Hebt u zich de waarheid eigen gemaakt?
„Wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij u ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is.” — ROMEINEN 12:2.
1, 2. Waarom is het in deze tijd niet gemakkelijk om een ware christen te zijn?
IN DEZE laatste dagen — deze ’kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen’ — is het niet gemakkelijk een ware christen te zijn (2 Timotheüs 3:1). Ja, wil iemand Christus’ voorbeeld navolgen, dan moet hij de wereld overwinnen (1 Johannes 5:4). Breng u eens te binnen wat Jezus over de christelijke weg zei: „Gaat in door de nauwe poort; want breed en wijd is de weg die naar de vernietiging voert, en velen zijn er die daardoor ingaan; maar nauw is de poort en smal de weg die naar het leven voert, en weinigen zijn er die hem vinden.” Ook zei hij: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal dag aan dag opnemen en mij voortdurend volgen.” — Mattheüs 7:13, 14; Lukas 9:23.
2 Wanneer een christen de smalle weg ten leven heeft gevonden, is zijn volgende uitdaging erop te blijven. Waarom is dat een uitdaging? Omdat onze opdracht en doop ons tot een doelwit van Satans listige daden, of sluwe kuiperijen, maken (Efeziërs 6:11, voetnoot). Hij neemt nota van onze zwakheden en tracht ze uit te buiten in een poging onze geestelijke gezindheid te ondermijnen. Per slot van rekening heeft hij getracht de rechtschapenheid van Jezus te breken, dus waarom zou hij ons met rust laten? — Mattheüs 4:1-11.
Satans listige tactieken
3. Hoe zaaide Satan twijfels in Eva’s geest?
3 Eén list waarvan Satan zich bedient, is het zaaien van twijfels in onze geest. Hij zoekt naar zwakheden in onze geestelijke wapenrusting. In het allereerste begin bediende hij zich van die tactiek bij Eva door te vragen: „Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat gij niet van elke boom van de tuin moogt eten?” (Genesis 3:1) Satan zei met andere woorden: ’Is het werkelijk mogelijk dat God u zo’n gebod heeft opgelegd? Zou hij u zoiets goeds onthouden? God weet toch immers dat nog op de dag dat u van de boom eet uw ogen stellig geopend zullen worden en u stellig als God zult zijn, kennend goed en kwaad?’ Satan zaaide twijfel en wachtte tot het zaadje zou ontkiemen. — Genesis 3:5.
4. Welke twijfels kunnen sommigen in deze tijd beïnvloeden?
4 Hoe bedient Satan zich tegenwoordig van deze tactiek? Als wij ons bijbellezen, onze persoonlijke studie, onze gebeden en onze christelijke bediening en vergaderingen veronachtzamen, kunnen wij vatbaarder zijn voor twijfels die door anderen worden geuit. Bijvoorbeeld: „Hoe weten wij dat dit de waarheid is zoals die door Jezus werd onderwezen?” „Zijn dit werkelijk de laatste dagen? Per slot van rekening bevinden wij ons reeds in de 21ste eeuw.” „Staan wij op de drempel van Armageddon, of is het nog ver weg?” Als zulke twijfels opkomen, wat kunnen wij dan doen om ze weg te nemen?
5, 6. Wat moeten wij doen als er twijfels rijzen?
5 Jakobus gaf praktische raad toen hij schreef: „Schiet iemand van u . . . te kort in wijsheid, dan moet hij God blijven vragen, want hij geeft aan allen edelmoedig en zonder verwijt; en ze zal hem gegeven worden. Maar hij moet in geloof blijven vragen, zonder ook maar enigszins te twijfelen, want wie twijfelt, is gelijk een golf van de zee, die door de wind gedreven en heen en weer geslingerd wordt. Die mens moet feitelijk niet menen dat hij iets van Jehovah zal ontvangen; hij is een besluiteloos man, ongestadig in al zijn wegen.” — Jakobus 1:5-8.
6 Wat moeten wij dus doen? Wij moeten „God blijven vragen” om geloof en inzicht en onze krachtsinspanningen opvoeren ten aanzien van persoonlijke studie met betrekking tot eventuele vragen of twijfels. Wij kunnen ook hulp vragen aan degenen die sterk in het geloof zijn, waarbij wij er nooit aan twijfelen dat Jehovah ons de steun zal geven die wij nodig hebben. Jakobus zei ook: „Onderwerpt u daarom aan God; maar weerstaat de Duivel en hij zal van u wegvluchten. Nadert tot God en hij zal tot u naderen.” Ja, onze twijfels zullen verdwijnen als wij door studie en gebed tot God naderen. — Jakobus 4:7, 8.
