Hoe kun je je op de doop voorbereiden?
‘In het doen van uw wil, o mijn God, heb ik behagen geschept.’ — PS. 40:8.
1, 2. (a) Leg uit waarom de doop een ernstige stap is. (b) Waar moet iemand zeker van zijn voordat hij zich laat dopen?
BEN jij jong en overweeg je je te laten dopen? Als dat zo is, dan wacht je het grootste voorrecht dat een mens maar kan hebben. Maar zoals in het vorige artikel is besproken, is de doop wel een ernstige stap. Het is een symbool van je opdracht — een plechtige belofte aan Jehovah dat je hem voor altijd zult dienen, door zijn wil voor te laten gaan op al het andere in je leven. Het is dan ook logisch dat je je alleen moet laten dopen als je er rijp genoeg voor bent, het je persoonlijke wens is en je begrijpt wat het betekent om je op te dragen.
2 Wat als je er niet zeker van bent of je klaar bent voor de doop? Of wat als je ouders vinden dat je ermee moet wachten, misschien om meer ervaring op te doen in het leven als christen? Wees dan niet ontmoedigd. Gebruik deze periode om geestelijk te groeien, zodat je je na een tijdje wel kunt laten dopen. Met dat in gedachten gaan we bespreken hoe je doelen kunt stellen als het gaat om (1) je overtuiging, (2) je daden en (3) je dankbaarheid.
JE OVERTUIGING
3, 4. Wat kunnen jongeren leren van het voorbeeld van Timotheüs?
3 Denk eens na over de volgende vragen: Waarom geloof ik dat God bestaat? Wat overtuigt me ervan dat de Bijbel Gods geïnspireerde Woord is? Waarom vind ik dat het beter is me aan Gods maatstaven te houden dan een wereldse manier van leven over te nemen? Zulke vragen zijn niet bedoeld om je aan het twijfelen te brengen. Ze helpen je juist om de raad van Paulus toe te passen, die zei dat we ons ervan moeten ‘vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is’ (Rom. 12:2). We moeten dus voor onszelf nagaan wat Jehovah’s wil is. Maar waarom zou je iets nagaan wat je al hebt aanvaard?
4 Een Bijbels voorbeeld. Timotheüs kende de Schriften goed. Hij was van jongs af aan door zijn moeder en oma onderwezen. Toch kreeg hij van Paulus de aansporing om te ‘blijven in de dingen die hij had geleerd en waarin hij door overtuiging was gaan geloven’ (2 Tim. 3:14, 15). Volgens een naslagwerk brengt het woord ‘overtuiging’ in de oorspronkelijke taal de gedachte over van ‘er zeker van zijn dat iets waar is.’ Timotheüs had zich de waarheid eigen gemaakt. Hij had de waarheid aanvaard, niet omdat zijn moeder en oma zeiden dat dat moest, maar omdat hij er zelf over had nagedacht en ervan overtuigd was geraakt. (Lees Romeinen 12:1.)
5, 6. Waarom is het belangrijk dat je al vroeg in je leven je denkvermogen leert gebruiken?
5 En hoe zit het met jou? Misschien ken je de waarheid al lang. Als dat zo is, waarom zou je je dan niet ten doel stellen om nog beter na te gaan waarom je iets gelooft? Dat zal je overtuiging sterker maken en je helpen om je niet te laten leiden door druk van je leeftijdgenoten, de propaganda van de wereld of je eigen gevoelens.
6 Als je vroeg in je leven leert om je denkvermogen te gebruiken, zal dat je helpen om met goede antwoorden te komen als leeftijdgenoten je bijvoorbeeld vragen: ‘Hoe weet je zeker dat God bestaat?’, ‘Waarom laat een God van liefde slechte dingen toe?’, ‘Hoe kan het dat God altijd heeft bestaan?’ Als je erop voorbereid bent, zullen dit soort vragen je geloof niet verzwakken maar je juist motiveren om extra nazoekwerk te doen.
7-9. Beschrijf hoe de online serie ‘Wat leert de Bijbel echt?’ je kan helpen om je overtuiging sterker te maken.
7 IJverige persoonlijke studie helpt je om antwoorden te krijgen op vragen, twijfels weg te nemen en je overtuiging sterker te maken (Hand. 17:11). We hebben veel hulpmiddelen gekregen die daarbij kunnen helpen. Velen hebben veel gehad aan de brochure Vijf belangrijke vragen over het ontstaan van het leven en het boek Is er een Schepper die om u geeft? Veel jongeren hebben ook voordeel gehad van de rubriek ‘Wat leert de Bijbel echt?’ op jw.org. Ga naar WAT DE BIJBEL LEERT. Elk werkblad in deze serie is bedoeld om je te helpen nog meer overtuigd te raken van wat je gelooft.
