25 Toen smeedde zijn adjudant Pe̱kah,+ de zoon van Rema̱lia, een complot tegen hem. Hij sloeg hem neer in Sama̱ria in de versterkte toren van het huis van de koning met A̱rgob en A̱rje. Hij had 50 mannen van Gilead bij zich. Nadat hij hem had gedood, werd hij koning in zijn plaats.