12 Ze mogen er niets van overlaten tot de volgende ochtend,+ en de botten mogen niet gebroken worden.+ Ze moeten het klaarmaken in overeenstemming met alle voorschriften voor het Pascha.
12 Zij mogen er niets van overlaten tot de morgen,+ en zij dienen geen been eraan te breken.+ Overeenkomstig de gehele inzetting van het Pascha dienen zij het te bereiden.+