’s Getuigen ontbonden of worden bepaalde personen onmiddellijk gevangengezet. Wij kunnen verschillende plaatsen in gedachten hebben waar in geval van nood lectuur verborgen zou kunnen worden. Maar afgezien daarvan zijn er weinig praktische dingen die wij bij wijze van voorbereiding kunnen doen.
7 U kunt echter wel uw geest en hart voorbereiden, en dit is veel belangrijker. Richt uw geest op de reden waarom vervolging wordt toegelaten en waarom u misschien voor regeerders wordt gesleept. „Tot een getuigenis”, zei Jezus (Matthéüs 10:16-19). Indien uw hart er volledig op voorbereid is getrouw te blijven, wàt er ook gebeurt, kan Jehovah openbaren wat de verstandige handelwijze is wanneer de nood aan de man komt. Hoe kunnen wij ons derhalve geestelijk op vervolging voorbereiden?
Hoe bejegent u mensen?
8. Waarom kon Paulus zeggen dat hij ’behagen had in beledigingen’?
8 De apostel Paulus zei: „Ik [heb] behagen in zwakheden, in beledigingen, in noden, in vervolgingen en moeilijkheden, om Christus’ wil” (2 Korinthiërs 12:10). Vond Paulus het prettig beledigd te worden? Natuurlijk niet. Maar vervolging houdt vaak ook belediging in, en als het nodig was Gods naam op deze wijze te loven, was Paulus graag bereid beledigingen te verduren.
9. Hoe kunnen wij ons er thans op voorbereiden „beledigingen . . . om Christus’ wil” te verduren?
9 Ook wij kunnen er zeker van zijn dat wij te eniger tijd „beledigingen . . . om Christus’ wil” zullen moeten verduren. Misschien zullen wij worden uitgescholden of zelfs mishandeld. Zullen wij volharden? Welnu, hoe bezien wij onszelf thans? Nemen wij onszelf erg serieus en reageren wij snel op wezenlijke of denkbeeldige beledigingen? Zo ja, waarom zouden wij er dan niet aan werken „lankmoedigheid, . . . zachtaardigheid, zelfbeheersing” te ontwikkelen? (Galáten 5:22, 23) Dit zal een uitstekende opleiding zijn in een christelijk gedragspatroon nu, en het zou in tijden van vervolging uw leven kunnen redden.
Hoe beziet u de velddienst?
10. Wat is de juiste schriftuurlijke reactie wanneer ons predikingswerk wordt verboden?
10 Het eerste wat onder een verbodsbepaling aan banden wordt gelegd, is vaak de openbare prediking van het „goede nieuws”. Toch zijn de prediking en het maken van discipelen in deze laatste dagen van essentieel belang. Hoe zullen mensen anders kennis verkrijgen omtrent Gods koninkrijk? De juiste reactie op zo’n verbodsbepaling is dan ook die van de apostelen, toen de joodse religieuze leiders hun predikingsactiviteit trachtten te verbieden (Handelingen 5:28, 29). Onder een verbod zijn sommige predikingsmethoden misschien onmogelijk. Maar toch moet het werk op de een of andere manier worden verricht. Zou u de kracht hebben om onder de druk van vervolging te blijven prediken?
11, 12. Hoe zou u kunnen vaststellen of u de nodige kracht zou hebben om onder vervolging te blijven prediken?
11 Welnu, hoe staat u thans tegenover het predikingswerk? Laat u toe dat kleine belemmeringen tussenbeide komen en u ongeregeld maken in de velddienst? Zo ja, wat zou u dan doen als het werk verboden is? Bent u nu bevreesd voor mensen? Bent u bereid in uw eigen straat van huis tot huis te prediken? Bent u bang om alleen te werken? In sommige landen trekt het vaak te veel aandacht wanneer twee mensen samen werken. Dus waarom zou u nu, op plaatsen waar dit veilig is, niet af en toe alleen werken? Het zal een goede opleiding zijn.
