16 Hij bracht ook het altaar van Jehovah in orde+ en ging er vredeoffers+ en dankoffers+ op brengen. Hij zei tegen Juda dat ze Jehovah, de God van Israël, moesten dienen.
16 Bovendien maakte hij het altaar van Jehovah gereed+ en ging daarop gemeenschapsoffers+ en dankoffers+ offeren en zei vervolgens tot Ju̱da dat zij Jehovah, de God van I̱sraël, moesten dienen.+