36 nam hij de zeven broden en de vissen. Hij sprak een dankgebed uit, brak ze en gaf ze aan de discipelen, en de discipelen deelden ze aan de mensen uit.+
36 nam hij de zeven broden en de vissen, welke hij na het uitspreken van een dankgebed brak en voorts aan de discipelen uitdeelde, terwijl de discipelen ze weer aan de scharen [uitdeelden].+