Blijf het ons toevertrouwde christelijke pand behoeden
1 In 2 Timótheüs 1:13, 14 spoorde de apostel Paulus zijn medewerker aan: „Blijf vasthouden aan het patroon van gezonde woorden, die gij van mij hebt gehoord, met het geloof en de liefde die in verband met Christus Jezus zijn. Behoed dit voortreffelijke, u toevertrouwde pand door middel van de heilige geest die in ons woont.” Wat is een toevertrouwd pand? Het is iets waardevols dat wordt toevertrouwd aan de zorg van iemand die uiteindelijk rekenschap moet afleggen. Wat was het door Paulus genoemde toevertrouwde pand? Hij identificeerde het als „het patroon van gezonde woorden”, ofwel dat wat wij tegenwoordig gewoonlijk aanduiden als de waarheid. Kennelijk wilde Paulus dat Timótheüs waardering voor de waarheid had. Daarom sprak hij erover als het „voortreffelijke, u toevertrouwde pand”.
2 Bedoelde Paulus dat het aan christenen toevertrouwde pand alleen maar bestond uit kennis van de waarheid? Nee, ook de bediening die bij de waarheid hoort, werd ertoe gerekend. Deze „gezonde woorden” moesten zowel binnen als buiten de gemeente worden gepredikt. Met betrekking tot die prediking zei Paulus: „Predik het woord, houd u er als met een dringende zaak mee bezig, in gunstige tijd, in moeilijke tijd.” En hij voegde eraan toe: „Doe het werk van een evangelieprediker, volbreng uw bediening ten volle” (2 Tim. 4:2, 5). Christenen in deze tijd hebben niet alleen liefde voor de kennis van de waarheid maar ook voor de bediening die ermee gepaard gaat. Zij willen dat hun toevertrouwde pand goed behoeden.
INSPANNING VEREIST
3 Het is niet gemakkelijk het ons toevertrouwde christelijke pand te behoeden. Het is waar dat je hier en daar misschien nog onder gunstige omstandigheden kunt prediken. Span je in zo’n goed klimaat beslist tot het uiterste in om zo veel mogelijk mensen te bereiken. Maar in andere gebieden, waar de broeders en zusters onder moeilijke omstandigheden prediken moeten zij zich aan de situatie aanpassen. Terwijl zij elkaar aanmoedigen en beschermen, zorgen zij er met Gods hulp voor dat het predikings- en onderwijzingswerk voortgang vindt (Fil. 4:13). Het ons toevertrouwde christelijke pand moet altijd worden behoed.
4 Indien wij er werkelijk belangstelling voor hebben het ons toevertrouwde christelijke pand te behoeden, zullen wij er ernstig moeite voor doen gelijke tred te houden met de waarheid en ons erop toeleggen gebruik te maken van de beste methoden om ze aan anderen aan te bieden. De grondigheid waarmee wij het Eeuwig leven-boek op de gemeenteboekstudie bestuderen, is een ware hulp. Wij hebben nu nog meer waardering voor de inhoud en kunnen het boek daarom in februari nog enthousiaster aan anderen aanbevelen. Als wij aandachtig luisteren naar de demonstraties en ervaringen tijdens het programma van de dienstvergadering, zal dat ons helpen ons op de velddienst voor te bereiden. Met anderen praten over de inhoud van het boek en over manieren om het in het veld aan te bieden, draagt er ook toe bij onze bediening doeltreffender te maken.
5 Heb jij al de vreugde gesmaakt een huisbijbelstudie uit het Eeuwig leven-boek te leiden? Zo ja, heb je dan opgemerkt hoe snel de geïnteresseerden leren en hoe vlot zij het geleerde in praktijk brengen? Een zuster schrijft: „Ik kom net thuis van ons ’Koninkrijkseenheid’-districtscongres en mijn hart loopt over. Ik moest jullie gewoon even schrijven om jullie deelgenoot te maken van mijn blijdschap. Ik heb het voorrecht gehad drie van mijn bijbelstudies hun opdracht door de waterdoop te zien symboliseren.” Vervolgens merkte zij op dat het Eeuwig leven-boek hun vorderingen in de richting van opdracht en doop had bespoedigd. Anderen hebben soortgelijke opmerkingen gemaakt.
HET ONS TOEVERTROUWDE PAND BLIJVEN BEHOEDEN
6 De zorg voor het aan christenen toevertrouwde pand te aanvaarden, is reeds heel prijzenswaardig, maar dit pand te blijven behoeden, is iets waar nog veel meer voor komt kijken. Ongetwijfeld is dat de reden waarom Paulus ook aan Timótheüs schreef: „Blijf gij echter in de dingen die gij hebt geleerd en waarin gij door overtuiging zijt gaan geloven, wetend van welke personen gij ze hebt geleerd’. (2 Tim. 3:14). In 2 Petrus 1:5-8 vinden wij een soortgelijke aansporing.
7 Wij willen beslist ’blijven in de dingen die wij hebben geleerd’. Wij wensen niet „inactief of onvruchtbaar” te worden. Wij willen „het patroon van gezonde woorden” en de bediening van de waarheid die aan onze zorg is toevertrouwd, angstvallig behoeden. Ons doel is op bevredigende wijze verantwoording af te leggen voor ’dit voortreffelijke, ons toevertrouwde pand’ dat Jehovah zo edelmoedig in onze handen heeft gelegd. Laten wij naar Hem opzien voor de wijsheid en de geestelijke kracht die dit mogelijk zullen maken.