William Whiston — Een ketter of een oprechte geleerde?
ZOU u uw carrière opofferen voor uw geloofsovertuigingen? William Whiston deed dat.
Hij werd in het begin van de achttiende eeuw een controversiële figuur op religieus gebied, toen hij met de Anglicaanse Kerk in discussie trad over bijbelse leringen. Als gevolg daarvan werd hij uiteindelijk als ketter gebrandmerkt. Door de koers die hij volgde, haalde hij zich dus spot op de hals maar verwierf ook respect.
Wie was William Whiston? En wat heeft hij tot stand gebracht?
Een bijbelgeleerde
William Whiston was een briljante collega van Sir Isaac Newton aan de Cambridge University. Als u de Engelse editie van de geschriften van de eerste-eeuwse joodse geschiedschrijver Flavius Josephus raadpleegt, zult u waarschijnlijk de uit 1736 daterende vertaling van Whiston lezen. Hoewel er andere vertalingen bestaan, moet zijn erudiete vertaling, samen met zijn aantekeningen en verhandelingen, nog overtroffen worden en ze wordt nog steeds gedrukt. Velen beschouwen dit werk als het toppunt van Whistons prestaties.
Wat echter niet over het hoofd gezien mag worden, is het Primitive New Testament, Whistons vertaling van de christelijke Griekse Geschriften. Het werd in 1745 uitgegeven, in zijn 78ste jaar. Whiston vertaalde de vier Evangeliën en de Handelingen van Apostelen vanuit de Codex Bezae, de brieven van Paulus vanuit de Codex Claromontanus en het overige gedeelte, met inbegrip van Openbaring, vanuit het Alexandrijnse handschrift. Hij liet, heel nauwkeurig, het niet-authentieke gedeelte van 1 Johannes 5:7 weg. Whiston koos deze drie oude Griekse bronnen uit als de beste die toentertijd beschikbaar waren.
Liefde voor de bijbel was duidelijk de motivatie voor wat Whiston deed. In zijn tijd had het deïsme de overhand, de leer dat alleen de rede een geschikte basis voor geloof in God vormt. Volgens het boek William Whiston — Honest Newtonian verdedigde hij krachtig „de traditionalistische zienswijze dat de bijbel de enige onfeilbare bron van oude geschiedenis is”. De term „Newtonian” heeft hier betrekking op Isaac Newton, die het meest bekend is om zijn Principia, waarin hij de algemene gravitatiewet uiteenzette. Newtons denkwijze heeft een diepe uitwerking op William Whiston gehad. Hoe?
Sterk verschillende persoonlijkheden
William Whiston werd in 1667 als de zoon van een anglicaanse geestelijke geboren. Nadat hij in 1693 was geordineerd, ging hij terug naar de Cambridge University om wiskunde te studeren en assistent van Newton te worden. Er ontwikkelde zich een hechte band tussen hen. Toen Newton ongeveer drie jaar later aftrad als Lucasian professor in de wiskunde, zorgde hij ervoor dat Whiston in zijn plaats werd aangesteld. Tijdens zijn loopbaan gaf Whiston college in astronomie en wiskunde, maar Newtons invloed had hem er ook toe aangezet zich meer voor de bijbelse chronologie en leer te interesseren.
Newton was een godsdienstig man. Als iemand die met volle overtuiging in het bijbelse millennium geloofde, schreef hij uitgebreid over de profetieën van Daniël en Openbaring. Maar vrijwel geen van deze geschriften werd tijdens zijn leven gepubliceerd. Hij verwierp de Drieëenheidsleer. Maar toen het zover kwam dat hij zijn bewijzen tegen de Drieëenheid zou uitgeven, „trok Newton zich terug, uit angst dat zijn antitrinitarische opvattingen bekend zouden worden”, merkt The New Encyclopædia Britannica op. F. E. Manuel brengt het als volgt onder woorden in Isaac Newton, Historian: „Newtons aanhangers hielden of hun mening geheim of zij onderdrukten hun enthousiasme. . . . Wat Newton geheimhield, schreeuwde Whiston van de daken.” De twee mannen verschilden dus sterk qua persoonlijkheid.
