33 Zo daalden zij en iedereen die bij hen hoorde, levend af in het Graf.* De aarde sloot zich boven hen,* zodat ze verdwenen uit het midden van de gemeente.+
33 Zo daalden zij en allen die bij hen behoorden, levend in Sjeo̱o̱l af, waarna de aarde hen overdekte,+ zodat zij vergingen uit het midden van de gemeente.+