13 Zelfs wat zijn grootmoeder Ma̱ächa+ betreft, hij ontzette haar voorts uit [de waardigheid van] Vrouwe,+ omdat zij een afschuwelijk afgodsbeeld voor de heilige paal had gemaakt, waarna A̱sa haar afschuwelijke afgodsbeeld omhieuw+ en het in het stroomdal van de Ki̱dron+ verbrandde.+