12 Neemt u deel aan het straatwerk met de tijdschriften? Hebt u de moed en neemt u het initiatief om gelegenheden voor informeel getuigenisgeven te scheppen? Werkt u in zakengebieden? Bent u huiverig om rijke of invloedrijke mensen te benaderen? Als u alleen maar aan bepaalde predikingsactiviteiten deelneemt, wat zult u dan doen als het onder verbodsbepalingen niet langer mogelijk is op die wijze te prediken?
13. Wat kunt u nu ten aanzien van uw bediening doen om er beter op voorbereid te zijn in tijden van vervolging te prediken?
13 Bent u zich ervan bewust dat u nu een bepaalde zwakheid hebt? Nu is het de tijd om eraan te werken. Leer u op Jehovah te verlaten en wordt als bedienaar bekwamer. Dan zult u beter toegerust zijn om nu te prediken en er beter op voorbereid zijn in tijden van vervolging te volharden.
Bent u betrouwbaar?
14, 15. (a) Wat voor eerste-eeuwse christenen moeten een voortreffelijke, stabiliserende invloed hebben uitgeoefend wanneer er vervolging uitbrak? (b) Hoe kan een hedendaagse dienstknecht van Jehovah als die krachtige, vroege christenen worden?
14 Op tal van plaatsen in de christelijke Griekse Geschriften worden personen genoemd die in de gemeente krachtige steunpilaren waren. Toen bijvoorbeeld Paulus in Rome gevangenzat, heeft Onesíforus hem moedig geholpen (2 Timótheüs 1:16). Fébe werd geprezen wegens haar harde werk in de gemeente van Kenchrea (Romeinen 16:1, 2). Zulke mannen en vrouwen moeten een voortreffelijke, stabiliserende invloed uitgeoefend hebben wanneer er vervolging uitbrak. Zij ’bleven wakker, stonden vast in het geloof, gedroegen zich als mannen en werden machtig’. — 1 Korinthiërs 16:13.
15 Alle christenen, vooral de ouderlingen, moeten hun best doen om vorderingen te maken ten einde net als de sterke vroege christenen te worden (1 Timótheüs 4:15). Leer vertrouwelijke kwesties vertrouwelijk te houden en beslissingen te nemen die op schriftuurlijke beginselen zijn gebaseerd. Oefen u erin christelijke hoedanigheden in anderen op te merken, zodat u zult weten wie onder druk betrouwbaar zullen zijn. Werk er met Jehovah’s kracht aan een pilaar in uw gemeente te worden, iemand die anderen helpt in plaats van altijd hulp nodig te hebben. — Galáten 6:5.
Kunt u goed met mensen opschieten?
16, 17. Hoe kunt u, door Kolossenzen 3:12, 13 thans toe te passen, worden geholpen u op vervolging voor te bereiden?
16 De apostel Paulus gaf ons de aanmoediging: „Bekleedt u . . . met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid van geest, zachtaardigheid en lankmoedigheid. Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven” (Kolossenzen 3:12, 13). Gaat dit u gemakkelijk af? Of irriteren de onvolmaaktheden van andere mensen u hevig? Bent u snel beledigd of ontmoedigd? Zo ja, dan is ook dit een terrein waarop voorbereidingen getroffen kunnen worden.
17 In landen waar samenkomsten verboden zijn, komen christenen geregeld in kleine aantallen bijeen. In zulke omstandigheden treden hun tekortkomingen nog duidelijker aan het licht. Waarom oefent u zich nu daarom niet in het verdragen van de zwakheden van anderen, evenals zij ongetwijfeld de uwe verdragen? Sta niet kritisch tegenover anderen, waardoor u hen diep ontmoedigt. Oefen uzelf en uw kinderen er ook in de bezittingen van anderen te respecteren wanneer u de gemeenteboekstudie bijwoont. Onder vervolging zal zo’n respect de vreedzame betrekkingen bevorderen.
