Het „Goddelijke vrede”-districtscongres — Precies wat wij nodig hadden!
„HARTEN zijn bereikt en houdingen beïnvloed.” „Jehovah heeft een feestmaal van veel heerlijke spijzen bereid.” De lezingen waren recht door zee en specifiek.” „Precies wat wij NU nodig hadden!” „Dit is precies wat wij nodig hadden!”
Zulke uitspraken waren typerend voor de vele uitingen van waardering die in verband met het in 1986 gehouden „Goddelijke vrede”-districtscongres van Jehovah’s Getuigen werden gehoord. Al zulke uitingen toonden aan dat de aanwezigen acht hadden geslagen op de voortreffelijke raad die zowel door de voorzitter als in de eerste toespraak, „Luistert en krijgt er begrip van”, was gegeven.
Aangezien in Gods Woord zo’n belangrijke plaats wordt toegekend aan het thema vrede — de uitdrukking komt meer dan driehonderd maal in de bijbel voor — was het bijzonder passend dat het tot thema van onze districtscongressen van 1986 was gemaakt. Achttien van de geïnspireerde brieven van Romeinen tot en met Openbaring beginnen zelfs met verklaringen zoals: „Mogen onverdiende goedheid en vrede ten aanzien van u vermeerderd worden.” Er zij opgemerkt dat het met „vrede” vertaalde woord in de Hebreeuwse Geschriften sja·lōmʹ is, wat niet alleen de afwezigheid van oorlog en twist betekent, maar ook gezondheid, voorspoed en welvaart inhoudt. — 1 Petrus 1:2.
In het programma werd telkens weer de nadruk gelegd op vrede. Zoals in de thematoespraak werd beklemtoond, is Jehovah „de God van vrede” en „de God die vrede geeft”. Zijn Zoon, de „Vredevorst”, beloofde zijn volgelingen vrede (Filippenzen 4:9; Romeinen 16:20; Jesaja 9:6; Johannes 14:27; 16:33). Tijdens de thematoespraak toonde de spreker aan dat de vrede die wij als Getuigen genieten, uniek is doordat die niet afhankelijk is van uiterlijke omstandigheden. Ze is afhankelijk van ons respect voor autoriteit, hetgeen verklaart waarom de wereld geen vrede geniet — ze heeft geen respect voor de grootste Autoriteit, Jehovah God. Jesaja bracht het zo goed onder woorden: „O indien gij slechts werkelijk aandacht aan mijn geboden zoudt schenken! Dan zou uw vrede worden net als een rivier.” — Jesaja 48:18.
Tot de nuttige suggesties die werden gegeven opdat wij in een vollediger mate goddelijke vrede zouden kunnen genieten, behoorde de aansporing om te proberen van elke vergadering één praktische raadgeving uit te kiezen als punt om aan te werken. In deze lezing werd aangetoond dat het om vredestichters te zijn niet voldoende is vredelievend te zijn; wij moeten voor de vrede werken en bereid zijn in het belang van de vrede inschikkelijk te zijn.
De voeten geschoeid met de toerusting van het goede nieuws van vrede
Onze boodschap wordt terecht „het goede nieuws van vrede” genoemd (Efeziërs 6:15). Wij hebben veel voortreffelijke raad ontvangen over de manier waarop wij dit goede nieuws van vrede aan anderen kunnen brengen. Een uit drie delen bestaand symposium over onze bediening was met het oog hierop erg nuttig. De eerste spreker toonde aan hoe onze van-huis-tot-huisbediening een onderscheidend kenmerk van Jehovah’s Getuigen is geworden. Aangezien dit werk niet gemakkelijk is, bewijzen wij onze liefde voor God en onze medemensen door eraan deel te nemen. Om werkelijk doeltreffend te zijn, moeten wij gewetensvol en vindingrijk zijn, terwijl wij nauwkeurige aantekeningen maken en op verschillende tijden bezoeken brengen om allen te bereiken.