7, 8. Wat zijn enkele fundamentele criteria om vast te stellen welke vorm van aanbidding door Jezus werd onderwezen, en wie voldoen aan deze criteria?
7 Neem bijvoorbeeld de vraag: Hoe weten wij dat wij de door Jezus onderwezen vorm van aanbidding beoefenen? Welke criteria moeten worden beschouwd om daar een antwoord op te krijgen? De bijbel zet uiteen dat echte christenen ware liefde onder elkaar moeten hebben (Johannes 13:34, 35). Zij moeten Gods naam, Jehovah, heiligen (Jesaja 12:4, 5; Mattheüs 6:9). En zij moeten die naam bekendmaken. — Exodus 3:15; Johannes 17:26.
8 Een ander identificerend kenmerk van ware aanbidding is respect voor Gods Woord, de bijbel. Het is het unieke boek waarin Gods persoonlijkheid en zijn voornemens worden onthuld (Johannes 17:17; 2 Timotheüs 3:16, 17). Bovendien verkondigen ware christenen Gods koninkrijk als ’s mensen enige hoop om eeuwig leven op een paradijsaarde te ontvangen (Markus 13:10; Openbaring 21:1-4). Zij houden zich afgescheiden van de corrupte politiek van deze wereld en haar verontreinigende levenswijze (Johannes 15:19; Jakobus 1:27; 4:4). Wie hebben in deze tijd werkelijk aan deze criteria voldaan? De feiten wijzen uit dat er maar één antwoord is — Jehovah’s Getuigen.
Wat te doen als twijfels hardnekkig zijn?
9, 10. Wat kunnen wij doen om hardnekkige twijfels te overwinnen?
9 En als wij nu eens door twijfels worden overmand? Wat dienen wij dan te doen? De wijze koning Salomo verschaft het antwoord: „Mijn zoon, indien gij mijn woorden aanneemt en míjn geboden als een schat bij u weglegt, om met uw oor aandacht te schenken aan wijsheid, opdat gij uw hart neigt tot onderscheidingsvermogen; indien gij bovendien om het verstand zelf roept en om het onderscheidingsvermogen zelf uw stem verheft, indien gij ernaar blijft zoeken als naar zilver, en gij er als naar verborgen schatten naar blijft speuren, in dat geval zult gij de vrees voor Jehovah begrijpen, en de kennis van God zult gij vinden.” — Spreuken 2:1-5.
10 Is dat niet een duizelingwekkende gedachte? Als wij bereid zijn ijverig aandacht aan Gods wijsheid te schenken, zullen wij ’de kennis van God vinden’. Ja, de kennis van de Soevereine Heer van het universum ligt binnen ons bereik als wij de bereidheid bezitten zijn woorden aan te nemen en als een schat kostbaar te achten. Dat betekent dat wij ons in gebed en via persoonlijke studie tot Jehovah wenden. De verborgen schatten van zijn Woord kunnen elke twijfel wegnemen en ons helpen het licht van de waarheid te zien.
11. Wat voor uitwerking had twijfel op Elisa’s bediende?
11 Een duidelijk voorbeeld van de wijze waarop een bevreesde en twijfelende dienstknecht van God door gebed werd geholpen, staat in 2 Koningen 6:11-18. Elisa’s bediende miste geestelijk waarnemingsvermogen. Hij kon niet onderscheiden dat er hemelse legerscharen aanwezig waren om Gods profeet tijdens het beleg door het Syrische leger te steunen. Bevreesd riep de bediende uit: „Ach, mijn meester! Wat zullen wij doen?” Hoe reageerde Elisa? „Wees niet bevreesd, want er zijn er meer die met ons zijn dan die met hen zijn.” Maar hoe zou de bediende overtuigd worden? Hij kon de hemelse legerscharen niet zien.
12. (a) Hoe werden de twijfels van de bediende weggenomen? (b) Hoe kunnen wij alle eventuele twijfels uit de weg ruimen?
12 „Toen bad Elisa en zei: ’O Jehovah, open alstublieft zijn ogen, opdat hij moge zien.’ Onmiddellijk opende Jehovah de ogen van de bediende, zodat hij zag; en zie! het bergland was vol vurige paarden en strijdwagens rondom Elisa.” In dat geval zorgde Jehovah ervoor dat de bediende de hemelse legers die Elisa beschermden, zag. Wij dienen in deze tijd echter niet dezelfde soort van goddelijke hulp te verwachten. Bedenk dat die bediende van de profeet niet de volledige bijbel had om te bestuderen teneinde zijn geloof te versterken. Wij hebben de bijbel wel. Als wij er een goed gebruik van maken, kan ons geloof eveneens versterkt worden. Wij zouden bijvoorbeeld kunnen nadenken over de verschillende verslagen die Jehovah in zijn hemelse hof beschrijven. Deze laten er geen twijfel over bestaan dat Jehovah wel degelijk een hemelse organisatie heeft die zijn dienstknechten thans in het wereldwijde onderwijzingswerk steunt. — Jesaja 6:1-4; Ezechiël 1:4-28; Daniël 7:9, 10; Openbaring 4:1-11; 14:6, 7.
