30 Toen stroomde er een grote menigte toe. Ze hadden mensen bij zich die kreupel, verminkt of blind waren. Ook brachten ze andere zieken en mensen die niet konden praten. Ze legden hen aan zijn voeten en hij genas hen.+
30 Toen stroomde er een grote menigte toe. Ze hadden mensen bij zich die kreupel, verminkt of blind waren. Ook brachten ze andere zieken en mensen die niet konden praten. Ze legden hen aan zijn voeten en hij genas hen.+