6 De Israëlieten vertrokken van Beë̱roth Be̱né-Ja̱äkan naar Mose̱ra. Daar stierf Aäron en daar werd hij begraven.+ Zijn zoon Elea̱zar volgde hem op als priester.+
6 En de zonen van I̱sraël vertrokken van Beë̱roth Be̱né-Ja̱äkan+ naar Mose̱ra. Daar stierf Aä̱ron en hij werd daar begraven;+ en zijn zoon Elea̱zar ging in zijn plaats als priester optreden.+