3 (Ahi̱a, de zoon van Ahi̱tub,+ de broer van I̱kabod,+ de zoon van Pi̱nehas,+ de zoon van Eli,+ de priester van Jehovah in Silo,+ droeg de efod.)+ De mannen wisten niet dat Jonathan was weggegaan.
3 (Ahi̱a, de zoon van Ahi̱tub,+ de broer van I̱kabod,+ de zoon van Pi̱nehas,+ de zoon van Eli,+ de priester van Jehovah in Silo,+ droeg de efod.)+ De mannen wisten niet dat Jonathan was weggegaan.