Verstoten
In juli 1708 schreef Whiston de aartsbisschoppen van Canterbury en York en drong erop aan de anglicaanse leer te veranderen met het oog op de valse leerstelling van de Drieëenheid zoals die werd weergegeven in de Athanasiaanse geloofsbelijdenis. Begrijpelijkerwijs kreeg hij de raad voorzichtig te zijn. Toch gaf Whiston het niet op. „Ik heb deze punten grondig bestudeerd”, zei hij, „en ik ben er ten volle van overtuigd dat de christelijke kerk op dit gebied lange tijd en in ernstige mate is misleid; en met Gods zegen, als het in mijn macht ligt, zal de kerk niet langer misleid worden.”
Newton vreesde voor zijn sociale en academische positie. Whiston daarentegen niet. Nadat hij zijn antitrinitarische geloofsopvattingen had geformuleerd, schreef hij een pamflet waarin hij zijn zienswijzen uiteenzette. Maar in augustus 1708 weigerde de Cambridge University Whiston een vergunning om dit materiaal te drukken, aangezien het als onorthodox werd beschouwd.
In 1710 werd Whiston ervan beschuldigd dat hij een leerstelling onderwees die in strijd was met de anglicaanse geloofsopvatting. Hij werd schuldig bevonden, verloor zijn hoogleraarsambt en werd uit Cambridge verbannen. Maar ondanks de tegen hem gevoerde processen, die nog eens bijna vijf jaar hebben geduurd, is Whiston nooit wegens ketterij veroordeeld.
Hoewel Newtons antitrinitarische zienswijzen met die van Whiston overeenkwamen, is hij niet voor zijn vriend opgekomen en heeft hij hem uiteindelijk verstoten. In 1754 — 27 jaar na zijn dood — werd eindelijk Newtons wetenschappelijke onderzoek van de bijbel uitgegeven waarin de Drieëenheid aan de kaak werd gesteld. Maar dat was te laat om Whiston, die twee jaar voordien was gestorven, nog enigszins te kunnen helpen.
Newton wordt ook verantwoordelijk geacht voor het feit dat Whiston uit de prestigieuze Royal Society werd geweerd. Maar Whiston was niet ontmoedigd. Hij en zijn gezin verhuisden naar Londen, waar hij een vereniging ter bevordering van het vroege christendom oprichtte (de Society for Promoting Primitive Christianity). Hij stak al zijn energie in het schrijven; zijn belangrijkste werk tot op die tijd bestond in de vier delen van Primitive Christianity Revived.
Controversieel tot het einde
Als wetenschapper werkte Whiston aan verschillende manieren waarop zeevaarders de geografische lengte op zee konden bepalen. Al werden zijn ideeën niet overgenomen, zijn volharding leidde uiteindelijk tot de ontwikkeling van de zeechronometer. Hoewel veel van Whistons opvattingen over bijbelprofetieën, evenals die van zijn tijdgenoten, onnauwkeurig zijn gebleken, liet hij geen middel onbeproefd in zijn speurtocht naar de waarheid. Zijn verhandelingen over de baan van kometen en zijn vooronderstellingen over de uitwerking van de vloed in Noachs dagen zijn een greep uit het vele materiaal dat hij schreef om zowel de wetenschappelijke als de bijbelse waarheid te verdedigen. Maar de geschriften die de Drieëenheidsleer als onschriftuurlijk aan de kaak stellen, overtreffen zijn andere werken.
Geheel volgens verwachting verliet Whiston in 1747 de Anglicaanse Kerk. Dat deed hij letterlijk en figuurlijk door de kerk uit te lopen op het moment dat een geestelijke de Athanasiaanse geloofsbelijdenis begon voor te lezen. A Religious Encyclopædia zegt over Whiston: „Men moet wel de manhaftige openheid en oprechtheid van zijn karakter, de beginselvastheid van zijn manier van leven en de eerlijkheid van zijn gedrag bewonderen.”
Voor William Whiston was de waarheid niet iets waarmee men kon schipperen en waren persoonlijke overtuigingen kostbaarder dan de toejuichingen en loftuitingen van mensen. Hoewel Whiston als een controversiële figuur bekendstond, was hij een oprechte geleerde die onbevreesd de bijbel als het Woord van God heeft verdedigd. — 2 Timotheüs 3:16, 17.
[Illustratieverantwoording op blz. 26]
Copyright British Museum