De tweede spreker legde uit dat wij, om discipelen te kunnen maken, met een positieve houding nabezoeken moeten brengen bij geïnteresseerde personen. Wij dienen persoonlijke belangstelling aan de dag te leggen voor degenen die wij bezoeken en voort te bouwen op de punten waarvoor de bewoner bij ons eerste bezoek interesse heeft getoond. Vergewis je ervan dat de huisbewoner bij elk nabezoek iets nieuws leert.
De derde spreker zette uiteen dat degenen met wie wij de bijbel bestuderen, geholpen zullen worden Getuigen te worden als wij door het stellen van standpuntvragen hun hart bereiken. Wij dienen echte belangstelling voor hen te tonen door hen naar Gods organisatie te leiden, hen te helpen naar de vergaderingen te komen, hen op andere tijden te bezoeken en hen zelfs bij ons thuis uit te nodigen. In de afgelopen 35 jaar is het aantal bijbelstudies vertienvoudigd.
Na dit symposium werd ons op het hart gedrukt hoe noodzakelijk het is te popelen van verlangen om het goede nieuws van vrede waar mogelijk en onder alle omstandigheden met anderen te delen. Leeftijd vormt geen belemmering. Jonge kinderen en personen die al in de negentig zijn, blijven prediken. Sommigen zijn pioniers, of volle-tijdpredikers, hoewel zij volkomen blind zijn. Anderen pionieren hoewel zij doof zijn, weer anderen ondanks het feit dat zij aan een rolstoel gebonden zijn. Eén pioniersechtpaar gaat met zes jonge kinderen in de velddienst.
De raad „Doe je uiterste best door aan de volle-tijddienst deel te nemen” was bijzonder passend. De volle-tijddienst is de meest voldoening schenkende en lonendste levenswijze. Pioniers werden ertoe aangespoord om nu zij met de volle-tijddienst waren begonnen, hun uiterste best te doen in deze dienst te volharden.
Evenals op vorige congressen hoorden wij van verkondigers van het goede nieuws met een lange staat van dienst, die in sommige gevallen tussen de dertig en wel zeventig jaar dienst hadden verricht. Zij vertelden welk een vreugde het hun had geschonken het goede nieuws te prediken. Het was werkelijk aanmoedigend te horen hoe zij belemmeringen hadden overwonnen om in de bediening te kunnen blijven. Eén broeder was bijvoorbeeld in een periode van 43 jaar geen enkele maand in gebreke gebleven aan de velddienst deel te nemen.
Raad voor gezinsleden
Gezien de bedreiging die het goddeloze samenstel van dingen voor christelijke gezinsleden vormt, bestond er grote behoefte aan de voortreffelijke raad voor gezinsleden. Aan jongeren werd de vraag gesteld: „Zijn jullie geestelijk progressief?” Thans verrichten velen volle-tijddienst als pioniers en in Bethelhuizen. Maar zouden meer jongeren dit kunnen doen? Geestelijk progressief zijn, betekent Gods wil de eerste plaats in ons leven toekennen. Het betekent ook goede studiegewoonten hebben en geregeld aan gemeenteactiviteiten deelnemen en in de velddienst gaan, alsook een goede verhouding met ouderen hebben. En het betekent geen genoegen vinden in iets wat in Gods Woord wordt verboden.
Nog een uit drie lezingen bestaand symposium begon met de onderzoekende vraag: „Is jouw huis een plaats van rust en vrede?” Met het oog hierop is het van fundamenteel belang om een getuige van Jehovah die de Koninkrijksbelangen op de eerste plaats stelt en die de vruchten van Gods geest aan de dag legt, als huwelijkspartner te kiezen. Wil een huisgezin een plaats van rust en vrede zijn, dan moet de echtgenoot de leiding nemen in geestelijke zaken en moet hij zijn vrouw liefhebben als zijn eigen lichaam. De vrouw dient haar man te ondersteunen en diepe achting voor hem te hebben. Het is ook van het grootste belang samen te bidden en de Duivel geen plaats toe te staan. Kinderen kunnen ertoe bijdragen een huis tot een plaats van vrede en rust te maken door onderdanig te zijn en medewerking te verlenen. De gezinsbanden worden versterkt als de gezinsleden gezamenlijk de bijbel en bijbelse lectuur bestuderen. — Psalm 34:11.
