4 Ze verschenen voor de priester Elea̱zar+ en Jozua, de zoon van Nun, en voor de hoofden, en ze zeiden: ‘Jehovah heeft Mozes geboden ons een erfdeel te geven in het gebied van onze broeders.’+ Vanwege het bevel van Jehovah kregen ze dus een erfdeel in het gebied van de broeders van hun vader.+