Behaag Jehovah door van goedheid blijk te geven
„Wat vraagt Jehovah van u terug dan gerechtigheid te oefenen en goedheid lief te hebben en bescheiden te wandelen met uw God?” — MICHA 6:8.
1. Waarom mag het ons niet verbazen dat Jehovah verwacht dat zijn volk blijk geeft van goedheid?
JEHOVAH verwacht dat zijn volk van goedheid blijk geeft. Dit dient ons niet te verbazen. God is zelf goed jegens allen, zelfs jegens ondankbare goddeloze mensen. Jezus Christus zei zijn discipelen in dit verband: „Blijft . . . uw vijanden liefhebben en blijft goeddoen en lenen zonder rente, zonder te hopen iets terug te krijgen, en uw beloning zal groot zijn, en gij zult zonen van de Allerhoogste zijn, want hij is goed jegens de ondankbaren en goddelozen. Blijft barmhartig worden, zoals uw Vader barmhartig is.” — Lukas 6:35, 36.
2. Welke vragen betreffende goedheid verdienen onze aandacht?
2 Zoals Micha 6:8 verklaart, moeten degenen die met God wandelen, ’goedheid liefhebben’. Het is duidelijk dat het Jehovah behaagt wanneer zijn dienstknechten goedheid liefhebben en van harte tentoonspreiden. Maar wat is goedheid? Welke voordelen vloeien eruit voort als men van goedheid blijk geeft? En hoe kan deze hoedanigheid aan de dag worden gelegd?
Wat goedheid is
3. Hoe zou u goedheid definiëren?
3 Goedheid is de hoedanigheid die iemand een actieve belangstelling voor anderen doet hebben. Ze wordt getoond door behulpzame daden en vriendelijke woorden. Het betekent positief goede dingen te doen en niet iets schadelijks. Iemand die goed is, is vriendelijk en mild, heeft medegevoel, is hoffelijk. Hij heeft een welwillende, van consideratie blijk gevende instelling tegenover anderen. En goedheid maakt deel uit van het weefsel van de figuurlijke kledij van iedere ware christen, want Paulus drong erop aan: „Bekleedt u . . . met de tedere genegenheden van mededogen, goedheid, ootmoedigheid des geestes, zachtaardigheid en lankmoedigheid.” — Kolossenzen 3:12.
4. Hoe is Jehovah voorgegaan in het betonen van goedheid jegens de mensheid?
4 Jehovah gaat voor in het betonen van goedheid. ’Toen de goedheid en de liefde jegens de mens van de zijde van onze Redder, God, openbaar werd gemaakt,’ zo zei Paulus, ’heeft hij ons gered overeenkomstig zijn barmhartigheid door middel van het bad dat ons tot leven bracht en doordat wij nieuw werden gemaakt door heilige geest’ (Titus 3:4, 5). God reinigt of ’baadt’ gezalfde christenen in Jezus’ bloed, door de verdienste van Christus’ loskoopoffer ten behoeve van hen aan te wenden. Ook worden zij nieuw gemaakt door heilige geest, „een nieuwe schepping” als door de geest verwekte zonen van God (2 Korinthiërs 5:17). Natuurlijk strekken Gods goedheid en liefde voor de mens zich ook uit tot een internationale „grote schare”, die ’hun lange gewaden hebben gewassen en ze wit hebben gemaakt in het bloed van het Lam’ (Openbaring 7:9, 14; 1 Johannes 2:1, 2). Bovendien bevinden zowel de gezalfden als de grote schare met een aardse hoop zich allen onder Jezus’ ’weldadige’ juk. — Mattheüs 11:30.
5. Waarom moeten wij verwachten dat degenen die zich door Gods geest laten leiden, anderen goedheid en vriendelijkheid betonen?
5 De hoedanigheid die wij bespreken is een deel van de vrucht van Gods heilige geest of werkzame kracht. Paulus zei erover: „De vrucht van de geest . . . is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen is geen wet” (Galaten 5:22, 23). Wat moeten wij dus verwachten van degenen die zich door Gods geest laten leiden? Zij zullen anderen beslist goedheid en vriendelijkheid betonen.
