’Dat zij zich tot God moeten keren’
1 Tijdens de uitleg over zijn bediening zei Paulus tegen koning Agrippa: ’Ik ben aan de natiën de boodschap gaan brengen dat zij berouw moesten hebben en zich tot God moesten keren’ (Hand. 26:20). Paulus toonde diepe bezorgdheid voor alle soorten van mensen, waarbij hij er bij hen op aandrong zich tot God te keren. Wij allen dienen diezelfde bezorgdheid te bezitten, is het niet?
2 De mensen kunnen Jehovah niet aanroepen als zij niet van hem hebben gehoord. Zij hebben iemand nodig die tot hen predikt en daarom hebben wij een aandeel aan de velddienst, in al zijn verschillende aspecten (Rom. 10:13, 14). Als wij hen van huis tot huis bezoeken richten wij hun aandacht op wat God in zijn Woord zegt. Wij doen hetzelfde tijdens het terloops getuigenis geven. En door bijbelse lectuur achter te laten trachten wij hen ook tot God te keren. Maar in de meeste gevallen moeten deze eerste contacten met de waarheid gevolgd worden door een huisbijbelstudie, willen zij werkelijk lofprijzers van Jehovah worden.
3 In sommige streken is het in het geheel niet moeilijk bijbelstudies op te richten, terwijl in andere gebieden de mensen niet zo gunstig reageren. Ongeacht of je aanbod van een huisbijbelstudie wel of niet wordt aanvaard, is het goed er zeker van te zijn dat de mensen er van af weten. Wie weet? Misschien zet het hen tot denken aan en misschien zullen zij instemmen met een studie als er andere Getuigen aan de deur komen.
4 Bij het erkennen van de waarde van bijbelstudies bij het werk dat erin bestaat discipelen te maken, doen wij er allen goed aan te trachten onze doeltreffendheid in het oprichten van studies te verbeteren. In de Koninkrijksdienst zijn vele suggesties gedaan. Sommige liggen je misschien beter dan andere. De ene benadering kan voor een bepaalde situatie beter zijn dan de andere. Maar alle vereisen oefening. Als wij ons verschillende methoden eigen hebben gemaakt kunnen wij afwisselend zijn. Misschien kunnen wij er met goede resultaten aan werken de huisbewoner in het gesprek te betrekken, waarbij wij hem actuele vragen stellen en dan ook leren te luisteren naar wat hij zegt. Dit kan zijn belangstelling stimuleren, wat de weg opent tot een studie. Oefen je, om je doeltreffendheid in het oprichten van huisbijbelstudies te verbeteren, je toespraakje wel eens tegenover een ander lid van je gezin of een andere verkondiger, en bespreek je het met elkaar?
5 Misschien heb je nog nooit een bijbelstudie geleid. Misschien heb je vaak gedacht dat je het wel zou willen maar je vroeg je af of je er werkelijk toe in staat was. Hier volgt een suggestie: Ga naar iemand in de gemeente die bijbelstudies leidt en er succes mee heeft gehad anderen te helpen lofprijzers van Jehovah te worden. Vraag die verkondiger of je een paar keer met hem mee kunt gaan om te zien hoe hij bij zijn studies te werk gaat. Dit zal je in staat stellen voordeel te trekken van zijn ervaring. Bied dan, in het geloof dat Jehovah je zal helpen, je eigen diensten aan, aan mensen die je bezoekt. Laat hen weten dat je verheugd zou zijn geheel vrijblijvend een geregelde bijbelstudie bij hen te leiden.
6 Zelfs als je je nog niet bekwaam voelt een studie te leiden, kun je de mensen toch nog in kennis stellen van de vrijblijvende bijbelstudieregeling. Als je dan iemand vindt die belangstelling toont voor een studie, kun je een andere verkondiger meenemen die ervaring heeft in het leiden van studies. De bijbelstudiedienaar of je boekstudiedienaar zullen er met vreugde voor zorgen dat er iemand met je meegaat op het nabezoek. Op deze wijze kunnen wij doeltreffend samenwerken in zowel het vinden als het voeden van de schapen.