Hoed u voor Satans kuiperijen!
13. Waarmee probeert Satan onze greep op de waarheid te verzwakken?
13 Wat zijn enkele andere manieren die Satan gebruikt om onze geestelijke gezindheid en onze greep op de waarheid te verzwakken? Eén daarvan is immoraliteit, in al haar diverse uitingsvormen. In de huidige op seks beluste wereld is wat een affaire (een eufemisme voor huwelijksontrouw) of een ’avontuurtje voor één nacht’ (vluchtig seksueel contact) wordt genoemd, een dagelijks weerkerend verschijnsel geworden voor een hedonistische generatie die eropuit is zich ten koste van alles te amuseren. Films, tv en video’s propageren deze levenswijze. De media, vooral het internet, zijn doortrokken van pornografie. Degenen die er uit nieuwsgierigheid naar kijken, staat verleiding te wachten. — 1 Thessalonicenzen 4:3-5; Jakobus 1:13-15.
14. Waarom zijn sommige christenen ten prooi gevallen aan Satans kuiperijen?
14 Sommige christenen hebben toegelaten dat hun nieuwsgierigheid hun de baas is geworden en hebben hun geest en hart verontreinigd door naar soft porno of zelfs hard porno te kijken. Zij hebben toegelaten dat zij in Satans aanlokkelijke valstrik zijn geraakt. Dit heeft vaak tot geestelijke schipbreuk geleid. Zij zijn geen „kleine kinderen ten opzichte van het slechte” gebleven en niet „volwassen in verstandelijke vermogens” geworden (1 Korinthiërs 14:20). Elk jaar betalen duizenden de prijs voor het feit dat zij zich niet aan de beginselen en maatstaven van Gods Woord hebben gehouden. Zij hebben verzuimd hun „volledige wapenrusting van God” aan te doen en te onderhouden. — Efeziërs 6:10-13; Kolossenzen 3:5-10; 1 Timotheüs 1:18, 19.
Koester wat wij hebben
15. Waarom vinden sommigen het misschien moeilijk hun geestelijk erfgoed te waarderen?
15 „Gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken”, zei Jezus (Johannes 8:32). De meeste Getuigen hebben moeten breken met hun vroegere levensstijl en religieuze banden. Daarom zijn zij misschien eerder geneigd waardering te hebben voor de vrijheid die de waarheid met zich brengt. Sommige jonge mensen die grootgebracht zijn door ouders die in de waarheid zijn, vinden het daarentegen misschien moeilijk hun geestelijk erfgoed te waarderen. Zij hebben nooit deel uitgemaakt van valse religie of van deze wereld met haar nadruk op het najagen van genoegens, haar drugsverslaving en haar immoraliteit. Dientengevolge zien zij misschien niet het sterke contrast tussen ons geestelijke paradijs en Satans verdorven wereld. Sommigen zullen wellicht zelfs zwichten voor de verleiding om het vergif van de wereld te proeven teneinde te ontdekken wat zij hebben gemist! — 1 Johannes 2:15-17; Openbaring 18:1-5.
16. (a) Welke vragen zouden wij onszelf kunnen stellen? (b) Wat wordt ons geleerd te doen en waartoe worden wij aangemoedigd?
16 Moeten wij dan echt onze vingers branden om te weten wat pijn en leed is? Kunnen wij niet leren van de negatieve ervaringen die anderen hebben opgedaan? Moeten wij ons tot „de modder” van deze wereld wenden om te zien of wij iets hebben gemist? (2 Petrus 2:20-22) Petrus vermaande eerste-eeuwse christenen die voorheen deel hadden uitgemaakt van Satans wereld: „Het is voldoende dat gij in de voorbijgegane tijd de wil van de natiën hebt volbracht door u over te geven aan daden van losbandig gedrag, wellusten, overdaad van wijn, brasserijen, drinkpartijen en onwettige afgoderijen.” Wij hoeven beslist geen kennis te hebben gemaakt met de „lage poel van liederlijkheid” van de wereld om te zien hoe ontaard het leven kan zijn (1 Petrus 4:3, 4). In onze Koninkrijkszalen, die centra voor bijbels onderwijs zijn, worden wij daarentegen in Jehovah’s hoge morele maatstaven onderwezen. En wij worden aangemoedigd ons denkvermogen te gebruiken om ons ervan te vergewissen dat wij de waarheid hebben en ons zo de waarheid eigen te maken. — Jozua 1:8; Romeinen 12:1, 2; 2 Timotheüs 3:14-17.