6. Hoe zullen ouderlingen en andere christenen zich in hun handelen door goedheid en vriendelijkheid laten motiveren?
6 Goedheid kan op vele manieren aan de dag worden gelegd. Wij tonen goedheid wanneer wij barmhartig zijn. Zo zullen christelijke ouderlingen op vriendelijke wijze een berouwvolle kwaaddoener barmhartigheid betonen en hem geestelijk proberen te helpen. De van God afkomstige hoedanigheid goedheid maakt opzieners geduldig, doet hen consideratie betonen, en leidt ertoe dat zij mededogend en mild handelen. Ze beweegt hen ertoe ’de kudde teder te behandelen’ (Handelingen 20:28, 29). Trouwens, de vrucht van de geest, goedheid, dient alle christenen barmhartig, geduldig, attent, mededogend, vriendelijk en gastvrij te maken.
Vermijd verkeerde vriendelijkheid
7. Waarom zou u zeggen dat verkeerde vriendelijkheid een zwakheid is?
7 Sommige mensen beschouwen vriendelijkheid als zwakheid. Zij vinden dat men soms hard, grof zelfs, moet zijn, om anderen te imponeren door zijn kracht. Maar terecht is ooit gezegd dat ’grofheid de manier is waarop een zwakkeling kracht imiteert’. In werkelijkheid vergt het echte kracht om waarlijk goed en vriendelijk te zijn en verkeerde vriendelijkheid te vermijden. De vriendelijkheid die een vrucht van Gods geest is, is geen zwakke, schipperende houding tegenover onjuist gedrag. Verkeerde vriendelijkheid daarentegen is een zwakheid die iemand kwaaddoen door de vingers doet zien.
8. (a) Hoe betoonde Eli zich ten aanzien van zijn zonen laks? (b) Waarom moeten ouderlingen ervoor waken verkeerde vriendelijkheid te betonen?
8 Israëls hogepriester Eli was laks in het tot de orde roepen van zijn zonen, Hofni en Pinehas, die als priesters dienst deden bij de tabernakel. Niet tevreden met het deel van het offer dat hun volgens Gods wet toekwam, lieten zij een dienaar aan de offeraar rauw vlees vragen voordat het vet van het offer op het altaar in rook opging. Eli’s zonen hadden ook immorele seksuele betrekkingen met de vrouwen die bij de ingang van de tabernakel dienden. Maar in plaats van Hofni en Pinehas uit hun ambt te ontzetten berispte Eli hen slechts zwakjes, zodat hij zijn zonen meer eerde dan God (1 Samuël 2:12-29). Geen wonder dat ’een woord van Jehovah in die dagen zeldzaam was geworden’! (1 Samuël 3:1) Christelijke ouderlingen moeten dus niet zwichten voor een onjuiste redenatie of het aan de dag leggen van verkeerde vriendelijkheid waardoor de geestelijke gezindheid van een gemeente in gevaar kan komen. Ware vriendelijkheid is niet blind voor goddeloze woorden en daden die in strijd zijn met Gods maatstaven.
9. (a) Welke houding kan ons helpen niet toe te geven aan verkeerde vriendelijkheid? (b) Hoe toonde Jezus kracht in zijn bejegening van afvallige religieaanhangers?
9 Als wij verkeerde vriendelijkheid willen vermijden, moeten wij bidden om Gods hulp teneinde de kracht te bezitten die spreekt uit de woorden van de psalmist: „Gaat weg van mij, gij boosdoeners, opdat ik de geboden van mijn God moge nakomen” (Psalm 119:115). Wij moeten ook het voorbeeld van Jezus Christus navolgen, die zich er nooit schuldig aan maakte verkeerde vriendelijkheid aan de dag te leggen. Ja, Jezus was de belichaming van ware vriendelijkheid. Zo ’had hij medelijden met de mensen, omdat zij gestroopt en heen en weer gedreven waren als schapen zonder herder’. Daarom voelden oprechte mensen zich vrij om Jezus te benaderen, en brachten zij zelfs hun jonge kinderen bij hem. En stel u de vriendelijkheid en het medegevoel voor die hij aan de dag legde toen ’hij de kinderen in zijn armen nam en hen ging zegenen’! (Mattheüs 9:36; Markus 10:13-16) Hoewel Jezus vriendelijk was, nam hij een krachtig standpunt in voor wat juist was in de ogen van zijn hemelse Vader. Jezus zag nooit het kwaad door de vingers; hij bezat de van God afkomstige kracht om de huichelachtige religieuze leiders aan de kaak te stellen. In Mattheüs 23:13-26 lezen wij hoe hij herhaalde malen de uitspraak bezigde: „Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars!” Elke keer gaf Jezus een reden voor het goddelijke oordeel.
