8 Als hij zei: “Je krijgt de gespikkelde dieren als loon”, dan kregen alle dieren gespikkelde jongen. Maar als hij zei: “Je krijgt de gestreepte dieren als loon”, dan kregen alle dieren gestreepte jongen.+
8 Als hij op een gegeven moment zei: ’De gespikkelde zullen uw loon worden’, dan wierp al het kleinvee gespikkelde; maar zei hij daarentegen: ’De gestreepte zullen uw loon worden’, dan wierp al het kleinvee gestreepte.+