Er bestond grote behoefte aan de lezing die hierop aansloot: „Draagt uit elkaar gaan tot echtelijke vrede bij?” Het antwoord? Misschien denken wereldlingen dat dit de oplossing is, maar de Getuigen niet! Voor hen vormt scheiding niet een gemakkelijke manier om een eind te maken aan een ongelukkig huwelijk. De gehele strekking van Gods raad over het huwelijk is dat echtparen bij elkaar blijven. Uit elkaar gaan heeft bijna altijd een schadelijke uitwerking op de erbij betrokken kinderen, en er zijn nog andere slechte vruchten. Ronduit gezegd, vormt uiteengaan een bewijs dat hetzij door een van de huwelijkspartners of door beide niet de vruchten van de geest aan de dag worden gelegd. — Galaten 5:22, 23.
Aan ongehuwde christenen werd voortreffelijke raad gegeven in de lezing „Dient een ongehuwde zich incompleet te voelen?” Beslist niet! Aangezien de bediening in ons leven centraal staat, kunnen wij compleet zijn, of wij nu ongehuwd zijn of gehuwd. Zoals Paulus aantoont, hebben ongehuwde christenen zelfs bepaalde voordelen. Door tevredenheid aan te kweken, kunnen zij zich in de gave van de ongehuwde staat verheugen en er het beste van maken. — 1 Korinthiërs 7:32-34.
Noodzakelijke raad over een reine levenswijze
Het steeds slechter wordende morele klimaat van deze wereld heeft ertoe geleid dat een aantal Getuigen moest worden terechtgewezen of zelfs wegens slecht gedrag moest worden uitgesloten. Hoe passend was derhalve de rechtstreekse raad die in verband met gedrag werd gegeven! Om goddelijke vrede te genieten, moeten wij te allen tijde op ons gedrag letten. Dit werd bijvoorbeeld duidelijk gemaakt in de lezing „Vermijd de valstrikken van gezellige ontspanning”. Feestjes kunnen heel plezierig zijn, maar als wij niet uitkijken, kunnen ze gemakkelijk theocratische activiteiten in de weg staan en tot onreinheid leiden. Het onvolmaakte menselijk hart is bedrieglijk en geneigd voordeel te trekken van elke gelegenheid om met immoraliteit te spelen. Vooral groots opgezette gezelligheidsbijeenkomsten houden ernstige gevaren in, en dit geldt ook voor verderfelijke muziek. — 1 Korinthiërs 15:33.
Om onze goddelijke vrede te behouden, moeten wij acht slaan op de raad „Vermijd de dodelijke ’lucht’ van deze wereld”. Evenals de lucht die wij inademen, is deze zelfzuchtige en ongehoorzame geest van de wereld overal om ons heen. De lezing behandelde negen manifestaties van deze doodaanbrengende lucht, zoals met immoraliteit spelen, uitersten in kleding en uiterlijke verzorging, onmatig gebruik van voedsel en drank, verslaafdheid aan sport en raciale trots. Wie deze lucht blijft inademen, zal er geestelijk door gedood worden.
Deze kwestie werd nog verder beklemtoond in de lezing „Blijf je in alle opzichten rein?” Nalatigheid maakt dat wij ons schuldig maken aan huichelarij. Om een goed geweten te hebben, moeten wij in fysiek, mentaal, moreel en geestelijk opzicht rein blijven. Met het oog daarop moeten wij ’het slechte haten’ en ’een afschuw hebben van wat goddeloos is’. Dit houdt ook in dat wij propaganda van afvalligen moeten verafschuwen. — Psalm 97:10; Romeinen 12:9.