8 Als je de vragen op de werkbladen bekijkt, weet je misschien meteen de antwoorden. Je bent immers bekend met de Bijbel. Maar hoe weet je dat het echt waar is wat je gelooft? De werkbladen nodigen je uit om over een aantal Bijbelteksten na te denken en je gedachten erover op te schrijven. Ze kunnen je helpen om van tevoren te bedenken hoe je Bijbelse leerstellingen aan anderen wilt gaan uitleggen. De serie ‘Wat leert de Bijbel echt?’ helpt veel jongeren om hun overtuiging sterker te maken. Als je toegang hebt tot deze serie, waarom zou je die dan niet gebruiken bij je persoonlijke studie?
9 Door je overtuiging sterker te maken, zet je een belangrijke stap richting de doop. Een zuster in de tienerleeftijd zei: ‘Voordat ik besloot me te laten dopen, heb ik de Bijbel bestudeerd en gezien dat dit het ware geloof is. Elke dag dat ik leef, wordt die overtuiging sterker.’
JE DADEN
10. Waarom is het redelijk te verwachten dat het gedrag van een gedoopte christen in lijn is met wat hij gelooft?
10 De Bijbel zegt: ‘Geloof is, indien het geen werken heeft, op zichzelf dood’ (Jak. 2:17). Als je overtuiging sterk is, is het redelijk te verwachten dat je dat door je gedrag laat zien. Hoe dan? De Bijbel spreekt over ‘heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding’. (Lees 2 Petrus 3:11.)
11. Wat wordt er bedoeld met ‘heilige gedragingen’?
11 Met ‘heilige gedragingen’ wordt moreel rein gedrag bedoeld. Hoe staat het in dat opzicht met jou? Denk bijvoorbeeld eens aan de afgelopen zes maanden. Heb je laten zien dat je je ‘waarnemingsvermogen hebt geoefend’ zodat je het verschil ziet tussen goed en kwaad? (Hebr. 5:14) Kun je je momenten voor de geest halen dat je verleidingen of druk van leeftijdgenoten hebt weerstaan? Laat je gedrag op school zien dat je een sterk geloof hebt? Kom je voor je geloof uit? Of wil je zo veel mogelijk op je klasgenoten lijken, om maar niet belachelijk gemaakt te worden? (1 Petr. 4:3, 4) Natuurlijk is niemand volmaakt; zelfs broeders en zusters die Jehovah al heel lang dienen, kunnen het weleens moeilijk vinden om in het openbaar voor hun geloof uit te komen. Toch zal iedereen die zich aan Jehovah heeft opgedragen er terecht trots op zijn Jehovah’s naam te dragen, en dat laat iemand zien door zijn gedrag.
12. Wat zijn enkele ‘daden van godvruchtige toewijding’, en hoe moet je die bezien?
12 Wat wordt er bedoeld met ‘daden van godvruchtige toewijding’? Hieronder vallen gemeenteactiviteiten, zoals vergaderingsbezoek en velddienst. Maar ook je persoonlijke gebeden en je persoonlijke studie, dingen die anderen niet zien. Iemand die zijn leven aan Jehovah heeft opgedragen, zal deze activiteiten niet als een last bezien. Hij zal dezelfde houding hebben als koning David, die zei: ‘In het doen van uw wil, o mijn God, heb ik behagen geschept, en uw wet is in mijn inwendige delen’ (Ps. 40:8).
13, 14. Welk hulpmiddel kan je helpen om ‘daden van godvruchtige toewijding’ te tonen, en wat hebben enkele jongeren hieraan gehad?
13 Het boek Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden, Deel 2, bevat op bladzijde 308 en 309 een werkblad om je te helpen jezelf doelen te stellen. Het werkblad nodigt je uit om antwoorden op te schrijven op vragen zoals: ‘Hoe specifiek ben je in je gebeden en hoe blijkt uit je gebeden dat je van Jehovah houdt?’, ‘Wat omvat je persoonlijke studie?’, ‘Ga je ook in de velddienst wanneer je ouders niet gaan?’ Er is op het werkblad ook ruimte om doelen op te schrijven die je misschien hebt op het gebied van gebed, persoonlijke studie en velddienst.
14 Veel jongeren die over de doop nadachten, hebben veel aan dit werkblad gehad. Een jonge zuster, Tilda, zei: ‘Ik gebruikte het werkblad als hulpmiddel om mezelf doelen te stellen. Eén voor één bereikte ik deze doelen en een jaar later was ik klaar voor de doop.’ Patrick, een jonge broeder, zei: ‘Ik wist al wat mijn doelen waren, maar toen ik ze opschreef, wilde ik nog beter mijn best doen om ze te bereiken.’