Bent u nieuwsgierig?
18. Waarom is het soms veiliger alleen maar te weten wat u moet weten?
18 Sommigen van ons zijn erg nieuwsgierig van aard. Wij kunnen het niet verdragen niet „op de hoogte” te zijn. Is dat met u het geval? Zo ja, beschouw dan het volgende eens: Wanneer het werk van Jehovah’s Getuigen verboden is, trachten de autoriteiten soms hun organisatorische regelingen en de namen van de verantwoordelijke opzieners te weten te komen. Indien u die dingen zou weten, zou men u aan fysieke mishandeling kunnen onderwerpen in een poging u ertoe te dwingen deze inlichtingen te verstrekken. En als u ze inderdaad zou verstrekken, zou het werk van uw broeders hierdoor ernstig geschaad kunnen worden. Daarom is het soms veiliger alleen maar te weten wat u moet weten, en niet meer.
19. Wat kan u nu helpen het te vermijden onder vervolging vertrouwelijke aangelegenheden te openbaren?
19 Kunt u zich daar nu in oefenen? Ja. Als er in de gemeente bijvoorbeeld een rechterlijke comitékwestie is, moeten de gemeenteleden tevreden zijn met de mededelingen die de ouderlingen na rijp beraad over de kwestie gepast achten en mogen zij niet nieuwsgierig navraag doen om details te weten te komen. De vrouw en kinderen van een ouderling moeten niet proberen hem ertoe te pressen vertrouwelijke kwesties te openbaren. Wij moeten in alle opzichten leren ons niet ’in te laten met wat ons niet aangaat’. — 2 Thessalonicenzen 3:11.
Bent u een bijbelstudent?
20, 21. Hoe zal ijverige bijbelstudie in deze tijd, u helpen als het werk wordt verboden?
20 De bijbel is de basis voor de geestelijke kracht van een christen. Daar vindt hij de antwoorden op zijn belangrijkste vragen en heeft hij toegang tot de wijsheid van God zelf (2 Timótheüs 3:14-16). Alle christenen zijn het hier in beginsel mee eens, maar welke rol speelt de bijbel in werkelijkheid in uw leven? Bestudeert u hem geregeld en laat u zich er in alles wat u doet door leiden? — Psalm 119:105.
21 Als het werk verboden is, kan het heel moeilijk zijn aan onze bijbelse lectuur te komen. Soms is het zelfs moeilijk aan een bijbel te komen. Onder zulke omstandigheden zal de heilige geest u dingen te binnen brengen die u in het verleden hebt geleerd. Maar hij zal u geen dingen te binnen brengen die u niet hebt geleerd! Hoe meer u derhalve thans studeert, des te meer inlichtingen zullen er in uw geest en hart opgeslagen zijn die in tijd van nood door de heilige geest te voorschijn gebracht kunnen worden. — Markus 13:11.
Bidt u?
22. Hoe kan ’aanhouden in het gebed’ nuttig blijken te zijn wanneer wij ons op vervolging voorbereiden?
22 Dit is een belangrijke vraag wanneer wij aan vervolging denken. De bijbel geeft de raad: „Houdt aan in het gebed” (Romeinen 12:12). Gebed is rechtstreekse communicatie met Jehovah God. Door middel daarvan kunnen wij de kracht vragen om moeilijkheden te verduren en juiste beslissingen te nemen, alsook een persoonlijke verhouding met Jehovah God opbouwen. Ook al nemen tegenstanders onze lectuur en onze bijbels weg en maken zij onze omgang met andere christenen onmogelijk, toch kunnen zij nooit ons voorrecht van het gebed wegnemen. In de meest versterkte gevangenis kan een christen met God in contact komen. Volledig voordeel trekken van het voorrecht van het gebed is derhalve een schitterende manier om u voor te bereiden op wat de toekomst ook maar zou kunnen brengen.