Goedheid hangt met liefde samen
10. Hoe betonen Jezus’ discipelen goedheid en liefde jegens medegelovigen?
10 Met betrekking tot zijn volgelingen zei Jezus: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Johannes 13:35). En wat is één aspect van de liefde die Jezus’ ware discipelen identificeert? Paulus zei: „De liefde is lankmoedig en vriendelijk” (1 Korinthiërs 13:4). Lankmoedig en vriendelijk zijn wil zeggen dat wij de onvolmaaktheden en tekortkomingen van anderen verdragen, zoals ook Jehovah doet (Psalm 103:10-14; Romeinen 2:4; 2 Petrus 3:9, 15). Christelijke liefde en goedheid treden ook aan de dag wanneer medegelovigen, ergens op aarde, ontberingen te verduren krijgen. Reagerend met meer dan louter „menslievendheid” tonen elders wonende christenen broederlijke liefde door materiële goederen te schenken om zulke aanbidders van Jehovah te helpen. — Handelingen 28:2.
11. Wat is schriftuurlijk gesproken liefderijke goedheid?
11 Goedheid is gekoppeld aan liefde in de uitdrukking „liefderijke goedheid” die vaak in de Schrift wordt gebruikt. Dit is een goedheid die uit loyale liefde voortspruit. Het Hebreeuwse zelfstandig naamwoord dat is weergegeven met „liefderijke goedheid” (cheʹsedh) houdt meer in dan tedere aandacht. Het is een goedheid die zich liefdevol aan een object hecht totdat het doel in verband daarmee is verwezenlijkt. Jehovah’s liefderijke goedheid of loyale liefde wordt op verscheidene manieren aan de dag gelegd. Zo wordt ze bijvoorbeeld getoond in zijn daden van bevrijding en bescherming. — Psalm 6:4; 40:11; 143:12.
12. Waarvan kunnen Jehovah’s dienstknechten zeker zijn wanneer zij bidden om hulp of bevrijding?
12 Geen wonder dat Jehovah’s liefderijke goedheid mensen tot hem trekt! (Jeremia 31:3) Wanneer Gods getrouwe dienstknechten bevrijding of hulp nodig hebben, weten zij dat zijn liefderijke goedheid inderdaad loyale liefde is die hen niet in de steek zal laten. Vandaar dat zij in geloof kunnen bidden, zoals de psalmist, die zei: „Wat mij aangaat, ik heb op uw liefderijke goedheid vertrouwd; laat mijn hart blij zijn in uw redding” (Psalm 13:5). Aangezien Gods liefde loyaal is, vertrouwen zijn dienstknechten niet tevergeefs op zijn liefderijke goedheid. Wanneer zij om hulp of bevrijding bidden, hebben zij deze verzekering: „Jehovah zal zijn volk niet verstoten, noch zal hij zijn eigen erfdeel verlaten.” — Psalm 94:14.
Beloningen van goedheid
13, 14. Waarom heeft iemand die goed en vriendelijk is, loyale vrienden?
13 In navolging van Jehovah worden door zijn dienstknechten ’liefderijke goedheid en barmhartigheden jegens elkaar betracht’ (Zacharia 7:9; Efeziërs 5:1). „Het begeerlijke in de aardse mens is zijn liefderijke goedheid”, en iemand die deze hoedanigheid aan de dag legt, oogst rijke beloningen (Spreuken 19:22). Wat zijn enkele hiervan?