De prachtige lezing „Jehovah’s strenge onderricht werpt een vreedzame vrucht af” was in dit opzicht toepasselijk. Jehovah is Degene die op volmaakte wijze streng onderricht toedient, en hij doet dit omdat hij ons liefheeft. Van niemand van ons kan worden gezegd dat hij geen streng onderricht nodig heeft. Zelfs de Zoon van God was er niet van buitengesloten! (Hebreeën 5:8) Ja, streng onderricht betekent strikt genomen opleiding, niet altijd tuchtiging, en om voordeel te trekken van de vele manieren waarop God het toedient, moeten wij ten aanzien van onszelf eerlijk zijn en nederig blijven!
In de lezing „Blijf elkaar opbouwen” werd voortreffelijke raad gegeven met betrekking tot onze spraak. Wat kunnen wij veel schade aanrichten door onnadenkend, kritisch of klagend te spreken! De tong is beslist moeilijk te beheersen. Terecht werden wij eraan herinnerd ’niet langer ten nadele van elkaar te spreken’ (Jakobus 4:11). Broederlijke liefde zal ons voorzichtig maken en zal ertoe leiden dat wij, alvorens iets te zeggen, ons afvragen: „Is het werkelijk waar?” „Moet ik erover spreken?” „Zal het opbouwend zijn?”
Besprekingen van bijbelprofetieën
In de ene lezing na de andere werden de geïnspireerde profetieën aangehaald ten einde de toehoorders te vermanen en hen dingen in herinnering te brengen. Zo werd in de lezing „Gods oordelen — impopulair bij de wereld” door de spreker beklemtoond dat wij niet alleen goed nieuws over een paradijs te prediken hebben, maar ook, evenals Jeremia, bekendmakingen over Gods komende oordelen moeten doen (Jeremia hfdst. 6 en 7). Evenals Jeremia de valse leerstellingen en corrupte praktijken van de religieuze leiders van zijn tijd moedig aan de kaak stelde, worden ook wij hiertoe aangemoedigd.
In de lezing „Een tijd van beproeving en zifting” werd de hedendaagse toepassing van Maleachi 3:1-3 aangetoond. Jehovah’s dienstknechten zijn inderdaad van vals-Babylonische leerstellingen en praktijken gereinigd. Het instellen van theocratische orde en het besef dat de van-huis-tot-huisbediening van het allergrootste belang is, waren enkele van de positieve punten die door de spreker werden uiteengezet.
Wij hoorden ook een schitterende lezing waarin de spreker hoofdstuk 11 en 12 van Daniël besprak. Deze lezing was getiteld „Ontsluierde heilige geheimen bieden een vaste hoop op vrede”. De wedijver tussen de koning van het noorden en de koning van het zuiden houdt de wereld in beroering. Uit Daniëls profetie kunnen wij opmaken dat deze koningen hun conflicten nooit zullen beëindigen. Alleen Michaël kan blijvende vrede brengen.
Nog een op de geïnspireerde profetieën gebaseerde lezing was getiteld „Wereldomvattende zekerheid onder de ’Vredevorst’”. Hierin werden Jesaja 9:6, 7 en de context van die verzen behandeld en werd aangetoond dat die profetie op passende wijze van toepassing is op Jezus Christus. De spreker verklaarde in zijn besluit dat Michaël „zijn schitterende loopbaan zal bekronen met een grandioze overwinning te Armageddon, waarvan de glans tot in alle eeuwigheid niet zal verbleken . . . Voorwaarts dus tot een grotere prominentie op het wereldtoneel dan ooit tevoren, al gij getuigen van Jehovah, met volledig vertrouwen in uw God en zijn regerende Koning, de ’Vredevorst’! Weest absoluut onbevreesd tegenover de huidige wereldsamenzwering . . . Weest allen tot tekenen en wonderen tot eer van Jehovah!” Dit was beslist een van de aansporendste lezingen van het hele congres.