Onze naam is niet louter een etiket
17. Hoe kunnen wij doeltreffende Getuigen van Jehovah zijn?
17 Als wij ons de waarheid eigen maken, zullen wij proberen ze bij elke passende gelegenheid met anderen te delen. Dit betekent niet dat wij de waarheid proberen op te dringen aan degenen die geen belangstelling tonen (Mattheüs 7:6). Wij zullen daarentegen niet bedeesd zijn onszelf als Jehovah’s Getuigen te identificeren. Als een persoon enige belangstelling toont door een oprechte vraag te stellen of een op de bijbel gebaseerde publicatie te aanvaarden, zullen wij erop ingesteld zijn onze hoop te delen. Het verdient dan natuurlijk aanbeveling om, ongeacht waar wij zijn — thuis, op ons werk, op school, in een winkel of op plaatsen voor ontspanning — altijd wat lectuur bij ons te hebben. — 1 Petrus 3:15.
18. Hoe kan het een kracht ten goede in ons leven zijn wanneer wij ons duidelijk als christenen identificeren?
18 Wanneer wij ons duidelijk als christenen identificeren, versterken wij onze verdediging tegen Satans verraderlijke aanvallen. Als er een verjaardag is of een kerstviering of een loterijtje op het werk, zullen collega’s vaak zeggen: „Laat haar maar met rust. Zij is een van Jehovah’s Getuigen.” Om dezelfde reden zijn mensen misschien minder geneigd om in ons bijzijn schuine moppen te tappen. Laten weten wat ons christelijke standpunt is, vormt dus een kracht ten goede in ons leven, zoals de apostel Petrus uiteenzette: „Ja, wie is de mens die u schade zal berokkenen indien gij u gaat beijveren voor het goede? Maar ook al zoudt gij lijden ter wille van rechtvaardigheid, gij zijt gelukkig.” — 1 Petrus 3:13, 14.
19. Hoe weten wij dat wij ons ver in de laatste dagen bevinden?
19 Wanneer wij ons de waarheid eigen maken, heeft dat bovendien het voordeel dat wij ervan overtuigd zullen zijn dat dit beslist de laatste dagen van dit samenstel van dingen zijn. Wij zullen weten dat veel van de bijbelse profetieën in onze tijd hun hoogtepunt bereiken.a Paulus’ waarschuwing dat „er in de laatste dagen kritieke tijden zullen aanbreken, die moeilijk zijn door te komen”, wordt overduidelijk bevestigd door de gruwelijke gebeurtenissen van de vorige eeuw (2 Timotheüs 3:1-5; Markus 13:3-37). Een recent krantenartikel over de twintigste eeuw was getiteld: „Ze zal de geschiedenis ingaan als de Eeuw van de barbaarsheid”. Het artikel zei: „1999 bleek het moorddadigste jaar te zijn in de laatste helft van de moorddadigste eeuw.”
20. Voor welke handelwijze is het nu de tijd?
20 Het is nu niet de tijd om onzeker te worden. Jehovah’s zegen rust overduidelijk op het grootste bijbelse onderwijzingswerk dat ooit in de gehele wereld als een getuigenis voor de natiën is verricht (Mattheüs 24:14). Maak u de waarheid eigen en deel haar met anderen. Uw eeuwige toekomst hangt af van wat u nu doet. Wanneer wij onze handen laten verslappen, zullen wij niet voor Jehovah’s zegen in aanmerking komen (Lukas 9:62). Het is veeleer de tijd om „standvastig [te worden], onwrikbaar, altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer, wetend dat uw arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer”. — 1 Korinthiërs 15:58.
[Voetnoot]
a Zie De Wachttoren van 15 januari 2000, blz. 12-14. In par. 13-18 wordt een overzicht gegeven van zes krachtige bewijsvoeringen waaruit blijkt dat wij sinds 1914 in de laatste dagen leven.
Kunt u zich dit herinneren?
• Hoe kunnen wij twijfels verdrijven?
• Wat kunnen wij van het voorbeeld van Elisa’s bediende leren?
• Voor welke morele verleidingen moeten wij constant op onze hoede zijn?
• Waarom dienen wij ons duidelijk te identificeren als Getuigen van Jehovah?
[Illustraties op blz. 10]
Geregelde bijbelstudie en gebed kunnen ons helpen twijfels te verdrijven
[Illustratie op blz. 11]
De twijfels van Elisa’s bediende werden door een visioen weggenomen
[Illustratie op blz. 12]
In Koninkrijkszalen zoals deze in Benin worden wij onderwezen in Jehovah’s hoge morele maatstaven