34 Toen riep hij de menigte en ook zijn discipelen bij zich en zei tegen ze: ‘Als iemand mijn volgeling wil worden, moet hij zichzelf wegcijferen, zijn martelpaal opnemen en mij altijd volgen.+
34 Nu riep hij de schare samen met zijn discipelen bij zich en zei tot hen: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal* opnemen en mij voortdurend volgen.+