Heb waardering voor degenen die de leiding nemen
Een uit twee delen bestaand symposium getiteld „Opzieners die dienst verrichten in het belang van de vrede” heeft ons echt geholpen waardering te hebben voor degenen die de leiding nemen. De eerste spreker beschouwde de taak van de reizende opzieners en toonde aan dat zij beslist dubbele eer waardig zijn wegens hun vele werkzaamheden. Hiertoe behoren het uitspreken van lezingen, het bieden van hulp bij problemen, het opleiden van de broeders en zusters bij het geven van getuigenis en het opzoeken van degenen die fysiek of geestelijk ziek zijn. Alle reizende opzieners verdienen stellig onze volledige medewerking en een gastvrijheid zoals Lydia die verleende. — Handelingen 16:15.
De tweede spreker omschreef nauwkeurig de taken van de ouderlingen en hun aandeel in het bevorderen van de vrede in de gemeente. Zij kunnen dit doen door de vergaderingen voor te bereiden en te leiden, herderlijke bezoeken te brengen, rechterlijke zaken te behartigen, de leiding te nemen in de velddienst en een voortreffelijk voorbeeld te geven in hun gedrag en gezinsleven. Wij allen dienen beslist waardering te tonen voor de aangestelde ouderlingen door gehoorzaam en onderdanig te zijn, zoals ons in Hebreeën 13:17 wordt aangeraden.
„Een voortreffelijke reputatie nastreven en verwerven”, was een lezing waarin werd beklemtoond welke grote behoefte er gezien de grote toename in Getuigen, aan bekwame ouderlingen bestaat. Aan alle opgedragen broeders die geen ouderling zijn, werd duidelijk gemaakt hoe zij naar grotere dienstvoorrechten kunnen streven. De lezing gaf vooral personen die bekwaamheden bezaten maar niet inzagen dat het noodzakelijk was in een grotere mate dienst te verrichten, de dringende raad zich af te vragen: Waarom ben ik terughoudend?
Andere geestelijke traktaties
Er bestond veel waardering voor de lezing „Ben je tevreden met Jehovah’s geestelijke voorzieningen?” Er werden bijbelse voorbeelden aangehaald van personen die waardering hadden voor de door God verschafte geestelijke voorzieningen en van personen die dit niet hadden. In de mate dat wij ons bewust zijn van onze geestelijke nood, zullen wij tevreden zijn met Jehovah’s voorzieningen en hier blijk van geven. Hoe? Door tijd uit te kopen voor persoonlijke bijbelstudie en door zelfdiscipline toe te passen als wij op de vergaderingen zijn ten einde er zoveel mogelijk profijt van te trekken.
Wat nòg een bedreiging voor onze geestelijke gezindheid genoemd zou kunnen worden, kwam in de lezing „Hoe betekenisvol zijn jouw gebeden?” ter sprake. De raad werd gegeven ons af te vragen: Heb ik toegelaten dat ik in mijn gebeden in herhalingen verval of dat mijn gebeden stereotiep of gehaast zijn, alsof ik het te druk heb om voldoende tijd te besteden aan mijn gesprekken met God? In gebed naderen wij de grootste Persoon in het universum. Willen onze gebeden betekenisvol zijn, dan moet God werkelijk een realiteit voor ons zijn. Onze gebeden moeten uit het hart komen en specifiek zijn, en wij moeten erover nadenken.
Nog een geestelijke traktatie was de dooplezing, „Vrede met God verwerven door opdracht en doop”. De spreker toonde aan dat onze doop zowel een bijzonder ernstige als een bijzonder vreugdevolle gelegenheid is. Door middel van de doop verwerven wij vrede met God en worden wij als Jehovah’s Getuigen geordineerde bedienaren. En onze opdracht houdt niet louter een verplichting in die wij op ons genomen hebben, want wij kunnen terzelfder tijd een aantal verplichtingen hebben waarvan wij ons kwijten. Opgedragen zijn, betekent voor ons veeleer dat wij exclusief toegewijd zijn aan het Goddelijke Wezen, Jehovah God.