14 Goedheid doet ons tactvol en vriendelijk zijn en helpt ons daardoor goede betrekkingen met anderen te bewaren. Iemand die tactvol is, wil in wat hij zegt en doet, of in zijn aanpak van moeilijke situaties, gevoelens ontzien en mensen niet kwetsen. Terwijl een „wreedaard” in een isolement raakt, ’bejegent een man van liefderijke goedheid zijn eigen ziel op een belonende wijze’ (Spreuken 11:17). Mensen mijden iemand die wreed is maar worden aangetrokken tot iemand die hun liefderijke goedheid betoont. Daarom heeft iemand die goed en vriendelijk is, loyale vrienden. — Spreuken 18:24.
15. Welk effect kunnen goedheid en vriendelijkheid hebben in een religieus verdeeld gezin?
15 Een christelijke vrouw met een ongelovige huwelijkspartner kan hem tot Gods waarheid trekken door een eigenschap als goedheid. Voordat zij de waarheid leerde kennen en „de nieuwe persoonlijkheid [aandeed], die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit”, is zij wellicht onvriendelijk, misschien zelfs twistziek, geweest (Efeziërs 4:24). Als haar man zekere spreuken had gekend, had hij er beslist mee ingestemd dat ’de twisten van een vrouw als een lekkend dak zijn waardoor men wordt verdreven’ en dat ’het beter is in een woest land te wonen dan met een twistzieke vrouw en ergernis daarbij’ (Spreuken 19:13; 21:19). Maar nu kunnen het eerbare gedrag en de diepe achting van de christelijke vrouw, met daarbij hoedanigheden als goedheid en vriendelijkheid, er wellicht toe bijdragen haar huwelijkspartner te winnen voor het ware geloof (1 Petrus 3:1, 2). Ja, dit zou één beloning kunnen zijn voor haar goedheid.
16. Hoe kunnen wij voordeel trekken van aan ons betoonde goedheid en vriendelijkheid?
16 Aan ons betoonde goedheid kan ons baten doordat het ons in sterkere mate mededogend en vergevensgezind kan maken. Als wij bijvoorbeeld geestelijke hulp nodig zouden hebben en op een vriendelijke en milde wijze behandeld zouden worden, zou dat ons er dan niet sterker toe neigen anderen op soortgelijke wijze te bejegenen? Welnu, een vriendelijke en milde bejegening mag verwacht worden van geestelijk bekwame mannen, want Paulus schreef: „Broeders, zelfs al doet iemand een misstap voordat hij zich ervan bewust is, tracht gij, die geestelijke hoedanigheden hebt, zo iemand in een geest van zachtaardigheid weer terecht te brengen, terwijl gij uzelf in het oog houdt, opdat ook gij niet verzocht wordt” (Galaten 6:1). Aangestelde ouderlingen spreken met zachtaardigheid en vriendelijkheid wanneer zij dwalende medegelovigen trachten te helpen. Maar ongeacht of wij nu zelf zulke hulp hebben ervaren of niet, wat verwacht God van al degenen die hem dienen? Alle christenen moeten anderen vriendelijkheid betonen en acht slaan op Paulus’ raad: „Wordt vriendelijk jegens elkaar, teder mededogend, elkaar vrijelijk vergevend, zoals ook God door Christus u vrijelijk vergeven heeft” (Efeziërs 4:32). En als wij iemands vergeving hebben ontvangen of op een vriendelijke wijze uit een geestelijk probleem zijn geholpen, zal dat natuurlijk ons eigen vermogen om te vergeven en mededogen en vriendelijkheid te betonen moeten doen toenemen.
Waardeer Gods onverdiende goedheid
17. Voor welke goedheid moeten wij, als zondaars van onze geboorte af, speciaal dankbaar zijn?
17 Aangezien wij allen zijn geboren als zondaars die de dood verdienen, is er een goedheid waarvoor wij bijzonder dankbaar moeten zijn. Het is de onverdiende goedheid van Jehovah God. Dat zondaars vrijgemaakt worden van de veroordeling tot de dood en rechtvaardig verklaard worden, is een goedheid die totaal onverdiend is. Paulus die Gods onverdiende goedheid negentig keer noemt in zijn veertien geïnspireerde brieven, zei tot christenen in het oude Rome: „Allen hebben gezondigd en bereiken niet de heerlijkheid Gods, en het is als een vrije gave dat zij door zijn onverdiende goedheid rechtvaardig verklaard worden op grond van de verlossing door de losprijs die door Christus Jezus is betaald” (Romeinen 3:23, 24). Wat een waardering moeten wij hebben voor de onverdiende goedheid die Jehovah God heeft betoond!
