14 De goede vruchten waarnaar je* verlangde, ben je kwijt. Alle lekkernijen en schitterende dingen zijn voor je verloren gegaan — ze zullen nooit meer gevonden worden.
14 Ja, de voortreffelijke vrucht die uw ziel begeerde,*+ is van u geweken, en alle kostelijke dingen en de schitterende dingen zijn voor u verloren gegaan, en nooit meer zal men ze vinden.+