35 Ze werd weer zwanger en kreeg nog een zoon. Ze zei: ‘Dit keer zal ik Jehovah loven.’ Vandaar dat ze hem Juda*+ noemde. Daarna kreeg ze een tijdlang geen kinderen meer.
35 En zij werd nogmaals zwanger en baarde een zoon en zei toen: „Ditmaal zal ik Jehovah prijzen.” Zij gaf hem daarom de naam Ju̱da.*+ Daarna hield zij op met baren.