Stelt u vertrouwen in autoriteit?
23. Waarom moeten wij vertrouwen ontwikkelen in de aangestelde ouderlingen en in „de getrouwe en beleidvolle slaaf”?
23 Het is ook belangrijk dit vertrouwen te ontwikkelen. De ouderlingen in de gemeente maken deel uit van Gods voorziening om ons te beschermen. Ouderlingen moeten zich zo gedragen dat zij vertrouwen verdienen, en de overige gemeenteleden moeten leren hun dat vertrouwen te schenken (Jesaja 32:1, 2; Hebreeën 13:7, 17). Wat nog belangrijker is, wij moeten leren „de getrouwe en beleidvolle slaaf” te vertrouwen. — Matthéüs 24:45-47.
24. Wat kan er worden gedaan om ons erop voor te bereiden leugenachtige aanvallen door vijanden van Jehovah’s volk te weerstaan?
24 Vijanden kunnen leugens over Gods organisatie rondstrooien (1 Timótheüs 4:1, 2). In één land werden sommige christenen ertoe misleid te geloven dat het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen het christendom vaarwel had gezegd terwijl zijzelf er nog steeds getrouw aan vasthielden. Een goede manier om u erop voor te bereiden dergelijke aanvallen te weerstaan, is een krachtige liefde voor uw broeders te ontwikkelen en te leren vertrouwen te stellen in Jehovah’s regelingen. — 1 Johannes 3:11.
U kunt de overwinning behalen
25. Wat zal ons helpen in tijden van vervolging te overwinnen?
25 Nadat de bejaarde apostel Johannes vervolging had ondergaan, zei hij tot ons: „Alles wat uit God is geboren, overwint de wereld. En dit is de overwinning die de wereld heeft overwonnen, ons geloof” (1 Johannes 5:4). U kunt niet in eigen kracht overwinnen. Satan en zijn wereld zijn sterker dan u. Maar zij zijn niet sterker dan Jehovah God. Dus als wij Gods geboden gehoorzamen, en voor het verkrijgen van steun om zijn geest bidden en ons voor kracht om te volharden volledig op hem verlaten, kunnen wij overwinnen. — Habakuk 3:13, 18; Openbaring 15:2; 1 Korinthiërs 15:57.
26. Wat moet u doen, ook als u thans geen vervolging ondergaat?
26 In alle landen zijn er christenen die vervolgd worden, hetzij door vijandig gezinde huwelijkspartners of op welke andere wijze maar ook. In sommige landen ondergaan al Gods dienstknechten lijden wegens de officiële verordeningen van de plaatselijke regering. Maar ook al ondergaat u op dit ogenblik persoonlijk geen vervolging of uitzonderlijke moeilijkheden, houd dan toch in gedachte dat het elk moment kan gebeuren. Jezus zei dat vervolging van christenen deel uit zou maken van het teken van de tijd van het einde; wij dienen daarom altijd vervolging te verwachten (Matthéüs 24:9). Waarom zouden wij ons er dus thans niet op voorbereiden? Neem het vaste besluit dat uw gedrag, wat er ook in de toekomst mag gebeuren, altijd tot lof zal zijn van uw hemelse Vader, Jehovah God. — Spreuken 27:11.
Hoe luidt uw antwoord?
◻ Op welke manieren kunt u zich thans op vervolging voorbereiden?
◻ Wat kunt u nu doen om de kracht te ontwikkelen die nodig is om onder vervolging te blijven prediken?
◻ Hoe kan het thans toepassen van Kolossenzen 3:12, 13 nuttig zijn wanneer er vervolging uitbreekt?
◻ Waarom moet u vertrouwen in de aangestelde ouderlingen en „de getrouwe en beleidvolle slaaf” ontwikkelen?
◻ Hoe kunt u onder vervolging als overwinnaar te voorschijn komen?