3 De tweede was Ki̱leab, bij zijn vrouw Abi̱gaïl,+ de weduwe van de Karmeliet Na̱bal, en de derde was Absalom,+ de zoon van Ma̱ächa, de dochter van koning Ta̱lmai+ van Ge̱sur.
3 En zijn tweede was Ki̱leab,+ bij Abi̱gaïl,+ de vrouw van Na̱bal, de Karmeliet, en de derde was A̱bsalom,+ de zoon van Ma̱ächa, de dochter van Ta̱lmai,+ de koning van Ge̱sur.