De twee bijbelse drama’s behoorden tot de meest favoriete congresonderdelen. Levensbehoud in een tijd van hongersnood handelde over de ontroerende geschiedenis van Jozef en zijn broers, waardoor menigeen een traan moest wegpinken. Jozefs grootmoedige, vergevensgezinde geestesgesteldheid verschaft een voortreffelijk voorbeeld dat wij allen dienen na te volgen. Het verslag heeft ook een profetische betekenis. Het tweede drama, Zoek Gods rechtvaardigheid om het einde te kunnen overleven, verschafte krachtige en indrukwekkende raad met betrekking tot de problemen van onze jonge mensen. Er werd in beklemtoond hoe noodzakelijk het is op ons gedrag te letten, de Koninkrijksbelangen op de eerste plaats te stellen en niet snel geneigd te zijn een oordeel te vellen over de beweegredenen van anderen.
De openbare lezing, „Eindelijk vrede! — Wanneer God spreekt”, strookte volkomen met het thema van het congres. Eerst hoorden wij hoe de dwaasheid van alle voorbereidingen op een kernoorlog aan de kaak werd gesteld en hoe hopeloos de wereldsituatie is uit welk menselijk standpunt ook maar beschouwd. Alleen Gods koninkrijk biedt een reële hoop. Wat betekent het te luisteren wanneer God spreekt? Het betekent niet alleen zorgvuldig te luisteren en te begrijpen wat God zegt, maar ook iets te doen in verband met hetgeen hij zegt. Dan zullen wij niet door de misleidende roep „Vrede en zekerheid!” worden bedrogen.
De slottoespraak, „Door de God van vrede toegerust om zijn wil te doen”, liet alle congresgangers naar huis gaan met een warm gevoel wegens de overvloedige geestelijke feestmaaltijd waarvan zij tijdens de vier dagen hadden genoten. Het congres heeft ons beslist als nooit tevoren toegerust om Gods wil te doen. „Laten wij dus vastbesloten zijn om wat te doen? Om met werkelijke waardering voor onze goddelijke vrede en wat dit allemaal voor ons betekent, voorwaarts te gaan in het grootse Koninkrijkspredikingswerk!”
In de Verenigde Staten werden op 65 verschillende plaatsen en in 11 talen 135 congressen gehouden. Het hoogtepunt in het aantal aanwezigen was 1.276.578 en er werden 12.603 personen gedoopt. De drie congressen in het Yankee Stadion in de stad New York werden bijgewoond door een recordaantal van 95.091 aanwezigen en er werden 1110 personen gedoopt.
[Kader op blz. 30]
„Goddelijke vrede”-congresvrijgaven
Allereerst werd de herziene brochure „Zie! Ik maak alle dingen nieuw” vrijgegeven, na een lezing over dat onderwerp. Het is nu een vierkleurenbrochure in duidelijk schrift en met extra inlichtingen, beslist een ideaal hulpmiddel voor bijbelstudies.
Jehovah’s Getuigen — Wereldwijd verenigd in het doen van Gods wil, een vierkleurenbrochure in tijdschriftenformaat, was de tweede vrijgave. Een schitterend instrument om anderen op de hoogte te brengen van onze verschillende activiteiten en historische inlichtingen te verschaffen over Jehovah’s Getuigen.
De derde vrijgave was een 192 bladzijden tellend bijbelstudiehulpmiddel, aanvankelijk voor gebruik op onze gemeenteboekstudies. Het is getiteld Wereldomvattende zekerheid onder de „Vredevorst”.
Koninkrijksmelodieën nr. 7 was de vierde vrijgave. De congresgangers kregen iets van het bandje te horen.
Op de Nederlandstalige congressen was de vijfde vrijgave de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift met 125.000 marginale verwijsteksten.
Tijdens het beluisteren van de slotlezing vernamen allen vol vreugde dat de Watch Tower Publications Index voor 1930-1985 verkrijgbaar zou komen. Wat een zegen voor bijbelonderzoekers!
[Illustraties op blz. 31]
1. Jozef door zijn broers verkocht, in een drama op een congres van Koreaanse Getuigen in de VS
2. De president van het Wachttorengenootschap, F. W. Franz, spreekt op een congres
3. Blik op aandachtige toehoorders in het Yankee Stadion in New York
4. Duizenden werden als een symbool van hun opdracht aan Jehovah God gedoopt