24 Toen het volk hem zag, loofden ze hun god en zeiden: ‘De vijand die ons land heeft verwoest+ en velen van ons heeft gedood,+ is door onze god in onze macht gegeven.’
24 Toen het volk hem te zien kreeg, gingen zij dadelijk hun god+ loven, „want”, zeiden zij, „onze god heeft onze vijand+ en de verwoester van ons land+ en degene die onze verslagenen vermenigvuldigde,+ in onze hand gegeven”.