15. Leg uit waarom het een persoonlijke beslissing moet zijn als je je aan Jehovah opdraagt.
15 Een interessante vraag op het werkblad is: ‘Zou je Jehovah ook blijven dienen als je ouders en vrienden daarmee ophielden?’ Als opgedragen en gedoopte christen moet je immers een persoonlijke band met Jehovah hebben. Je dienst voor hem mag niet afhangen van anderen — zelfs niet van je ouders. Je heilige gedrag en je daden van toewijding aan God laten zien dat je je de waarheid eigen hebt gemaakt en dat je vorderingen maakt richting de doop.
JE DANKBAARHEID
16, 17. (a) Wat moet de motivatie zijn als iemand een christen wil worden? (b) Hoe kun je illustreren dat we waardering moeten hebben voor de losprijs?
16 Een man die goed onderlegd was in de Wet van Mozes, vroeg aan Jezus: ‘Wat is het grootste gebod in de Wet?’ Jezus antwoordde: ‘Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand’ (Matth. 22:35-37). Jezus vertelt hier wat het motief moet zijn achter christelijke werken, waaronder de doop: met heel je hart van Jehovah houden. Een van de beste manieren om je liefde voor Jehovah te vergroten, is mediteren over het grootste geschenk dat hij ooit heeft gegeven: het loskoopoffer van zijn Zoon. (Lees 2 Korinthiërs 5:14, 15; 1 Johannes 4:9, 19.) Als je nadenkt over de losprijs en wat die voor jou betekent, zal dat je motiveren om je dankbaarheid te tonen.
17 Je reactie op de losprijs kan als volgt geïllustreerd worden: Stel dat iemand je heeft gered van de verdrinkingsdood. Zou je daarna gewoon naar huis gaan, je afdrogen en vergeten wat die persoon voor je heeft gedaan? Natuurlijk niet! Je beseft dat je hem veel verschuldigd bent, want je hebt je leven aan hem te danken. We hebben nog veel meer te danken aan Jehovah en Jezus. Zonder de losprijs zouden we allemaal als het ware verdrinken in zonde en dood. Maar door deze grote daad van liefde hebben we nu de hoop om voor altijd op een paradijsaarde te leven!
18, 19. (a) Waarom hoeft de gedachte om van Jehovah te zijn, je niet af te schrikken? (b) Hoe maakt het dienen van Jehovah je leven beter?
18 Ben je dankbaar voor wat Jehovah voor je heeft gedaan? Dan is het alleen maar gepast om je leven aan hem op te dragen en je te laten dopen. Houd in gedachte dat de opdracht een plechtige belofte aan Jehovah is om voor altijd zijn wil te doen, wat er ook gebeurt. Moet je bang zijn om je op die manier te binden? Absoluut niet! Bedenk dat Jehovah altijd het beste met je voor heeft en dat hij ‘de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken’ (Hebr. 11:6). Je leven wordt er niet slechter op als je je aan Jehovah opdraagt en je laat dopen. Je leven wordt juist beter als je Jehovah dient! Een 24-jarige broeder die werd gedoopt voordat hij een tiener was, zegt: ‘Misschien had ik alles nog beter begrepen als ik ouder was geweest, maar de beslissing om me aan Jehovah op te dragen heeft me beschermd tegen het najagen van wereldse doelen.’
19 In tegenstelling tot Jehovah is Satan juist zelfzuchtig en geeft hij helemaal niets om je. Satan wordt geen ‘beloner’ voor degenen die zijn kant kiezen; hij biedt niets wat op lange termijn goed voor je is. Hoe zou hij dat ook kunnen? Je kunt toch niet iets geven wat je zelf niet hebt? Satan heeft zelf geen hoop. Hij kan je dus geen goed nieuws bieden. Alleen maar een sombere toekomst — dezelfde toekomst die hem wacht (Openb. 20:10).
20. Wat kan een jongere doen om richting opdracht en doop te groeien? (Zie ook het kader ‘Om je te helpen geestelijk te groeien’)
20 Je opdragen aan Jehovah is het beste wat je kunt doen. Ben jij er klaar voor om die stap te zetten? Zo ja, aarzel dan niet. Maar als je meer tijd nodig hebt, gebruik dan de suggesties in dit artikel om te blijven groeien. Paulus moedigde de Filippenzen aan om vorderingen te blijven maken (Fil. 3:16). Als je dat advies opvolgt, zul je al gauw je leven aan Jehovah willen opdragen en gedoopt willen worden.