18, 19. Hoe kunnen wij het vermijden het doel van Gods onverdiende goedheid te missen?
18 Door in waardering te kort te schieten zouden wij het doel van Gods onverdiende goedheid kunnen missen. In dit verband zei Paulus: „Wij zijn daarom gezanten die optreden in de plaats van Christus, alsof God door ons een dringend verzoek deed. Als plaatsvervangers van Christus smeken wij: ’Wordt met God verzoend.’ Degene die geen zonde kende, heeft hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door bemiddeling van hem Gods rechtvaardigheid zouden worden. Met hem samenwerkend, verzoeken wij u ook dringend, de onverdiende goedheid van God niet te aanvaarden en dan het doel ervan te missen. Want hij zegt [in Jesaja 49:8, Septuaginta]: ’In een tijd van aanvaarding heb ik u verhoord, en op een dag van redding ben ik u te hulp gekomen.’ Ziet! Nu in het bijzonder is het de tijd van aanvaarding. Ziet! Nu is het de dag van redding. In geen enkel opzicht geven wij enige aanleiding tot struikelen, opdat er geen aanmerkingen op onze bediening gemaakt kunnen worden, maar in elk opzicht bevelen wij ons als Gods dienaren aan” (2 Korinthiërs 5:20–6:4). Wat had Paulus in gedachten?
19 Gezalfde christenen zijn ’ambassadoriale’ gezanten in de plaats van Christus, en de grote schare zou men zijn ’gewone’ gezanten kunnen noemen. Gezamenlijk dringen zij er bij mensen op aan met God verzoend te worden teneinde redding te verwerven. Paulus wilde niet dat iemand de onverdiende goedheid van Jehovah God door bemiddeling van Jezus Christus ontving en dan het doel ervan zou missen. Dat zou ons kunnen overkomen als wij nalieten het werk te doen waarvoor die onverdiende goedheid ons geschikt heeft gemaakt. Een goede verhouding met God bezittend als mensen die met hem zijn verzoend, zullen wij zijn onverdiende goedheid niet voor niets ontvangen als wij ons bezighouden met ’de bediening van de verzoening, namelijk dat God door bemiddeling van Christus een wereld met zichzelf verzoende’ (2 Korinthiërs 5:18, 19). Wij zullen ook anderen de grootst mogelijke goedheid betonen door hen te helpen met God verzoend te worden.
20. Wat zullen wij hierna onderzoeken?
20 Jehovah’s dienstknechten gebruiken hun tijd en middelen in daden van vriendelijkheid wanneer zij mensen geestelijk proberen te helpen door de christelijke bediening. Maar wat kunnen wij leren van schriftuurlijke voorbeelden van vriendelijkheid en goedheid in actie? Laten wij in het volgende artikel er enkele bekijken en ook andere manieren beschouwen waarop wij Jehovah behagen door blijk te geven van goedheid.
Wat zou u antwoorden?
◻ Wat is goedheid?
◻ Hoe kunnen wij verkeerde vriendelijkheid vermijden?
◻ Waarom kan Jehovah’s volk vertrouwen op zijn liefderijke goedheid?
◻ Wat zijn enkele beloningen van goedheid en vriendelijkheid?
◻ Door wat te doen zullen wij niet het doel van Gods onverdiende goedheid missen?
[Illustratie op blz. 13]
Goedheid doet christelijke ouderlingen vriendelijk, geduldig, attent en mededogend zijn
[Illustratie op blz. 15]
De vriendelijkheid van een christelijke echtgenote kan er wellicht toe bijdragen haar man te winnen voor het ware geloof
[Illustratie op blz. 17]
Wij kunnen anderen de grootste goedheid bewijzen door hen te helpen met God verzoend te worden