7 Ze gaven die speciale status* aan Ke̱des+ in Galilea, in het bergland van Na̱ftali, aan Sichem+ in het bergland van Efraïm en aan Ki̱rjath-A̱rba+ (He̱bron) in het bergland van Juda.
7 Bijgevolg verleenden zij een status van heiligheid aan Ke̱des*+ in Galile̱a,* in het bergland van Na̱ftali, en aan Si̱chem,+ in het bergland van E̱fraïm, en aan Ki̱rjath-A̱rba,+ dat wil zeggen He̱bron, in het bergland van Ju̱da.