6 Toen zei de Duivel tegen hem: ‘Ik zal je de macht geven over al deze koninkrijken met hun pracht en praal, want die is mij in handen gegeven+ en ik geef die aan wie ik maar wil.+
6 en de Duivel zei tot hem: „Ik zal u al deze autoriteit* en de heerlijkheid ervan geven,+ want ze is mij overgegeven, en ik geef ze aan wie ik ook wens.+